Neerlandia. Jaargang 20

Ter nagedachtenis
van Wessel Neethling,
in leven onderwijzer aan Selborne College te Oost Londen (Z.-Afr.).

Deze Afrikaner, 'k heb hem nooit gezien

Dan op portret, gehoord niet, dan in brieven

En 'k reken hem toch onder die mij lief en

Heel diep in 't hart begraven zijn sindsdien.

Sindsdien... ja, 't kwam van zelf, ik hoorde graag

Van hoe hij voor zijn taal en jongens leefde,

Hoe hem een ideaal voor ogen zweefde,

Oplossing van de grote levensvraag.

Elk overwinninkje staat daar geboekt,

Zijn geest heeft ook zijn jongens aangegrepen;

Wie zo zijn taal vereert, moet elk meeslepen

En - nooit werd de anderssprekende gevloekt.

Ook zonder dit ging stuwkracht van hem uit

En wie Selborne verliet voor 't volle leven,

Zal zich voortaan nog meer aan 't eigne geven,

Want heilig wordt elk woord door hem geuit.

Die kracht gaat nooit verloren: liefde voor

Zijn eigen taal en eerbied voor de mijne

Zullen gepaard er blijven, nooit verdwijnen:

Verheffend werken zij er de eeuwen door.

Kweek 't eigene, als deze Afrikaner deed,

Sta pal, maar niet vijandig tegen 't andre,

En - wat Historie ook op aard verandre:

De kracht van Afrika groeit hoog en breed.

Haarlem, 25 Julie 1916.

J.B. SCHEPERS.