Neerlandia. Jaargang 20
(1916)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAmagerGa naar voetnoot*)
| |
[pagina 186]
| |
Binnenhuis met Hollandsche afstammelingen op het eiland Amager, naar een schilderij van Exner.
‘Store’ ook beteekent groot, maakten zij zich dus onwetend aan een pleonasme schuldig. Dit Magleby heet nog in de wandeling Hollanderby - Hollandsch dorp. De nieuwe bewoners kregen van Koning Christiaan II veel grooter vrijheid dan de andere boeren en vrijstelling van vele belastingen en wat voor hen van zerr groot belang was, zij kregen een nagenoeg volkomen gemeentelijk zelfbestuur. Zij kozen hun ‘Schouten’, stelden hun eigen gemeenterecht vast, bestuurden het rechtswezen en administreerden vele zaken, die hun geld in de gemeentekas brachten. Zij hadden hun eigen school, waarin de plat-Duitsch sprekende predikanten onderwijs gaven. Spoedig werd Amager onder de kundige leiding van de in het boerenbedrijf en de groenteteelt ervaren Hollanders de voornaamste voorraadschuur voor de hoofdstad, wat dan ook den Zweedschen Koning Karl Gustav, toen deze met de Denen in oorlog was, in 1658 aanleiding gaf in Dragor (een kustplaats op Amager aan de Sond) te landen en Hollanderby te brandschatten. Deze gebeurtenis was een harde slag voor Kopenhagen en ook voor de Hollandsche boeren, maar de oud-Hollandsche vastberadenheid bracht hen er weer boven op. Zij kochten land van de verarmde Deensche Amagers en breiden hun bedrijf over het heele eiland uit. Het Hof hield zeer veel jachtpartijen op hun gebied en nadat zij ook aan het Hof hunne producten leverden, begonnen de nazaten onzer landslieden, zich langzamerhand als een bevoorrechte klasse te gevoelen en noemden zich ‘Kongens Amagerie’ - Amagers van den Koning. In 1660 bij de inhuldiging van Koning Frederik vertegenwoordigden zij den boerenstand en dat zij zich voelden bewijst wel het feit, dat een der Amagers, toen de nieuwe Koning den eed van trouw had atgelegd, in de schifterende vergadering den Koning luide toeriep: ‘Schaam U Frederik, dat gij geen woord gehouden hebt!’ Men ziet, de West-Friesche aard van hunne voorzaten verloochende zich niet. Een van de oorzaken van de vertrouwelijkheid van de Amagers met het Hof, was het in stand houden van een oud gebruik op vasten avond. Verschillende malen n.l. werden de Amagers bij feestelijke gelegenheden ten Hove verzocht om in hunne schilderachtige dracht spelen uit te voeren of te dansen. Ook gebeurde het wel, dat het geheele Hof met den Koning aan de spits, zich in de dracht der Amagers kleedde en naar het eiland reden om aan de spelen en dansen der bewoners deel te nemen. Ook in ander opzicht maakten de afstammelingen der Hollanders zich verdienstelijk. Het plaatsje Dragor, hierboven reeds genoemd, was reeds in de 15de eeuw bekend om zijn haringvangst. Toen de haringen echter schaars werden in de Sond, zonk het terug tot een arm visschersdorp, totdat in de 18de eeuw het plaatsje zich ontwikkelde tot een van de belangrijkste plaatsen voor de Deensche scheepvaart. Ook hierin waren de Hollandsche afstammelingen de menschen, die den stoot gaven en de zaak door hun welstand en krachtig initiatief steunden. De oorlog van 1807 en de later opgekomen stoomvaart waren echter de dood voor de kleine reederijen en Dragor | |
[pagina 187]
| |
viel terug in wat het na het verloopen van de haringvangst geweest was. Vele oude gebruiken bleven op Amager tot op dezen tijd in zwang. Zoo wordt op den Maandag van Vastenavond nog op een ton geslagen, zoo rijden de boeren dien dag in hemdsmouwen en met een hoogen hoed op alle hoeven af om hunne mooi getooide paarden te laten zien, waarbij zij op elke plaats onthaald worden op een glas ‘Amager Punch’, een mengsel van rum, suiker en water. Nog kan men een enkele vinden, die den ouden dans kent; met Paschen worden eieren van de heuvels gerold; met Kerstmis plaatsen de kinderen hunne schoenen bij de deur - als bij ons met St. Nicolaas - opdat de Julemand, letterlijk vertaald ‘de Kerstman’, zijn geschenken daarin kan leggen. Bij feestelijke gelegenheden kan men nog de mooie kerkedracht zien, die de Denen kennen van de vroolijke schilderstukken - eenigszins in den trant van Jan Steen - van de Amagerschilderijen van Exner. Jammer genoeg raakt evenals bij ons de nationale dracht meer en meer in onbruik. De betere verbinding van de hoofdstad met het eiland (er is nu een spoorweg) brengt thans duizenden inwoners van Kopenhagen naar buiten; er zijn stadsgedeelten aan de Sond verrezen, villa's om Dragor gebouwd en dit alles doet het oude karakter van de streek verloren gaan. Ook de nieuwe wijze van groenten kweeken maakt dat de vrouwen niet meer zooveel als vroeger zelf de groenten op de markt brengen. Vier honderd jaar hebben de Hollanders hun vaderland en de oude gebruiken in eere gehouden. Nu is de taal vergeten, de nationale dracht opgeborgen en de Vastenavondgrappen zijn algemeen gebruik geworden. Het is dus de hoogste tijd dat de overblijfselen van de kultuur der Hollanders verzameld en bewaard worden, omdat zij een groote beteekenis heeft gehad ver over de grenzen van Amager. In 1901 werd reeds gesticht de geschiedkundige verzameling van het eiland Amager (Oen Amagers historiske Samling) en men deed moeite een Amager museum op te richten. Intusschen werd een merkwaardige verzameling, ondergebracht in eenige vertrekken uit den eersten tijd der Hollanders, door brand vernield en ging menig belangrijk stuk over in handen van antiquiteitenhandelaars, zoodat er betrekkelijk weinig overbleef. In 1912 werd er een nieuwe museumvereeniging opgericht, die aangekocht heeft de alleraardigste verzameling, die een nazaat der Hollanders Dirck Jansen in Store Magleby, met groote vlijt en belangstelling voor de zaak, op zijn hoeve had aangelegd. Zoo zal nu op het eiland zelf bewaard blijven wat er nog over is van den tijd der Hollanders.
Den Bosch, Juli 1916. K.M. PHAFF. Leden van 't Algem. Nederl. Verbond, gedenkt ‘Volksopbeuring’! |
|