Neerlandia. Jaargang 20
(1916)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdWest-IndiëEen Nederlandsch belang.Nederlandsche arbeid in Britsch-Guyana.Door den Gouverneur van Britsch-Guyana is eene Commissie benoemd om een onderzoek in te stellen naar het bestaande systeem van onderhoud van zeeen rivierkustbescherming der kolonie en de daaruit voortvloeiende kosten, bestaande uit de heeren: Joseph John Nunan, Attorney-General; J. Hampden King, Immigration Agent-Generaal; E.C. Buck, Director of Public Works; H.A. Cameron, Colonial Treasurer; F. Fowler, Commissioner of Land and Mines; de leden van het Hof van Politie A.P. Sherlock, P.N. Brown, J.P. Pantos, F. Dias, benevens de heeren J.S. Mc. Arthur, J.M. Fleming, H. Deverill, W.M.B. Shields, E.A. Luckhoo, J.G. Gillespie, W.H. Parrath, R.R. Pasea, R. Strang, N.L. Humphrys, onder voorzitterschap van den heer Nunan. De opdracht in de proclamatie van den Gouverneur, gedagteekend 16 December 1915, luidt als volgt: Een onderzoek in te stellen en verslag uit te brengen over:
* * *
De eerste vergadering dezer Commissie is gehouden op den 20sten December 1915, bij welke gelegenheid de volgende Sub-Commissies werden gevormd.
De voorzitter heeft voorgesteld de Sub-Commissies uit te noodigen:
* * *
De verdediging der zeekust is voor onzen nabuur in Britsch-Guyana een belangrijk vraagstuk. Met trots kunnen wij er op wijzen, dat het een Nederlander is geweest, die voor deze Engelsche kolonie veel belangrijks heeft tot stand gebracht en wiens naam bijzonder hoog daar staat aangeschreven. De waterbouwkundige Jhr. H.F.C. Hora Siccama werkte met vrucht van 1878-1882 in Britsch-Guyana als hoofdingenieur van openbare werken (Chief Engineer of Public works) op een jaarlijksche traktement van 1500 pond Sterling. Hij ontwierp en bouwde de ‘Victoria Law Courts’, Hof van Justitie in Georgetown. Belangrijke dijken kanaalwerken voerde hij uit. Onder andere bouwde hij de ‘Seawall’ de borst- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||||||
Zeemuur van Georgetown, gebouwd door den Nederl. bouwkundige Jhr. Hora Siccama.
wering van Georgetown. Met voldoening leest de Hollandsche bezoeker op een aan de seawall gemetselde steen:
Under the administration of His Excellency Lieut. Governor W.A.G. Young C.M.G. the last part of this seawall was completed April 1882. H. Siccama M. Instr. C.E. actq col n.l. Engr. Volkmar Brothers contractors. H. Forte, conductor of Earth works.Ga naar voetnoot*)
* * *
Jhr. Hora Siccama (in Britsch-Guyana steeds Baron Siccama genoemd) maakte een verslag over de zeeverdediging in 1891 over het tijdvak 1881-1901, daarop volgde het 2de verslag in 1901 van den heer Bell over de jaren 1891-1901, waarop gevolgd is een verslag van Mr. Bell in 1905 waaruit de verordening van 1906 is voortgevloeid. Van het verslag van Baron Siccama, door den voorzitter ‘bijzonder belangwekkend’ genoemd, waren nog slechts 2 afdrukken te vinden en er werd voorgesteld die te herdrukken.
* * *
In de hierboven vermelde vergadering werd er de aandacht op gevestigd, dat Holland niet het eenige land was waar het vraagstuk der kustverdediging van belang was. Aan de oostkust van Engeland in Kent, had men eveneens met vele moeilijkheden te kampen en ongetwijfeld zoude men in staat zijn een landgenoot te kunnen aanwijzen. Eveneens was aan de golf van Mexico de kustverdediging van groot belang, vooral bij Galveston. Twintig jaren geleden verzwolg een vloedgolf bijna de stad en kort geleden richtte een vloedgolf weder groote schade aan, doch de borstwering, na de vorige overstrooming gebouwd, had stand gehouden en de stad gered. Langs de kust en aan den mond van de Mississippi worden - zoo werd gezegd - al sedert een 100 jaren groote werken uitgevoerd om land te herwinnen en het zou mogelijk zijn van die zijde een Engelsch sprekende deskundige te verkrijgen. Ik weet niet of de Nederlandsche consul te Georgetown dit belangrijk onderwerp ter kennis der Nederlandsche Regeering en van Jhr. Hora Siccama heeft gebracht. In ieder geval is naar mijne meening bekendmaking in ruimer kring zeer gewenscht en ik vertrouw, dat vele Nederlandsche bladen hieraan gevolg zullen geven. Nederland, doet er uw voordeel mee! FRED. OUDSCHANS DENTZ. Paramaribo, Januari 1916.
* * * | |||||||||||||||||||||||||
Naschrift.De ‘sea defence’ commissie heeft vlug werk gedaan. Benoemd op 16 Dec. 1915 hield zij 4 vergaderingen: op 20, 22 Dec. 1915 en 10 Jan. 1916. De slotzitting voor het verslag had 17 Jan. plaats. In die vergadering waren nog de volgende heeren aanwezig om - zoo noodig - hun meening over dit onderwerp kenbaar te maken: Professor J.B. Harrison, Director of Science and Agriculture; J.B. Woolford, Town Clerk van Georgetown; L. King, Superintendent of the East Coast Sea defences; T.J. Roy, A. Fernandes, L.P. Hodge, Mearns, F.C. Bascom, R.E. Brassington and Seedorff. In de Argosy van 18 Jan. j.l. staat het geheele verslag reeds volledig opgenomen. Daarin lezen we o.a. ‘De Commissie stelt voor een som van 10.000 Dollar door het Gouvernement te bestemmen om een expert te verkrijgen (consulting Engineer) of met behulp van de Vereenigde Staten van Amerika of door oproepingen in Engeland en Holland. De voorgestelde belooning te bepalen op 1500 pond Sterling, plus 500 pond Sterling reis- en teerkosten - doch op dit punt meent de Commissie, dat er eenige elasticiteit moet bestaan om een goed ingenieur van naam te verkrijgen.’ ‘Geen tijd te verliezen met onderhandelingen om steun van het Gouvernement van de Ver. Staten. Te-Victoria Law Courts te Georgetown, gebouwd door den Ned. bouwkundige Jhr. Hora Siccama.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||||||
legrafisch informeeren of zulk een expert direct beschikbaar is.’ ‘Wanneer dit faalt, het Engelsche Gouvernement telegrafeeren om hulp van de “West India Committee” om een ingenieur te vinden.’ ‘De Amerikaansche advertenties kunnen telegrafisch geregeld worden. De secretaris van de “West-India Committee” zal ongetwijfeld den secretaris van het Instituut van “Civil Engineers” raadplegen, over de Engelsche candidaten en Baron Siccama over de candidaten van Holland.’
De Gouverneur van Britsch-Guyana schreef 19 Jan. j.l. aan den voorzitter van de Commissie, hem bedankende voor den gedanen arbeid en de ingediende voorstellen. ‘Intusschen’ - schrijft de Gouverneur - ‘is telegrafisch de voorloopige toestemming gevraagd aan den “Secretary of State” (van Engeland) om een expert uit te zoeken.’ Voortvarender kan het niet.
Nog kan worden meegedeeld, dat de kosten van het werk begroot worden op 850.000 Dollar, waarvoor een leening zal worden gesloten. |
|