Het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam.
Deze bekende instelling, directeur de heer O. Kamerlingh Onnes, heeft haar twaalfde jaarverslag den vorm gegeven van een overzicht der ontwikkeling en werkzaamheden sedert de oprichting.
Met dankbaarheid wordt in de allereerste plaats herinnerd aan het bezoek in 1915 van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, waardoor de particuliere Vereeniging als dienaresse van het algemeen belang werd erkend, in staat om door hare organisatie de bezwaren van de algemeene crisis in Nederland te verminderen.
Het verslag zegt daarover o.m.:
‘Aan het Bureau, dat zijne taak, de handelsbetrekkingen met het buitenland ten dienste van de Nederlandsche belanghebbenden bij Landbouw, Nijverheid, Handel, Visscherij en Verkeer te bevorderen, zoodanig uitvoert, dat een groot deel zijner bemoeiingen buiten mededeeling in het publiek valt, omdat z.i. het Nederlandsche belang in zaken het best gediend wordt door deze wijze van afdoening, bood de vorstelijke belangstelling eene gelegenheid om volledig licht te doen vallen op zijne werkzaamheid.
De adresaanwijzing welke ons archief een zoo groote practische beteekenis verleent, de omvangrijke briefwisseling met het buitenland, die in negen talen gevoerd de correspondentie-bescheiden nu reeds bij honderdduizenden telt, de erkenning van ons initiatief in verre gewesten, dit alles, in twaalf jaren niet zonder moeite opgebouwd, kon worden voorgelegd als een bewijs, dat eene instelling, die haren voorlichtingsarbeid steeds vrij heeft gehouden van het geringste directe of indirecte aandeel in zaken, op de internationale markt eene medewerking heeft verkregen gelijk geene tweede particuliere vereeniging die kan aanwijzen.’
Uit het geschiedkundig overzicht blijkt, met welke moeilijkheden het Bureau te kampen heeft gehad.
Van de in 1907 verkregen samenwerking met de Regeering dagteekent eene nieuwe bladzijde in het geschiedboek der instelling. Het was de uitgesproken wensch van Z. Exc. Minister Veegens, dat het Bureau voor Handelsinlichtingen in zijn ona hankelijk karakter onaangetast, op eigen terrein, maar ook naast, d.w.z. in overleg met de Regeering, zoude samenwerken aan de bevordering der nationale zakenbelangen.
Teneinde de veelzijdigheid der aanvragen, welke uit vreemde landen tot het Bureau werden gericht, te doen uitkomen, en op tal van die artikelen, vruchteloos hier te lande aangevraagd, de aandacht te vestigen als vingerwijzing voor het uitbreiden van bestaande en het stichten van nieuwe industrieën, werden uitvoerige lijsten aangelegd en bijgehouden van gevraagde of aangeboden artikelen in volgorde van de ontvangst genommerd en gesplitst naar de landen van vraag en aanbod, eveneens van de koloniale en andere artikelen, opgenomen in de driemaandelijksche afwisselende tentoonstellingen, waarop door het Koloniaal Museum in het Bureau de aandacht der Nederlandsche belanghebbenden werd gevestigd.
Met genoegen wordt gewezen op de krachtige ontwikkeling van Afdeeling Handel der Regeering en haar belangrijk aandeel in de nationale propaganda, hetwelk het Nederl. Consulaire Corps, veel meer dan vroeger, aanspraak doet maken op de waardeering van allen, wien het verhoogd aanzien van Nederland op de wereldmarkt ter harte gaat.
Uit Genua werd de stichting van een Italiaansch Bureau bericht, dat de werkwijze der Nederlandsche instelling tot voorbeeld koos en in hare aankondiging vleiende beoordeeling uitsprak over het Bureau voor Handelsinlichtingen en zijne beteekenis voor Nederland en zijne Koloniën.
In het 9de jaarverslag kon melding worden gemaakt van de eerste verbouwing, onder toezicht van den architect, den heer H.J. Baanders, Blijkens het oordeel van bekende kunstschilders had het uiterlijk van het Bureau door deze verbouwing aanmerkelijk gewonnen. In de vensters aan de Damrakzijde werden de wapens der elf provinciën geplaatst, benevens die van het Rijk en der Nederlandsche Koloniën