Nederlandse namer aan hier gewonnen ooft. De heer M. Verdonck meende, dat ik wilde, dat wij de namen van Franse peren, in het land van herkomst benoemd en over de hele wereld bekend als Bon Chrétien Williams, Poire Madame, enz., in het Nederlands zouden gaan vertalen, en hij gaf een lijstie van de bespottelik klinkende vertalingen en schreef, dat zulk overdopen oneerlik en kleingeestig zou zijn. Ik antwoordde daarop, dat ik het volkomen met de inzender eens was. De Franse namen te gaan vertalen en dus de herkomst van de peren te verduisteren, zou even oneerlik zijn als vreemde namen geven aan in Nederland gewonnen peren. De Vreemdewoorden-Kommissie betuigde, dat zij hiermee ‘volkomen instemde’ en schreef dus terecht de geruststellende verklaring ‘Geen overdrijving’ boven de gedachtenwisseling.
De heren E.H. Krelage & Zoon hebben van die gedachtenwisseling al zeer oppervlakkig kennis genomen, als zij menen, dat deze met een mij door de Kommissie toegeroepen ‘Geen overdrijving’ was geeindigd.
Tans is er sprake van in Nederland gewonnen bloemen, waaraan de firma een reeks van Engelse namen gaf. Ik moet dit met de heer Verdonck als een oneerlike handeling beschouwen, omdat de Nederlandse herkomst op deze wijze wordt verduisterd.
De inzenders geven twee redenen op, waarom zij toch tot het gebruik van de vreemde benamingen zijn overgegaan.
De eerste reden komt mij niet van veel belang voor. Het is mogelik, dat in het buitenland de Prins van Oranje eens in een prijslijst zou veranderd worden in Prins von Oranje of Prins van Orange, of de Goudvink in Goudtink, maar dit bezwaar is toch het best op te hetfen, door het Nederlands te gaan en te blijven gebruiken. De Engelsman of Amerikaan zal dan weldra leren, dat wij niet zeggen von, maar van, met Orange, maar Oranje, enz. Hebben de Spaanse wijnhandelaren, de sigarentabrikanten in de voormalige Spaanse koloniën in Oost- en West-Indië met al hun voortbrengselen steeds in hun eigen taal benoemd, die zeker voor de meeste verbruikers niet gemakkelijker te onthouden of te schrijven was dan Nederlandse namen zouden zijn?
Het twede bezwaar is, dat de vreemdeling de Nederlandsche namen zou vervangen door namen in zijn eigen taal. De Nederlandse kweker, dit voorziende, komt de vreemdeling voor, door terstond vreemde namen te geven en dient daardoor zijn belang.
Deze redenering komt mij onaannemelik voor.
De vreemdeling, en in het biezonder de Engelsman en de Amerikaan, met wie wij in dat geval alleen te maken hebben, stelt zijn eigen land en de voortbrengselen daarvan boven elk ander land en zijn voortbrengselen. Diezelfde voorliefde onderstelt hij bij andere volken, en hij zal een Nederlander, die de uitstekende waren van zijn land met Nederlandse namen de wereld inzendt, beter begrijpen en meer waarderen dan een die, om hem van dienst te zijn, er Engelse namen voor bedenkt.
De heren Krelage beroepen zich op de ervaring.
Mag ik daartegenover dan nog eens de ervaring stellen, uit de sigarennamen verkregen?
De fabrikanten in de Spaanse koloniën, die, ongeacht alle werkelike of vermeende bezwaren, nooit andere dan Spaanse namen aan hun voortbrengselen hebben willen geven, hebben de wereld zozeer overtuigd van de voortreffelikheid daarvan, dat tans, nu ook in vele andere landen even goede sigaren worden gemaakt, de fabrikanten in die andere landen toch niet beter menen te kunnen doen, dan aan hun waren ook Spaanse namen te geven! Ziehier een lijstje van uitsluitend Nederlandse sigaren, uit de eerste de beste prijskoerant overgeschreven:
Preferencia. |
El Rio Sella. |
Santa Noche. |
Selica. |
Tokata. |
Vreemdelingenverkeer. |
Betty. |
Carte Blanche. |
Carte Noire. |
Le Courier. |
Dominador. |
Fineza. |
La Floreura. |
Florinda. |
La Gazeta. |
La Morico. |
El Mundo. |
Gulden Vlies. |
La Imperiosa. |
Indispensable. |
Insulinde. |
König Georg. |
Lady Percy. |
Maxima Conchas. |
Merito. |
Monteros. |
Men ziet, de overwegende meerderheid van de namen is nog Spaans, slechts enkele zijn Nederlands. Engels, Frans of Duits.
Deze ervaring is, dunkt mij, een aanwijzing, dat, als onze wakkere bloemenhandelaars en boomkwekers met gerechtvaardigd besef van eigenwaarde konden besluiten, hun voortbrengselen onder eigen namen naar alle landen te zenden, daardoor een zo grote reklame voor inderdaad goede waren zou gemaakt worden, dat de wereld spoedig naast het beset, dat sigaren eigenlik uit de gewezen Spaanse koloniën moeten komen om goed te zijn, ook de overtuiging zou verkrijgen, dat men voor bloembollen en heesters niet beter terecht kan dan in Nederland.
De inzenders verwachten, dat een vreemde naam ‘meer geld opbrengt dan de oorspronkelike’. Maar een wereldmarkt veroveren, is toch van meer belang dan een tijdelik voordeel.
Maar al leverde het gebruik van Nederlandse namen tijdelik enlg nunder voordeel op, onze tuinbouwers maken toch een deel van het Nederl, volk uit en hebben naast hun vakbelang ook het belang dat ons volk zich zelf blijft (wat ten slotte toch ook een stoffelik belang is), voor hun aandeel mede te bevorderen. Om redenen van gemak, voordeel enz. is op allerlei gebied reeds zo ontzaglik veel prijs gegeven, dat niet of slechts met veel moeite zal te heroveren zijn. Ik noem slechts: techniese namen, spelen, sportwoorden, hotelnamen (Is er nog wel één hotel in een Nederlandse grote stad, dat een Nederlandse naam draag?), namen van buitenplaatsen en villa's, voornamen. Welk een beschamende indruk maakt het openbare leven van b.v. het Zweedse volk naast dat van het onze. Het getal inwoners is even klein, maar men ziet er geen vreemde opschriften, de huizen en villa's dragen Zweedse namen, de menu's, spijs- en drankkaarten en rekeningen zijn in het Zweeds, de politieagenten, spoor- en trambeambten en het personeel in hotels en koffiehuizen spreekt (met zeldzame uitzonderingen), alleen Zweeds, de voornamen zijn onverbasterd Zweeds. Het voornaamste voortbrengsel, de lusifers, wordt zonder een niet-Zweeds woord, de wereld ingezonden, en als de Koning bij de Olympiese wedstrijden de opgekomenen uit alle delen van de wereld toespreekt, doet hij het in het Zweeds, zonder een vertaling of toevoeging of twede toespraak in enige andere taal, en de vreemdeling acht hem er des te hoger om, omdat het aan zijn eigen gevoelens beantwoordt.
P. VAN MEURS.