Buitenland.
Uit Mexico.
Een jaar geleden, aan het einde van het rapport over 1915, uitte ik den wensch, dezen keer eens gunstiger berichten te kunnen sturen dan de laatste twee jaren mogelijk was geweest. Gedeeltelijk kan ik daaraan gelukkig voldoen, want, terugkijkend over het zesde revolutiejaar, dat Mexico achter den rug heeft, kan men voor het eerst redenen tot een bescheiden optimisme doen gelden, en ziet men dit land het moeilijke tijdperk van hervorming binnentreden. Dit viel schrijver vooral op, toen hij na een buitenlandsche reis van 5 maanden terugkeerde en een heel anderen kijk op den toestand kreeg. Zeker, normaal zijn hier de toestanden nog op verre na niet, en de vooruitgang zal slechts zeer langzaam zijn: de Europeesche oorlog, die het leven van de heele wereld ontwricht heeft, werkt ook ongunstig in op het ekonomische leven hier, dat voor zijn hervorming geld, veel geld noodig heeft. Doch het begin is gemaakt, vooral ook door de hervatting der sinds 4 jaar afgebroken diplomatieke betrekkingen tusschen Mexico en de Vereenigde Staten.
Ondanks deze meer hoopvolle toekomst schijnt mij toch nog niet de tijd gekomen voor Nederlandsch kapitaal, om hier weer belegging te zoeken, of voor landgenooten, om zich hier te gaan vestigen (Tampico natuurlijk uitgezonderd). Later wel, als er na den oorlog, zooals verwacht wordt, veel vreemdelingen naar Europa zullen terug gaan, en er voor den neutralen Nederlander, met grondige talenkennis, een mooie kans open komt. Kapitalisten zullen zeker eerst eens willen afwachten, wat er terechtkomt van het Nederlandsche kapitaal, dat hier vroeger belegd is in sporen en staatsfondsen, waarop sinds ruim 3 jaar geen interest betaald is, en waarvan men nog niet weet, hoe de nieuwe regeering aan die verplichtingen zal voldoen.
Zeer zeker is het voor de Hollanders, die hier sinds jaren wonen, geen prettig vooruitzicht, dat de kleine kolonie voorloopig wel niet zal toenemen. En toch zou dit na de verliezen, ook in 1916 weer geleden, dubbel te wenschen zijn. Een der oprichters der Nederlandsche Vereeniging vertrok in April naar Californie, hetgeen door ons allen ten zeerste betreurd werd. En begin November overleed, tamelijk plotseling, de oudste Nederlander hier te lande, de heer G.C. van den Bosch, een flinke Zeeuw, die door zijn werkkracht eerbied afdwong aan landgenoot en vreemdeling, en die, hoewel hij 45 jaren niet in het vaderland was terug geweest, met hart en ziel Nederlander was gebleven, een voorbeeld voor de jongeren.
Het kleine klompje Hollanders in de hoofdstad en verspreid in het binnenland (pioniers zou ik ze willen noemen, voortrekkers) blijft zooveel mogelijk met elkaar in aanraking, en men verheugt zich thans meer nog dan vroeger, als er eens bezoek uit het binnenland komt opdagen, of zelfs uit het verre vaderland, wat dit jaar gelukkig een paar keer gebeurde. Dan wordt het hart opgehaald aan wat we van den overkant te hooren krijgen; zooals we immers ook met meer belangstelling de Hollandsche kranten lezen, die wel met groote vertraging aankomen, maar toch een zegen zijn, daar zij ons tenminste op de hoogte houden van het leven in ons vaderland, dat daar zoo gevaarlijk ligt te midden van het strijdgewoel.
De belemmeringen, daar zoowel als hier aan den handel in den weg gelegd, deden Mexico geheel in het vergeetboek geraken, en het aandeel van den Nederlandschen handel bij invoer en uitvoer van Mexico is dit jaar al heel gering geweest; statistieken over in- en uitvoer ontbreken thans geheel, zoodat moeilijk uit te maken is, welke Hollandsche goederen hier over New-York het land zijn binnengekomen. Orders op chemische produkten werden in Nederland geplaatst door drogisten hier te lande.
Ook het vlagvertoon was in het verslagjaar zeer gering: slechts twee maal kwamen er vrachtbooten der Holland-Amerika-Lijn naar Puerto-Mexico om koffie te laden, terwijl Veracruz, de voornaamste haven van het land, onze vlag geen enkelen keer te zien kreeg. Op een hervatting van den geregelden dienst zooals vroeger, zal voorloopig wel niet te rekenen zijn.
Er is echter gelukkig één plaats in het land, waar Nederland flink vertegenwoordigd is; dat is Tampico, de bekende petroleum-stad. Zij kan met haar zich steeds uitbreidende olie-industrie als iets buiten het andere Mexico staande beschouwd worden, waar de vreemdeling overheerscht en vooruitgang het wachtwoord is, in tegenstelling alsnog met de rest van het land. Gelukkig neemt Nederland aan dien vooruitgang deel, en werd er nog kort geleden weer een onderneming met aanzienlijk kapitaal opgericht door de Koninklijke Petroleum Mij.
K. ANSOUL,
Vertegenw. van het A.N.V.
Mexico D.F. Febr. 1917.
Boeken, tijdschriften en kranten worden gaarne in ontvangst genomen door de Boeken-Commissie van het A.N.V., Van der Duynstraat 63, Rotterdam.