Studiefonds voor Zuid-Afr. studenten.
In het door Prof, Dr. J.W. Pont opgestelde jaarverslag van dit Studiefonds over 1915 blijkt, dat dit jaar evenals het vorige, gekenmerkt werd door een kleinen achteruitgang. Er kwamen minder studenten dan anders - wat zijn verklaring vindt in de omstandigheden op het wereldtooneel - en minder aanvragen om steun, al is het niet te loochenen, dat er in den laatsten tijd weer een kentering komt en dat de belangstelling van de Zuid-Afrikaners niet vermindert. Er is trouwens geen jaar te noemen, waarin in Zuid-Afrika zoo ernstig over de studiebelangen in Nederland is gehandeld als het laatste. De Synode der Ned. Ger. Kerk hield zich langen tijd bezig met het bespreken van de belangen harer theologen; de Kaapsche Universiteit met de Delftsche diploma's en haar waarde; terwijl ook uit De Hervormer, het blad van de Herv. Kerk in Transvaal, bleek, dat daar de belangen der theologen in Nederland een onderwerp van bespreking hadden uitgemaakt.
Op deze aangelegenheden gaat het verslag uitvoerig in en deelt o.m. het inzicht mede der Synode van de Ned. Ger. Kerk in de Kaap omtrent de toelating van Theologische studenten aan de Rijks-Universiteiten in Nederland.
Het belangrijk verslag eindigt met een overzicht der afgestudeerde Zuid-Afrikaansche studenten: Dr. H.G. Viljoen, die te Groningen in de klassieke letteren promoveerde; teruggekeerd in zijn vaderland, is hij aangesteld als mede-redacteur van Het Volksblad, na de opening van de nieuwe gebouwen in Bloemfontein; S.P. Vermooten, die candidaats-examen in de theologie aflegde in Utrecht en nu predikant is in de Ned. Herv. Kerk te Marico; Dr. H.S. Pretorius, die aan de Vrije Universiteit promoveerde; J.A. Strasheim, die aan de Amsterdamsche Universiteit zijn artsexamen aflegde, evenals P.B. Wannenburg, die, zoodra de toestanden het mogelijk maken, naar zijn vaderland hoopt terug te keeren; Dr. Th. le Roux, die aan de Amsterdamsche Universiteit in de klassieke letteren promoveerde; Dr. H.J. Steijn, die aan de Amsterdamsche Universiteit tot doctor in de medicijnen promoveerde, terwijl hier ook nog in de theologie aan de Vrije Universiteit promoveerden: Dr. H.A. Lamprecht, Dr. M.J.v.d. Westhuizen en Dr. E.E. van Rooyen.
Voorts verlieten ons de heer B.J. Brummer, die zijn diploma als veearts in Utrecht aan de Rijks-Veeartsenijschool verkreeg en de beide Vrijstaatsche meisjes: mej. A. Matthijssen en mej. L. Gouws, die hier aan de Dag-Teeken- en Kunstambachtschool werden opgeleid en haar cursus met goed gevolg ten einde brachten. Haar examen was in elk opzicht een succes. Naar wij vernamen, heeft een van beiden reeds een goede plaats in haar vaderland gekregen.
Verblijdend was het feit, dat er in dit jaar vier juristen zijn aangekomen, die natuurlijk in Amsterdam studeeren. In langen tijd was dit niet gebeurd.
Het verslag meldt ook nog, dat meer studenten verwacht worden dan heengingen.
Zoo men kan weten, steunt het A.N.V. het Studiefonds met de rente van het legaat-mej. I. Rikkers.