Van de Afdeelingen.
Amsterdam (Jongel.-Afd.).
De secretaris, de heer H.L. Couzijn, schrijft:
22 Juni j.l. hield de heer J. Modest Lauwerijs voor onze Afdeeling een lezing over Vlaamsche Letterkunde na 1890.
Uit ‘de Wandelende Jood’ van Aug. Vermeylen droeg hij een fragment op zoo gevoelige wijze voor, dat de toehoorders hem met langdurig handgeklap beloonden.
Na de rust sprak de heer Lauwerijs nog over de jongere Vlaamsche dichters en hunne werken: o.a. Steyn Streuvels, Sabbe, Pol de Mont en Van Cauwelaert.
De mededeeling, dat Van Cauwelaert als luitenant aan den Yser gewond werd, ontlokte aan de vergadering een huldebetuiging.
De heer L. eindigde zijn rede met den wensch, dat België weer spoedig zijn onafhankelijkheid zal terugkrijgen.
Hierna sprak de heer Alberick Deswarte nog enkele woorden over het werk van het Algem. Nederl. Verbond en de Vlaamsche Beweging.
- 8 Juli bracht onze Afdeeling een bezoek aan de Amstelbierbrouwerij en 19 Juli werd de Hoofdkazerne der Amsterdamsche Brandweer bezichtigd.
Op beide plaatsen was de ontvangst zeer vriendelijk en werden wij door deskundigen rond geleid.
Nadat men de grootsche inrichting der Amstelbrouwerij in oogenschouw genomen had, werd ieder in de gelegenheid gesteld het fabrikaat te keuren, waarvan door vele dorstige kelen een druk gebruik werd gemaakt.
Wat het tweede bezoek betrett, toen kwam ieder onzer onder den indruk van de prachtige inrichting