Neerlandia. Jaargang 20
(1916)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNederlandJaarverslag van Groep Nederland van het A.N.V. over 1915.Algemeene toestand. Een kritiek jaar, een tijd van groote bewogenheid is 1915 geweest, voor het A.N.V. in zijn geheel, voor Groep Nederland in het bijzonder, omdat al wat er in ons Verbond woelt en werkt onder den druk der geweldige volkerenworsteling, in de hoofdgroep het meest tot getwist aanleiding heeft gegeven. Dientengevolge had het Bestuur van Groep Nederland herhaaldelijk tot taak geopperde plannen en geschilpunten te bespreken, waarbij niet steeds overeenstemming werd verkregen. Het Bestuur heeft daarbij de ervaring opgedaan dat toepassing van den stelregel: ‘In het onzekere onthoudt u’ door velen niet als welbegrepen onzijdigheid, maar als werkelooze onverschilligheid wordt uitgelegd. Dat de oneenigheid, die in de Algemeene Vergadering zijn hoogtepunt bereikte, geen goed heeft gedaan aan den groei van het Verbond, zullen enkele hieronder vermelde feiten aantoonen, waarnaast gelukkig andere kunnen worden vermeld, die hoop geven dat partijen elkaar spoedig weer zullen vinden om in eendrachtige samenwerking nieuwe kracht te ontwikkelen.
Algemeene Vergadering (20 Maart 1915). Deze stond in het teeken van aanval en verweer. Dat verweer had zich niet alleen bepaald tot een verdediging tegen velerlei beschuldigingen en grieven in een memorie openbaar gemaakt in Neerlandia, maar zich uitgesproken, ook in het voorstel om een Grievencommissie te doen benoemen, die vrij zou zijn in het archief te onderzoeken in hoeverre daar de bewijzen zouden te vinden zijn dat het Hoofdbestuur al of niet in zijn plicht te kort was geschoten. De vergadering wenschte echter van dat gul | |||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||
aanbod geen gebruik te maken, evenmin als ze wilde weten van een commissie, die de Algemeene Vergadering zou kunnen voorlichten over de voorstellen tot WetswijzigingGa naar voetnoot1), die men eerlang van de Commissie a.h. zou kunnen verwachten. Het merkwaardigste verschijnsel was wel dat een motie van wantrouwen tegen het Hoofdbestuur door de Amsterdamsche Studenten-Afdeeling voorgesteld, met algemeene stemmen op die der voorstelster na werd verworpen. De herkiezing van den Voorzitter met bijna algemeene stemmen was ook een kenschetsend feit. Slechts werden goedgekeurd de instelling eener Propaganda-Commissie, inkrimping van het aantal stemmen der groote Afdeelingen om haar overheerschenden invloed te beperken en een vrijer keuze bij de benoeming van leden van Hoofd- en Groepsbestuur, waardoor het mogelijk wordt buiten de aanbevolen dubbeltallen benoemingen te doen plaats hebben.
Het Groepsbestuur heeft onder den invloed van allerlei geopperde plannen om naar buiten op te treden, en van het Verbond te doen spreken, meer dan in vorige jaren vergaderd. Tienmaal kwam het bijeen en wel op 16 Jan. (met Hoofdbestuurders en afgevaardigden der Afdeelingen), 23 Jan., 27 Febr., 19 Maart, 15 Mei, 12 Juli, 13 Oct., 30 Oct., 20 Nov. en 11 Dec. Het Bestuur onderging weinig verandering en werd slechts aangevuld door Mevr. A.C. Veen-Brons, die de open plaats van Dr. J.B. Schepers innam. In den loop van het jaar traden uit het Bestuur de heeren Dr. W. van Everdingen om gezondheidsredenen, Prof. Mr. A.A.H. Struijcken, wegens verschil van meening met de meerderheid van het Groepsbestuur, F.A. Hoefer, wiens mobilisatiewerkkring hem verhindert de vergaderingen bij te wonen en Dr. P.V. Sormani, die na 12 jaar zitting in het Bestuur te hebben gehad, meende plaats te moeten maken voor een ander. Hun allen zij hier een woord van dank gebracht. Het Groepsbestuur bestaat thans nog uit de volgende 18 personen:
Aan dezen zullen door de Alg. Vergadering 3 personen worden toegevoegd, zoodat het getal dan weder op het maximum komt.
Werkzaamheden. Deze bestonden in de eerste plaats in het uitvoeren der besluiten van de Algemeene Vergadering, waaronder voornamelijk dient genoemd het voorstel om er bij de regeering op aan te dringen de positie der ambtenaren voor den Indischen dienst te verbeteren. De Indische afgevaardigden in het Hoofdbestuur hebben het onverwijld in studie genomen en met hun praeadvies om raad gezonden aan het Bestuur der Groep Ned. Indië, van welke echter nog geen antwoord is ingekomen. Een plan tot het houden van een stamdag stuitte bij de voorbereiding op tal van bezwaren. Het bleek ondoenlijk de in vijandelijke kampen verdeelde partijen onder de Vlamingen bijeen te brengen en een eenzijdige voorlichting over de brandende vraagstukken zou niet aan het doel hebben beantwoord. Het grootsche plan is ten slotte uitgeloopen op een Ned. Vlaamschen middag, door de afd. 's-Gravenhage belegd. De verdeeldheid onder de Vlamingen had ook ten gevolge dat in een der over deze zaak gehouden Bestuursvergadering een motie werd ingediend van den volgenden inhoud: ‘De vergadering
De groote meerderheid verklaarde zich er tegen, omdat men er een partijkiezen voor een der Vlaamsche richtingen in meende te zien. De voorsteller, Prof. Struijcken, vond er een aanleiding in om als lid van het Groepsbestuur te bedanken. Om aan het denkbeeld tegemoet te komen de leden der Groep voor te lichten omtrent de verschillende hedendaagsche stroomingen in de Vlaamsche en Afrikaansche Beweging, werd aan de Afdeelingsbesturen een rondschrijven gericht met bericht dat het Groepsbestuur gaarne zijn bemiddeling voor geschikte sprekers zou verleenen en desverlangd ook een kleine geldelijke tegemoetkoming beschikbaar zou stellen. Steun verleende het Groepsbestuur voorts behalve aan verschillende Afdeelingen, aan de van Arnhem uitgegane beweging om de klokkenspellen in eere te herstellen, waarvoor o.m. de bekende beiaardier Jef Denijn zijn dank aan het Groeps- | |||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||
bestuur betuigde, en aan de door Rotterdam behartigde verspreiding van liederbriefkaarten onder de militairen. De subsidie aan de Alg. Ned. Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, Heemschut en Tucht-Unie, bleven gehandhaafd. Voorts trad Groep Nederland toe tot de Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat en vaardigde zijn onder-voorzitter, den heer M. Emants, in het Bestuur dier vereeniging af. In opdracht van het Groepsbestuur bracht de Voorzitter van 20-24 Juli een bezoek aan de Interneeringskampen te Amersfoort, Oldebroek en Harderwijk om de gegrondheid na te gaan van klachten betreffende achterstelling van het Vlaamsch. Met goeden uitslag werd eindelijk bekroond het streven van het A.N.V. om op de buitenlandsche passen ook de Nederlandsche taal te doen bezigen; de Minister van Buitenlandsche Zaken heeft althans de gewenschte verbetering aangekondigd. Moge zij gevolgd worden door een gelijke eerbiediging onzer taal, waar dat mogelijk en gerechtigd is, in de diplomatieke betrekkingen. Nog dient vermeld, dat het Groepsbestuur zijn afkeuring meende te moeten uitspreken, tegenover het Bestuur der Amsterdamsche Studenten-Afd. die een motie van politieke strekking en een bemoeiing buiten zijn bevoegdheid liggend, deed aannemen door een vergadering, waarvan de wettigheid door verscheiden leden der Stud.-Afd. trouwens werd betwist. Over een dergelijk optreden van de Utrechtsche Stud.-Afd. had het Hoofdbestuur reeds vroeger zijn eenstemmige afkeuring uitgesproken, als zijnde in strijd met den geest van het Groepsreglement. Waar door het veelvuldig vergaderen de werkzaamheden van het secretariaat in niet geringe mate toenamen, verklaarde Mr. A.L.v. Blommestein zich bereid den secretaris behulpzaam te zijn. Voor zijn medewerking worde hem hier openlijk dank gebracht.
Propaganda-Commissie. In de Alg. Vergadering was besloten dat de Afd. Zwolle van welke het denkbeeld was uitgegaan, de leden zou aanwijzen in overleg met het Groepsbestuur. Daarover werd eenige malen schriftelijk van gedachten gewisseld, terwijl de heer Buitenrust Hettema als tusschenpersoon optrad. In het najaar werden tot leden der Commissie benoemd: Mevr. W. van Hooff-Gualthérie van Weezel, Secr. Afd. Deventer; Prof. Mr. J.A. van Hamel, Bestuurslid der Afd. Amsterdam; A.N.J. Fabius, Gep. Generaal-Majoor, te Bussum; Jhr. Dr. C.G.S. Sandberg, Geoloog, te Haarlem; Mr. H. van de Rivière, Redacteur van ‘Ons Land’, Groningen; Mr. Dr. E. van Ketwich Verschuur, Refer. Prov. Griffie, Zwolle, en S.L. van der Vegte, Jur. cand. Vrije Universiteit, Amsterdam. Uit een schrijven van het Bestuur der Afd. Zwolle bleek dat de Commissie o.m. op haar werkprogram zou plaatsen: Hervorming van den Raad van Bijstand raad in zake wetsherziening en reorganisatie van het Verbond, het populair maken van het A.N.V. en het beramen van middelen om te voorkomen, dat vereenigingen buiten het Verbond worden opgericht, wier doel op den weg van het A.N.V. ligt. De Commissie koos tot haar Voorzitter den heer Mr. Dr. E. van Ketwich Verschuur, tot Secretaris den heer S.L. van der Vegte. Haar voorstellen zullen in een eerlang te houden opzettelijk daarvoor belegde Alg. Vergadering van Groep Nederland worden behandeld.
Taalcommissie. Deze bleef in Neerlandia den strijd voeren tot bevordering van het gebruik van zuiver Nederlandsch, een strijd die wel niet het hoofddoel van het A.N.V. is, maar toch in onmiddellijk verband staat met dien voor de Nederlandsche gedachte in het algemeen. Een Nederlander, die zijn taal in eere houdt, houdt ook zijn Nederlandsch karakter in andere opzichten zuiver. Als onderdeel van het algemeen Verbondsstreven mag dan ook de taalstrijd niet worden verwaarloosd en daarom is het goed dat de Taalcommissie onder het gezag van deskundigen voet bij stuk houdt en den gulden middenweg bewandelt tusschen de meeningen: Het A.N.V. doet te weinig aan taalzuivering, het doet te veel aan bestrijding van vreemde woorden. Een goed werk deed ze door het samenstellen van een lijst van vreemde woorden met hun vertaling, ten gebruike van winkeliers. In het desbetreffend rondschrijven zegt de Commissie: ‘Wij vestigen uwe opmerkzaamheid op de verkeerde gewoonte, dat Nederlanders zich in winkelopschriften, ter aanduiding van hun beroep en de bij hen verkrijgbare waren, bedienen van vreemde woorden voor allerlei zaken, die evengoed door Nederlandsche kunnen worden aangeduid. En dit mag toch zeker wel met den naam “misbruik” worden bestempeld; immers het spruit voort uit gebrek aan gevoel voor den plicht, die op ieder rechtgeaard vaderlander rust, om zijn moedertaal in eere te houden en zooveel als in zijn vermogen is, hare zuiverheid te helpen handhaven. Er is een tijd geweest, dat men over het algemeen een groote onverschilligheid hiervoor aan den dag legde en dat men onnadenkend de sleur volgde. Doch gelukkig begint in dit opzicht een nieuw en beter tijdperk aan te breken, ook sedert dat onze Koningin en de Koningin-Moeder onze moedertaal als hoftaal in eere hebben hersteld en het A.N.V. op een krachtige wijze voor hare rechten en belangen opkomt.’ De bedoeling is dat Afdeelingsbesturen met deze rondzendbrieven werken. Tot heden was er van die zijde echter onvoldoende medewerking. Een goede gedachte was het den naam ‘Commissie tot bevordering van het gebruik van zuiver Nederlandsch’ te veranderen in Taalcommissie. Haar streven moge sleurmenschen overdreven voorkomen, dat het begint door te werken wordt | |||||||||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||||||||
steeds meer merkbaar en zou het nog meer worden, als elk lid in zijn omgeving haar beginsel hoog hield.
Lichtbeelden-Afdeeling. De zorg daarvoor is opgedragen aan de Administratie, die slechts tweemaal een aanvraag kreeg voor de reeks lichtbeelden, welke een overzicht geeft van de geschiedenis, werking en verspreiding van het A.N.V. Zij leent zich bijzonder goed ter opluistering en toelichting van een voordracht over het A.N.V. Verder zijn nog ter beschikking een geschiedkundige reeks, 's Lands plantentuin te Buitenzorg en de Nijverheid in de Zaanstreek. Aan uitbreiding van den voorraad kan niet worden gedacht, zoolang de stand der kas tot zuinigheid maant.
Afdeelingen. Het getal Afdeelingen nam toe met 2, n.l. een Stud.-Afd. aan de Rotterdamsche Hoogeschool, gesticht met medewerking der Stud.-Afd. Vrije Universiteit, en een Burger-Afdeeling te Helmond, welke laatste we hoofdzakelijk danken aan de werkzaamheid van onzen gemachtigde, Jhr. Von Bose, die na den zomer zijn propaganda hervatte en weer verscheiden nieuwe leden aanbracht, ook in nog niet ontgonnen streken, waardoor de stichting van nog een nieuwe Afdeeling binnenkort mogelijk zal zijn. Opgeheven werden wegens gebrek aan belangstelling de Jongel-Afdn. Hellevoetsluis en Maastricht. Die in Den Haag en Rotterdam bleven aan de spits dezer Afdeelingen en onderhielden een opgewekt en leerzaam Verbondsleven. Met de Studenten-Afdeelingen, wier geldelijke verhouding tot de Groepskas den Groepspenningmeester nog al eens zorg baarde, werd een nieuwe regeling getroffen, waardoor de verplichte jaarlijksche afdracht meer kans heeft op tijd binnen te komen en waardoor ook voorkomen zal worden dat niet betalende leden toch op de ledenlijst blijven gehandhaafd. Met de drie tijdelijke Vlaamsche takken in Nederland onder geïnterneerden (Harderwijk, Amersfoort en Zeist) werd de stambroederlijke band onderhouden door het zenden van lectuur en muziek, het bevorderen van wetenschappelijke voordrachten en het bewijzen van allerlei diensten. Vooral in Harderwijk wordt het Verbondsleven onder de geïnterneerde Vlamingen levendig gehouden. Wederom moet geklaagd worden over gebrek aan opgewekt leven in eenige Afdeelingen, dat bijna altijd achteruitgang in ledental tengevolge had. Veel hangt af van een werkzaam bestuur: Zoo trad Zaanstreek voorbeeldig op waar Nederlanders en stamverwanten geldelijken en anderen steun behoefden, Amsterdam en Haarlem werkten ook in die richting, Apeldoorn stichtte in 1915 een tijdelijk Militair Tehuis dat door H.M. de Koningin met een bezoek werd vereerd, Rotterdam bevorderde weer den volkszang onder Burgers en soldaten, Deventer en Zwolle gaven ontspanningsavonden voor militairen, de Utrechtsche Stud.-Afd. bleef zich het lot van de Vlaamsche studenten aantrekken, Gouda leefde op doordat Mr. Van Es er zich vestigde en als voorzitter optrad, Dordrecht wijdde zich op bijzondere wijze aan de propaganda van het Volkslied, gelijk Leeuwarden het deed door ‘straatzangers’. Slechts enkele feiten worden genoemd om aan te toonen dat elke Afdeeling zich wel een bepaalde werkzaamheid in het veel omvattend streven van het A.N.V. tot taak kan stellen, waaronder van groot belang moet geacht worden het steunen van en inzameling van boeken voor de Boeken-Commissie, waarvoor in het bijzonder mogen worden genoemd Assen, Deventer en Zaandam. Als zoo de onderdeelen van het A.N.V. zich beijveren, zal het geheel ook meer tot zijn recht komen. Door de kracht die van de afdeelingen kan uitgaan, worden de hoogere eenheden vanzelf tot verhoogde werkzaamheid geprikkeld. Er zijn thans 37 Burger-, 8 Studenten- en 7 Jongel. Afdeelingen. Naar den stand op 1 Maart j.l. is haar ledental als volgt: Alkmaar 44, Amsterdam 671, Amsterdam (Stud.) 177, Amsterdam (Vr. Univ.) 24, Apeldoorn 52, Arnhem 217, Assen 51, Breda 71, Brielle 19, Delft 65, Delft (Stud.) 41, Deventer 78, Dordrecht 281, Enschedé 122, Eindhoven 51, Fivelingo 4, Gouda 34, 's Gravenhage 953, Groningen 107, Groningen (Stud.) 11, Haarlem 313, Harderwijk 50, 's-Hertogenbosch 130, Helmond 35, Hoogezand-Sappemeer 15, Hoorn 24, Kampen 8, Leeuwarden 91, Leiden 178, Leiden (Stud.) 123, Maastricht 47, Meppel 12, Nijmegen 117, Rotterdam 476, Rotterdam (Stud) ..., Schiedam 41, Sneek 23, Utrecht 240, Utrecht (Stud.) 158, Wageningen (Stud.) 23, Walcheren 61, Winschoten 15, Zaanstreek 120, Zutphen 54, Zwolle 86. Jongel. Afdeelingen: Amsterdam 83, 's-Gravenhage 226, Groningen 35, Haarlem 130, 's-Hertogenbosch 50, Rotterdam 272, Utrecht 90. Voorts zijn er onder de geïnterneerde Vlamingen 3 Afdeelingen: Amersfoort met 15, Harderwijk met 73 en Zeist met 87 leden.
Ledental. Groep Nederland telde op 1 Jan. 1916 7215 leden, tegen 7760 op 1 Jan. 1915 binnen onze grenzen met de algemeene leden buiten ons land, die tot onze Groep worden gerekend, 7953. De tijdsomstandigheden, de hooge belastingen, de economische druk en de oneenigheid in het Verbond, blijken een ongunstigen invloed op het ledental te hebben. De meest tegenstrijdige redenen voor bedanken worden opgegeven. Neerlandia gaf er in het Juni-nr. een vermakelijke staalkaart van. Al blijkt er uit dat de leiders vrijwel den middenweg bewandelen, het is toch niet bemoedigend dat verscheiden leden om een verschil in opvatting over de behartiging der belangen van het Verbond in deze moeilijke tijden, zich terugtrekken in plaats | |||||||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||
van vooral nu te letten op dat, wat alle Nederlanders en Stamverwanten ondanks alles vereenigt. Laten dus allen, die het goed meenen met ons streven in het nieuwe jaar er toe meewerken dat de Hoofdgroep voor het minst weer op haar oude getalsterkte komt, gedachtig aan het gewijzigd woord van een bekend politiek leider: De Nederlandsche gedachte gaat boven de Nederlandsche geschillen.
De Secretaris van Groep Nederland, C. VAN SON.
Dordrecht, 9 Maart 1916. |
|