Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaalcommissie.Vermijd zooveel mogelijk zinnen in den lijdenden vorm! Of kwetst een mededeeling als de volgende niet het Nederlandsche taalgevoel: ‘Er werd in de auto's gestapt en door H.M. naar het station N. gereden.’ Vooral de aanhef is kostelijk. * * *
Zoo'n domme boer! Die kent niet eens Fransch! Een correspondent deelt ons mede: Men vroeg een inwoner van IJhorst en de Wijk, naar zijn vroegeren predikant dr. Van Senden, die een retraite-huis gaat oprichten. Het antwoord luidde: 't was een beste domineer, alleen hij preekte wat onbegriepelijk en nou gaat-ie met z'n vrouwe wonen in zoo'n retirade-hoes. (Het Vaderland). * * * ‘Indië weert zich voor het Nederlandsch’, zóó zei Indië weerbaar. Onder den invloed van het verblijf hier te lande leerde de Regent van Magelang zeker, dat p.p.c. Nederlandsch is. 't Is niet te hopen, dat hij de Nederl. vertaling er van bedoelde in zijn afscheid in ‘Het Vaderland’: RADEN TOEMENGGOENG Danoesoegondo, REGENT VAN MAGELANG, aan boord van het S.S. Koningin der Nederlanden. p.p.c. * * * A.J.V. te Rotterdam schrijft: Op een speellijst, aangekondigd door de Nederlandsche opera, te spelen door Nederlandsche kunstenaars met aan de eene zijde de banen rood, wit en blauw van de Nederlandsche vlag te moeten lezen een Fransch woord ‘Spectacle coupé’ vind ik diep treurig: hieraan heb ik mij geërgerd. Een Nederlandsch woord?: Van-alles-wat-spel. Klinkt 't in den beginne misschien wat raar; wanneer dit woord burgerrecht heeft verkregen, zal het heel gewoon klinken; ik geef het natuurlijk in plaats voor een beter. * * * | |
‘Gangen’ of ‘gerechten’.Ik lees in de Haagsche ‘Avondpost’: Een landgenoot die in 't Zuiden van Frankrijk vertoeft komt op tegen het germanisme ‘gangen’, dat wij gebruikten in een opmerking over de beperking der maaltijden in onze eethuizen. Wij vinden dat woord ‘gangen’ evenmin goed Nederlandsch als hij, maar namen het over uit de beschikkingen der Regeering. ‘Gerechten’ is beter en ‘schotels’ nòg beter. Dit laatste woord is ook in de vaktaal gebruikelijk. Wij hoorden nooit een bediende in een eethuis spreken van ‘gerechten’, wel van schotels, waarmee dan hetzelfde bedoeld wordt als het Duitsche ‘Gang’. ‘Gerecht’ zou misschien kunnen leiden tot twistvragen. Onze landgenoot, die zich voorstelt als lange jaren trouw lezer van de ‘Avondpost’, zal overigens wel willen gelooven, dat wij, evenals hij, voorstanders zijn van Nederlandsch in Nederland. Hoe lang zal het nog duren, eer de kellner, die ons in het restaurant 't Fransche menu serveert, is veranderd in een bediende, die in het eethuis de spijslijst afwerkt, in plaats van de ‘rotti’ het gebraad noemt, voor ‘de antremee’ een tusschengerecht brengt, en na de soep met een vleeschschoteltje komt. Maar het slot, de ‘fooi’, is al echt Hollandsch. Eind goed, al goed!
Tot dusver het aardige stukje in de ‘Avondpost.’ We veroorloven ons de opmerking, dat 't woord ‘gang’ nog niet zoo kwaad is. Men zou er ook ‘rondgang’ van kunnen maken. Zoo'n gang bestaat niet uit één gerecht of één schotel, maar uit meer dan één saamgevoegd. Voor één rondgang zijn soms ook twee of meer bedienden noodig. In ieder geval geeft ‘gang’ 't minst aanleiding tot misverstand. N.N.
Hoewel we het bovenstaande stukje om zijn strekking overnemen, willen we daarmee nog niet zeggen, dat we 't met N.N. geheel eens zijn. Wij blijven de voorkeur aan schotel geven, omdat dit onvervalscht Nederlandsch is.
* * * | |
Verfransching.Het groote Haagsche stadsdeel, dat ‘Duinoord’ heet, bleef tot dusver nog al van vreemde smetten vrij. Maar...... lijn 3 schijnt uit 't middelpunt der stad de besmetting over te brengen. Vlak bij halte Reinkenstraat en het Ververschingskanaal wordt een verfrisschingsgebouw (restauratie) opgericht en dat zal heeten l'Espérance. Dit woord doet ons denken aan 't zinnetje Haegsch-Fransch: ‘Prenez sur, Charles, n'escaliez pas dans cette espérance!’ N.N.
Zou de ondernemer wellicht uitsluitend prijs stellen op het bezoek van Franschen en Fransch sprekende Belgen? Zoo ja, dan gelooven wij niet, dat l'Espérance erg trekken zal. * * * | |
In de Haegsche tram. (Opgevangen).Levendig gesprek tusschen Indisch heer en dito dame, die elkaar in 20 jaar niet ontmoet hadden. | |
[pagina 124]
| |
Dame: ‘U moet ons eens opzoeken, ja? Op den derden Woensdag van de maand is 't me zjoer!’ Heer: ‘Wat is dat 'n “zjoer”. Dame: Wel, dan ontvang ik menschen.’ Heer: ‘Ik zal zeker komen kijken; en als U ons wilt bezoeken, wij ontvangen toerlezjoer!’ (Gegiegel van de omzittenden). N.N. * * * AVIS aux Nationaux hollandais à Bruxelles. - Quelques Néerlandais, ayant pris l'initiative de présenter une adresse de remerciement et d'hommage à leur ancien Vice-Consul Monsieur M.G.L. van der Waarden à l'occasion de sa retraite, invitent leurs compatriotes à signer cette adresse au comptoir de la Maison Louis van Gelder, Boulevard du Nord 165 et chez Hulstkamp, Boulevard Anspach 74.’ Dit is een oproep, door Nederlanders tot Nederlanders gericht in een Nederlandsch dagblad (N. Rott. Crt.). Welk een voorbeeld geven zij aan de Vlamingen. Zulke menschen, die zich schamen, zich in den vreemde (en nog wel in België) onder elkaar van hun moedertaal te bedienen, zijn erger dan de ergste Franskiljons! Deze ‘nationaux hollandais’ zijn Hollanders, die hun nationaliteit verraden. (Toekomst.) * * *
Een Hagenaar, die ‘reeds 13 jaar lid is van het A.N.V.’ schrijft: Het trof mij zeer, dat in de taalrubriek van Neerlandia niet de aandacht is gewijd aan het feit, dat de gemeente 's-Gravenhage, het Rijk en een aantal dagbladen het in onbruik geraakte goed Nederl. woord bijslag in volle eer hebben hersteld. Het dreigde verdrongen te worden door toeslag, dat, wellicht in het oud-Nederlandsch niet onbekend, in de laatste 20 jaren slechts uit Duitschland in ons taalgebruik is ingevoerd. De meeste hoogleeraren van naam beschouwen toeslag als een afkeurenswaardig germanisme, dat uitgeroeid behoort te worden. Maar ook wanneer men dit sterk standpunt niet deelt, zal men het moeten toejuichen, dat het woord ‘bijslag’, van een wissen ondergang gered, en in de levende taal met kracht is binnengebracht. Doch nu ter zake. De feiten, waarop in Nederland wel de aandacht mag worden gevestigd, zijn de volgende: Het Gemeentebestuur van Den Haag was hier te lande het eerste lichaam, dat in zijn ambtelijke stukken (een praeadvies over de duurtebijslag van 17 November 1916) het woord bijslag bezigde, en sedert in alles ter uitvoering van de regeling op op den duurtebijslag dien term vasthoudt. De Haagsche dagbladen volgden weldra, en ook de Nieuwe Rott. Courant heeft sedert dien met voordacht steeds van ‘bijslag’ gerept. Het Rijk sloot zich daarbij aan. Terwijl de tegemoetkoming in de duurte van 1916 in alle ambtelijke bescheiden als toe slag werd aangeduid, wordt in de regeling van 1917 steeds van bijslag gesproken. Dit begon reeds in de Memorie van Toelichting betreffende die regeling. De ambtenaren van Financiën (Generale Thesaurie) daarvoor alle hulde! Beproefd werd ook bij Amsterdam's vroedschap dien term ‘bijslag’ in te voeren, doch terwijl de, met het ontwerpen der regeling belaste ambtenaren dit woord bezigden, kwam de Regeering toch met het woord ‘toeslag’ bij den Raad. Het eenige blad, dat op verzoek het woord ‘bijslag’ weigerde, was ‘Het Volk’, dat, behalve soms in de woorden van een Haagsch correspondent, hardnekkig ‘toeslag’ blijft gebruiken. Het is niet alleen ter wille van de merkwaardigheid, dat ik het bovenstaande gaarne in Neerlandia zag bekend gemaakt. Ik weet, dat hetgeen in de taalrubriek wordt medegedeeld, wel degelijk invloed heeft. En bovendien moet de goede uitkomst, die de tegen het woord toeslag aangebonden strijd heeft opgeleverd, den bestrijders van taalbederf in 't algemeen moed geven.
De Commissie nam het bovenstaande met instemming op, maar kan toch niet nalaten er op te wijzen, dat men niet-ambtelijke stukken veel vaker toeslag dan bijslag gebruikt. Zelfs vonden wij toeslag in een stukje onder het opschrift Duurtebijslag. Gelukkig zijn wij echter op den goeden weg. |
|