Verslag uit Australië over 1915.
Waar zoo weinig belangrijks te vermelden valt, is het moeilijk een verslag te schrijven, en men zou kunnen volstaan met de verklaring in Bulletinstijl: ‘Toestand onveranderd’. Het is echter te begrijpen dat de leden van het Algemeen Nederlandsch Verbond en het Bestuur gaarne iets vernemen omtrent landgenooten, die zich in verre landen een woonplaats gezocht hebben.
Het aantal leden vermeerdert niet, want hoewel nieuwe zich aansluiten, vallen anderen weer af, voornamelijk door vertrek naar andere oorden. In landen, waar een nieuwe bevolking voornamelijk door landverhuizing gevormd wordt, is dit heen en weer trekken te verwachten. Velen worden in hun pogingen en plannen teleurgesteld en nemen den staf weer op om elders hun geluk te beproeven.
In Australië laten zich de gevolgen van den oorlog ook sterk gevoelen. Duizenden hebben sedert het begin der wereldgebeurtenis het land verlaten om zich onder de vanen van het Engelsche leger bij dat der verbondenen aan te sluiten om, helaas, nimmer weder te keeren.
Een aantal Hollanders hebben dat voorbeeld gevolgd, waarvan sommigen ook den duren tol betaald hebben en dus hun vaderland niet zullen weêrzien.
De oorlog heeft ons Hollanders in West-Australië ‘consulloos’ gemaakt, omreden dat dit ambt door een Duitscher bekleed werd, en dit onder de tegenwoordige omstandigheden, nu de gevoelens op het hoogst gespannen zijn, natuurlijk moeielijkheden opleverde. Het is echter te voorzien dat de leemte spoedig aangevuld zal worden.
Wanneer ik de klachten van ‘Ou-Boet’, den correspondent voor Zuid-Afrika, in Neerlandia lees kan ik daar ten volle meê instemmen, waar hij vaak tot de ontdekking komt, dat zijn opstel, of in het geheel niet verschijnt, òf dat er stukken en brokken, die hij volkomen onschuldig acht, uit zijn weggelaten.
Wij hier lijden ook onder het régime der Censuur en onzijdig of niet, de correspondentie met alle vreemde landen, behalve die der verbondenen, wordt aan het oordeel des Censors onderworpen, ten einde zeker te zijn dat geen complotten tegen het welzijn des lands gesmeed worden, en men zich dus volkomen veilig kan achten. Ook alle drukwerk wordt gecensureerd.
De maandelijksche eerste Zondag-bijeenkomsten der Hollanders vinden steeds bijval, hoewel de zomerhitte en de verre afstanden het aantal bezoekers gedund hebben, maar er zijn steeds getrouwen die het aangenaam vinden met hunne landgenooten een vriendschappelijk verkeer te blijven onderhouden.
Moge de verzuchting, zoo vaak en door zoo velen geslaakt, dat het ‘vrede op aarde’ niet langer een ijdele klank zij, spoedig verhoord worden.
ANNA SEMMENS, vertegenwoordigster voor Australië.
Claremont. 10 Februari 1916.