Nederland
Antwoord van het Hoofdbestuur op de motie der laatste Alg. Verg. van Groep Nederland.
Dordrecht, 9 Dec. 1915.
Aan
het Bestuur van Groep Nederland van het
Algemeen Nederlandsch Verbond.
Op de Algemeene Vergadering van Groep Nederland, in de maand Maart van dit jaar gehouden, werd eene motie aangenomen van de Afdeeling Amsterdam, luidende:
‘De Afdeeling Amsterdam, vertrouwen stellende in het Hoofdbestuur, dringt er op aan, dat door het Hoofdbestuur krachtiger voor de stambelangen zal worden opgetreden, dan in de laatste jaren is geschied.’
In de Hoofdbestuursvergadering van 4 Sept. werd deze motie ter kennis van de aanwezigen gebracht. Daar geen antwoord was verzocht, meende de Vergadering na kennisneming tot de orde van den dag te kunnen overgaan.
Nu echter gebleken is, dat de Afdeeling Amsterdam op een antwoord prijs stelt, heeft het Hoofdbestuur in zijn laatste vergadering de motie opnieuw ter sprake gebracht.
Bij die gelegenheid werd er aan herinnerd, dat het Hoofdbestuur door Uw bemiddeling aan de Algemeene Vergadering van Groep Nederland de gelegenheid heeft geboden door het instellen van een Commissie van Onderzoek te doen uitmaken, in welke gevallen dat Bestuur te kort zou zijn geschoten in zijn plicht, of dien geheel zou hebben verzuimd.
De Algemeene Vergadering heeft echter gemeend niet tot het instellen van zulk een Commissie te moeten overgaan. Waar verder noch in de motie zelve, noch in de daarop gegeven toelichting, bepaalde feiten zijn genoemd, of op duidelijke wijze is gezegd, in welke richting het Hoofdbestuur krachtiger zou moeten optreden, meent dat Bestuur in de motie bezwaarlijk iets anders te kunnen zien dan een aansporing in algemeenen zin om de taak, die het volgens de Statuten heeft te vervullen, zoo goed mogelijk te behartigen.
Het Hoofdbestuur kan daartegenover de verzekering stellen, dat het naar beste weten en krachten de belangen, welke het zijn toevertrouwd, zal blijven voorstaan. Daarbij mag echter niet uit het oog worden verloren, dat het Hoofdbestuur steeds rekening zal hebben te houden met de belangen van het Verbond als een eenheid en dientengevolge in vele gevallen zich zal moeten onthouden van het partij kiezen voor een bepaalde richting.
Wanneer de Afdeelingen van Groep Nederland voortaan meer haar kracht zullen zoeken in het bevorderen der belangen van het Algem. Nederl. Verbond binnen haar eigen gebied, dan in kritiek op het Hoofdbestuur, zal daarbij stellig op de medewerking van het Hoofdbestuur, in de gevallen waar dit noodig mocht zijn, kunnen worden gerekend. Ook en vooral op die wijze zal het Algem. Nederl. Verbond vruchtbaren arbeid kunnen verrichten.
Hoogachtend,
Namens het Hoofdbestuur:
N.J. ROELFSEMA,
Algemeen Secretaris-Penningmeester.