Neerlandia. Jaargang 20

Van de Afdeelingen.

Amsterdam (Jongel.-Afd.).

In een vergadering, gehouden 20 Sept., is het bestuur aldus samengesteld: A. van Santen, voorzitter; I. Vleeschdrager, onder-voorzitter; H.L. Couzijn, Amstelveld 1, 1ste secretaris; mej. A.G. Sprangers, Marnixkade 48, 2de secretaresse; H.W. Deering, penningmeester; mej. S.Ph. Vos en R. Tent, commissarissen.

Tevens werd een Propaganda-Afdeeling opgericht, waarin zitting namen de dames Leegstra en Postma, en de heeren Boelhouwer, Couzijn, Jansen, Tent en Ziekenoppasser.

Door eenige leden werd het voorstel gedaan, periodieke vereenigingsavonden te houden, waar geschieden letterkundige onderwerpen besproken zouden kunnen worden. Daar dit voorstel zeer veel bijval vond, tracht het bestuur thans tot de verwezenlijking er van te geraken.

Deventer.

Deze Afdeeling heeft een sub-comité gevormd van het Comité voor Nederlandsche kinderen in den vreemde.

De Afdeelingen Nijmegen en Leeuwarden hebben het goede voorbeeld gevolgd en verleenen krachtigen steun aan het dagel. bestuur der Afdeeling Amsterdam welke de hoofdleiding heeft.

Wie volgt?

Rotterdam (Jongel.-Afd.).

De secretaris schrijft:

Onze Afdeeling heeft het winter-seizoen geopend met een uitgebreide propaganda op de verschillende H.B. Scholen en Gymnasia.

De heer Marc. Emants was zoo welwillend een geschriftje voor ons samen te stellen, waarin hij antwoord geeft op de vraag: ‘Waarom moet ons volk zijn taal en nationale eigenaardigheden in ere houden?’^*) Dit blaadje werd op ons verzoek door leeraressen en leeraars in de Nederlandsche taal en letterkunde in de twee hoogste klassen verspreid, tegelijk met uitnoodigingskaarten voor een lezing van Dr. René de Clercq.

Woensdag 20 Sept. hield Dr. René de Clercq voor onze vereeniging een voordracht-lezing uit eigen dichtwerk. De groote zaal van ‘Ons Huis’, die 400 zitplaatsen heeft, was in korten tijd zoo stampvol, dat velen teruggestuurd moesten worden. Onze schatting en die van verschillende leeraars bleken onjuist, waar het den bekenden Vlaamschen dichter gold. Het was dan ook een onvergetelijke avond. Telkens weer, als de spreker na een korte, soms geestige, soms gevoelige inleiding een van zijn gedichten voorgedragen had, barstte het handgeklap los. En toen hij in het tweede gedeelte van zijn lezing over zijn strijd voor de rechten der Vlamingen sprak, scheen er aan de toejuichingen geen einde te komen. Het gezamenlijk zingen van ‘De Vlaamsche Leeuw’ besloot den avond op waardige wijze.

Voorloopig gaven zich een 40-tal leden op.

*) Zie hootdartikel. Red.

Utrecht (Jongel.-Afd.).

De heer W.C. van Haeften Wzn., 1ste schrijver, meldt:

Als dit nommer van Neerlandia verschenen is, is ook de propaganda-avond weer achter den rug. En wij hopen, dat er werkelijk veel leden zullen zijn toegetreden. Toen het bekend werd, dat er een propaganda-avond gegeven zou worden, gaven zich een tiental als lid op. Dat belooft dus wat!

Intusschen gaan we verder. In het begin van het volgende jaar, misschien eerder, hopen we nog een spreker te krijgen. Hoe meer leden, hoe meer we kunnen doen. Blijft dus dapper aan het werk en steunt ons in onze propaganda voor de goede A.N.V. beginselen!