Neerlandia. Jaargang 20

Van de Afdeelingen.

Amsterdam.

Voor deze Afdeeling trad in Januari op de heer Adolf F.C. Curiel, lid der Kol. Staten te Paramaribo.

Het Algem. Hbld. gaf er volgenderwijs verslag van:

‘Het is een prachtig land, een land met toekomst’, aldus begon spr, zijn korte inleiding bij de lichtbeelden van de kolonie Suriname. De waarheid dezer woorden, ze is tot allen doorgedrongen, die in Odéon als gasten van de Afdeeling Amsterdam van 't A.N.V. de zonbelichte landschappen, de tuinen met hun weelderigen plantengroei, de idyllisch gelegen plantages op het witte doek aanschouwden...

Een denkbeeldige wandeling door de straten van Paramaribo gaf den heer Curiel gelegenheid den aanwezigen de keurig onderhouden regeeringsgebouwen, de ruime burgerbehuizingen, de uitgestrekte kazerne en méér nog te toonen, dat den trots der Nederlandsche kolonie uitmaakt; maar óók gaf ze hem gelegenheid er op te wijzen hoe groote behoefte er in de kolonie bestaat aan een landbouw-credietbank, door welker steun de vruchtbare bodem veel meer dan thans het geval is productief gemaakt kan worden.

En voorts sprak de heer Curiel over de ramp die de kolonie trof, toen ten gevolge van de Panamaziekte 3000 baccovenakkers verloren gingen, van de krulootenziekte, waardoor de cacao-oogst, welke in 1901 3½ millioen K.G. bedroeg, enkele jaren geleden tot 80.000 K.G. werd teruggebracht.

Dank zij het krachtig optreden der Regeering werd sindsdien véél gedaan om het voortwoekeren van het kwaad te stuiten, zoodat de opbiengst in het afgeloopen jaar reeds weder tot 2½ millioen K.G. gestegen was.

Naast de cacaocultuur werden de koffie- en rubberproductie ‘in woord en beeld gebracht’, een en ander om te bewijzen, dat in de meest Nederlandsche kolonie, zooals de heer Curiel zijn geboorteland

[p. 61]

noemde, Nederlandsch kapitaal en goede, beproefde Nederlandsche werkkrachten een uitgebreid, winstgevend arbeidsveld te hunner beschikking hebben.

Voor slachtoffers van den watersnood heeft deze Afdeeling de volgende bijdragen ontvangen:

Afdeelingskas f 50.-; Mr. A.H.v.B. f 25.-; W.F.K.R. f 25.-; Prof. Dr. J. te W. f 20.-; B.J.K. f 10.-; Prof. H.J.D.B. f 10.-; G.A.L. f 10.-; Ad. F.C.C. f 10.-; Dr. L.H. f 10.-; H.R.d.M. f 10.-; Baby f 10.-; W.C.T. f 10.-; A.G.L. f 10.-; Ed. K. f 10.-; W.G.H.v.E. f 10.-; J.H.M. f 7.50; J.D. f 5.-; R.K. f 5.-; C.E. f 5.-; J.W.B. f 5.-; Dr. C.F.H. f 5.-; Dr. A.Z. f 5.-; Mr. C.G.V. f 3.-; A.F.O. f 3.-; M.J.K. f 2.50; H.F.K. f 2.50; C.B. f 2.50; J.F.d.R. f 2.50; J.H. f 2.50; A.J.P. f 2.50; H.D. f 2.50; Mr. J.L.M.E. f 2 50; F.v.S. f 2.50; J.P.v.M. f 2.50; E.C. f 2.50; S.v.L. f 2.50; C.E.v.O. f 1.50; H.H.d.H. f 1.50; J.L. f 1.50; G.R.G.G. f 1.-; N.H.W. f 1.-; A.J. f 1.-; J.L.O. f 1.-, tezamen f 312.-.

's-Gravenhage (Jongel.-Afd.).

Zaterdag 13 Febr. hield deze Afdeeling haar jaarvergadering.

Na het voorlezen van de notulen werd op voorstel van den voorzitter, den heer C.A. Takken, wegens zijn buitengewone verdiensten tot eere-lid benoemd.

Hierop volgde 't jaarverslag, dat over 't algemeen gunstig kon worden genoemd, en de rekening en verantwoording Het jaar 1915 sloot met een batig saldo van ruim f 36.-.

Uit de leden werd een kas-kommissie benoemd, om de rekeningen na te zien.

Vervolgens kwam de bestuursverkiezing aan de orde. Van de 3 aftredende leden stelden 2 zich herkiesbaar; zij werden herkozen. Voor de derde open plaats zal in Maart een verkiezing plaats hebben. Mej. J. van Emden, onze schrijfster, trad als zoodanig af, maar bleef nog wel in het bestuur, zoodat dit thans als volgt is samengesteld:

A.P. van Schilfgaarde, voorzitter; Chr. C. van der Vlis, onder-voorzitter; mej. H.P. van Nieuwenburg, De Ruijterstraat 34 schrijfster; mej. L. van Dissel, penningmeesteres; mej. J van Emden, A. Hofland.

Op voorstel van den voorzitter werd besloten uit de kas een bijdrage van f 10.- voor den Nederlandschen en van f 5.- voor den Indischen watersnood te geven.

Daarna vertoonde de heer C.A. Takken een reeks lichtbeelden over: ‘Het Algem. Nederl. Verbond en de Groot-Nederlandsche Beweging’.

Rotterdam (Jongel.-Afd.).

In de maand Januari hebben belangrijke bijeenkomsten plaats gehad. In de eerste plaats zij genoemd de zeer belangwekkende serie lezingen over ‘De Islam’, spreker de heer F.H. Hermans, Oost-Indisch ambtenaar, gehouden op 17, 20, 24 en 31 Januari. Met groote aandacht hebben de aanwezigen (helaas maar een dertigtal) de gevoelvolle en leerrijke voordracht van den spreker gevolgd en de belangrijke fotografieën en de koran bezichtigd. Wel jammer, dat de belangstelling der leden en ook der Burger-Afdeeling niet grooter was.

Den 29 Jan. had de jaarvergadering plaats, welke een regelmatig verloop had. De jaarverslagen van secretaris en penningmeester werden goedgekeurd. Eenige financieële vraagpunten deden zich voor naar aanleiding van de verslagen van commissies.

Twee onzer zeer verdienstelijke leden traden af: mej. Roodenburg, die gedurende vele jaren in het bestuur zitting had en de penningskens steeds in orde hield en de heer C. Borstlap, die langen tijd zijn beste krachten aan het A.N.V. wijdde. Hun werkzaamheid zij hier hulde gebracht.

Het bestuur is nu als voigt samengesteld:

P.v.d. Ende, voorzitter; C.P. van Beest, 2de voorzitter; J. Roodenburg, 1ste secretaris; mej. B. Kraayeveld, 2de secretares; W. Beyderwellen, 1ste penningmeester; R.v. Yperen, 2de penningmeester; B.D. Kapteyn, archivaris.

Utrecht (Stud.-Afd.).

De propaganda-avond in het vorig nummer aangekondigd, is uitmuntend geslaagd. De zaal was geheel gevuld, de stemming geestdriftig; de beide sprekers, de heeren Prof. Bodenstein en Dr. De Clercq, werden herhaaldelijk toegejuicht. Coers' Liederkoor verleende zijn medewerking.