Buitenland.
Uit Mexico.
‘Ende desespereert niet’, schreef ik aan het slot van mijn verslag over 1914. Hoe dikwijls heb ik gedurende het afgeloopen jaar aan die woorden van onzen Coen moeten denken.
Erger en erger is de toestand hier in de hoofdstad geworden, totdat er den laatsten zomer, nadat zij 5 maanden van de buitenwereld was afgesneden, anarchie heerschte, en hongersnood onder de lagere en middenklasse. Sindsdien is er door de verandering der Regeering (9 maal in 12 maanden, met de gevaren, daaraan steeds verbonden) veel verbeterd; er heerscht een schijn van orde, maar daarmee is ook alles gezegd. Door de waardevermindering van het Mexikaansche geld en den slechten spoorwegdienst staan de zaken zoo goed als stil en wordt het leven zóó duur, dat het geen plezier meer is, hier te blijven wonen; vegeteeren, beter gezegd. Het is te hopen, dat er spoedig verbetering in den toestand komt, anders vrees ik, dat onze Nederlandsche kolonie, die al zooveel leden door vertrek heeft verloren, nog kleiner zal worden.
Door de onderbreking van het spoorwegverkeer kregen wij van onze landgenooten in het binnenland dit jaar al heel weinig te hooren; pas in den laatsten tijd is dit iets verbeterd, maar toch is Oaxaca, waar Nederlanders wonen, nu al sinds 9 maanden niet te bereiken en blijft de dienst naar het Noorden slecht. Wie weet ook, of niet vele landgenooten, die over de heele Republiek verspreid woonden, en waarvan jammer genoeg heel wat ook vroeger zelden blijk gaven, in de andere Nederlanders belang te stellen, het maar niet beter gevonden hebben, dit gevaarlijke land weer te verlaten.
Onze Nederlandsche Vereeniging, die vroeger zich in zulk druk bezoek van onze vrienden in het binnenland mocht verheugen, smaakte dit jaar niet het genoegen een enkel bezoeker te mogen begroeten. Wij hebben ons, wat het Clublokaal aangaat, met een kleinere ruimte moeten tevreden stellen, maar opgeven zullen wij het niet, dit Nederlandsche plekje in Mexico. 5 Dec. was er een echt Hollandsch St. Nikolaasfeest, waarvan vooral de kinderen genoten; de grooten niet minder.
Uw vertegenwoordiger te Mexico D.F. was het grootste deel van het jaar uitstedig, op reis langs de geheele Oostkust, vooral te Veracruz. Deze plaats heeft een kleine Hollandsche kolonie van drie man, het Agentschap der Hollandsch-Transatlantische Handelsvereeniging te Amsterdam, een zeer belangrijke schakel in den rechtstreekschen handel tusschen Nederland en Mexico. Deze firma is tevens de agent der Holland-Amerika-Lijn, wier flinke vrachtbooten in het verslagjaar zes keer de haven van Veracruz aandeden, een prachtig vlagvertoon. Zeer zeker is het te betreuren, dat het havenbedrijf te Veracruz zooveel tijdverlies veroorzaakt en schepen dus liever andere havens opzoeken, waar ook goede vrachten verdiend worden, maar zonder door stakingen of gebrek aan werklui opgehouden te worden.
Puerto-Mexico, aan den Tehuantepec-spoorweg, en belangrijk voor koffie verschepingen, zag zeven keer de Nederlandsche vlag in zijn haven.
Het talrijkst is Nederland thans vertegenwoordigd te Tampico, de bekende petroleumstad. De Koninkl. Nederl. Petroleum-Mij. werkt daar onder den naam: ‘Compania de Petroleo La Corona’, die in dit rijke oliegebied met eene der krachtigste bronnen een belangrijke plaats inneemt. Haar staf is Hollandsch, òf te Tampico wonend, òf op de kampen, waar geboord wordt. Bij de (Engelsche) Aguila Oil Cy. werken een tiental landgenooten van Curaçao. Geen wonder dus, dat een Nederlander, die naar Tampico komt, er zich dadelijk thuis voelt en prettige indrukken er mee vandaan neemt.
Terwijl onze Vice-Consul te Veracruz Nederlander is, zijn onze Consul aldaar en de Vice-Consuls te Tampico, Puerto-Mexico en Progreso allen Duitschers; door een langdurig verblijf kennen zij de toestanden in hun gebied goed. Overal werd ik met de grootste welwillendheid ontvangen en kreeg steeds degelijke inlichtingen. Herhaaldelijk spraken wij dan over den Nederlandschen handel, waarvan de bevordering immers ook tot de consulaire werkzaamheden behoort. Kaas en likeuren zijn hier te lande nog steeds de meest bekende Hollandsche producten, terwijl andere artikels verdwijnen naast de door andere landen ingevoerde. Wat moet er echter thans gedaan worden om Nederlandsche producten hier meer bekend te maken? Nu andere naties door den oorlog niet kunnen leveren, zou het voor den Nederlandschen handel een mooie gelegenheid zijn geweest, er zich hier in te werken, maar... handel en scheepvaart voelen weinig voor een revolutionair en half-bankroet land als Mexico, waar zoo zware verliezen zijn geleden; zij vinden wel betere markten.
K. ANSOUL,
Vertegenw. A.N.V.
Mexico D.F., Apo. 567, 10 Febr. 1916.