aan de zeeën wel zoo goed tegen watersnood beschermd, als wij gewoon zijn aan te nemen en het buitenland steeds in ons prijst? Tegen niet al te zware stormen, tegen niet al te hoog water zijn wij zeker beveiligd. Dat is gebleken. Maar als verschillende ongunstige omstandigheden samenwerken, als de wind zeer krachtig uit een kwaden hoek waait en dan naar een nog kwader omslaat, en als de zee heel hoog is, dan houden de dijken het niet. Dat is nu gebleken, en niet voor de eerste maal. Niet op één, maar op verschillende plaatsen was de waterkeering onvoldoende.
Moet dat nu niet veranderen? Dat kost natuurlijk millioenen, en een arbeid van vele jaren. Maar dat mag geen bezwaar zijn. Technisch zijn wij nu ook al weer zooveel verder dan de voorgeslachten, dat er wel middelen zijn om de dijken tegen een zoo zwaren storm en een zoo hoogen was van het water als we nu hebben gehad, bestand te maken. En tegen nog zwaarder storm en nog hooger waterstand ook. Ons dunkt, dat dit een spoedzaak is, die Regeering en Staten-Generaal met de voortvarendheid die hen in den aanvang van den oorlog heeft gekenmerkt, dienen aan te pakken en door te zetten. Dit is onze oorlog. Wij moeten er goed op gewapend zijn. en dat blijkt niet het geval te zijn.
Misschien is één middel om herhaling te voorkomen: een snel begin gemaakt met de uitvoering van het plan tot drooglegging van de Zuiderzee; en dan met dijken die zoo noodig sterker en hooger zijn dan eerst was ontworpen. Het zou althans één goed gevolg van dezen schrikkelijken watersnood zijn, als er nu eindelijk met dat plan haast werd gemaakt. Het is een pijnlijke gedachte, die mr. G. Vissering bij ons heeft gewekt: met te zeggen dat de schade, die de overstrooming heeft veroorzaakt, al meer bedraagt dan de drooglegging van de Zuiderzee kost.
Maar als het gevaar aan die kusten is bezworen, zijn wij er nog niet. Zijn duinen en dijken overal sterk genoeg tegen het geweld van de Noordzee? Wij weten het niet. Wel weten wij, dat lang niet overal de rivierdijken voldoende zijn. Moge de indruk van den grooten watersnood dien wij beleven niet voorbijgaan en de zaken, behalve een verbetering hier en daar, niet bij het oude blijven!
* * *
Nederlanders in het buitenland, gedenkt de slachtoffers van den watersnood.
Het Algem. Nederl. Verbond, Wijnstraat 81, Dordrecht, neemt gaarne bijdragen in ontvangst.