Nederland.
Krenterige kruideniersreklame.
'k Doe in boter en kaas en geef een reklameboekje uit; het spreekt van zelf dat ik mijn overbuurman die ook in dat artiekel handelt niet nóém zelfs. Zo doet ook de Nederlandse Staatsspoor!
N.B.! N.B.! Deze spoorwegmaatschappij geeft een reklameboekje uit om de Duitsers over Emmerik naar onze badplaatsen te lokken en - nu komen in dat boekje die plaatsen niet voor die de brutaliteit hebben - of het ongeluk - van alleen maar aan de Hollandse spoor te liggen.
Zo gelukkig zijn dus b.v. Haarlem, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, enz. Die worden niet genoemd. Ja, Haarlem staat wel in het register met verwijzing naar blz. 12 en daar vind je dat je vooral de tulpevelden tussen Haarlem en Leiden moet bezoeken in het voorjaar; hoe staat er niet bij; Alkmaar staat er waarlik ook vermeld met tussen haakjes er achter Käsemarkt, Waage en daarbij - let wel! - dat het is te bezoeken van Amsterdam uit (!!) - per Alkmaar Packet, net als Zaandam en de Zaanstreek, maar Hoorn noch Enkhuizen kunnen bezocht worden en nog vele plaatsen meer niet. Het ergerlikste, het krenterigste is echter Haarlem behandeld.
Maar voelde dan de S.S. niet het belachelike, struisvogelachtige om een stad met zoveel moois en biezonders over te slaan, omdat ze nu eenmaal niet de eer had te behoren tot de klanten van de S.S.
Och, och, ik moet telkens weer aan mijn boter-enkaaszaakje denken; maar er is een bedorven lucht in dat winkeltje, hoor!
Als je nu maar West-Kapelle heet, of Sluis, Goes, Katwijk, Noordwijk, Berg en Dal, Wolfheze, Oosterbeek, of Volendam, dan word je in kiekjes gebracht en geestdriftig aangeroerd, maar - dan worden je Duitse voeten ook niet verontreinigd door de treden van de Holl. IJz. Sp. Mij om er te komen en - ja daarvoor moeten ze bewaard worden.
Zo reis je van Amsterdam ook niet per spoor naar Zandvoort. Welnee! De Duitser moet uitstappen, naar de Elektriese Spoor tremmen en dan daarin plaats nemen. Hij staat dan billik verstomd, dat hij een grote stad voorbij komt! Zo lichten wij Hollanders vreemdelingen over Nederland in uit vrees, dat onze konkurrent er een dubbeltje aan zou kunnen verdienen. De vreemdeling mocht eens merken, dat je van Amsterdam uit in bliksemtreinen Den Haag en Rotterdam kunt bereiken!
Ba! Maar apropo, daar moet toch immers iets komen van samenwerking tussen de beide Maatschappijen; dat hebben de kranten mij verteld. Ik heb er het zotte boekje op aan gekeken, het nog eens en nog eens doorbladerd, maar de verbroedering vond ik niet. Of moet nog gauw de slag geslagen worden? Wat vind ik dat alles klein in de grote tijd die wij bele-