Neerlandia. Jaargang 19

Beknopt verslag der Hoofdbestuursvergadering van 4 Sept. te Dordrecht.

(Slot).

Punt V. Zelfstandige Afdeelingen.

Van de Afdeeling Berlijn is bericht ingekomen, dat zij haar naam ‘Hollandsch Gezelschap’ veranderd heeft in ‘Nederlandsche Vereeniging’. De naam Gezelschap bleek op den duur den Duitschers een verkeerd denkbeeld te geven van het doel. (Men zie hierover ook het Sept.-nr. onder Buitenland, bladzijde 214).

Punt VI. Zuid-Afrika.

De voorzitter deelt mede, dat er van den heer Van Oostrum te Pretoria en Prof. Van Braam te Stellenbosch aanvragen zijn ingekomen om boeken. Deze worden behandeld in overleg met de Boeken Commissie.

Punt VII. Neerlandia.

Protesten tegen het weglaten der motie Tak Lier.

Opgemerkt wordt, dat deze alleen zijn gekomen uit Utrecht, dat Tak Lier buiten haar bevoegdheid ging met het openbaar maken van een motie, zonder daarin het Groepsbestuur te hebben gekend en dat de motie zelfs niet aan de Redactie van Neerlandia werd gezonden.

De vergadering keurt de niet-opneming goed.

Protest tegen het verschijnen van het Zuiderzeenummer.

De voorzitter deelt mede, dat er twee protesten zijn, een van de heeren Dr. Schepers en Jonges, en een naar aanleiding hiervan van het bestuur der Afd. Haarlem. Men heeft niets tegen het Zuiderzee-nummer, maar wel tegen het verschijnen in dezen tijd, waar andere vragen van stambelang op den voorgrond dringen.

Naast de protesten zijn verscheiden huldebetuigingen ingekomen over het Zuiderzee-nummer, o.a. van de secretarissen der Afdeelingen Amsterdam en 's-Gravenhage. Spr. noemt de Haarlemsche aantijging, dat de Redactie uit vrees om haar meening over stambelangen te zeggen, zich verschuilt achter een Zuiderzee-nummer, onverdiend. Reeds lang was zij in onderhandeling met den heer Beekman. Uitgave was de Redactie tegenover den schrijver verplicht. Daar door uitstedigheid de geregelde behandeling van Neerlandia werd belemmerd, was het Zuiderzee-nummer ook om vacantie-redenen midden in den zomer, zeer welkom.

Dit onderwerp geeft den spr. aanleiding nog eens uitvoerig uiteen te zetten, welke moeilijkheden men ondervindt, indien men zich, bewust van den plicht om in Neerlandia de objectiviteit te bewaren, tegenwoordig ook maar even beweegt op het gebied der ‘op den voorgrond dringende’ strijdvragen.

Punt VIII. Vertegenwoordigers.

1. Buenos Aires.

Mr. Van der Ham neemt zijn benoeming tot vertegenwoordiger aan. Hij behartigt onze belangen met groote toewijding.

2. Chinde. (Port. Oost-Afrika).

De heer L. de Waal, oud-vertegenwoordiger voor Brazilië, biedt zich als vertegenwoordiger voor genoemde plaats aan.

De heer L. de Waal wordt benoemd.

3. Davos-Platz.

Dr. Van Voornveld neemt zijn herbenoeming niet aan. De heer Plantenga, consul, neemt het vertegenwoordigerschap weer tijdelijk op zich.

4. Galle (Ceylon).

De heer Mr. C.E. de Vos meent zijn benoeming niet te moeten aannemen, raadt aan een vertegenwoordiger te Colombo te benoemen.

[p. 244]

Het Dagel. Bestuur zal naar een geschikt persoon uitzien.

5. Lourenço Marques.

De heer J.H. Wolthers is van daar vertrokken en bedankt dientengevolge als vertegenwoordiger.

Den heer Wolthers zal een dankbetuiging worden gezonden voor bewezen diensten.

6. Luxor (Egypte).

De heer Insinger betuigt zijn volle instemming met de gevolgde gedragslijn in dezen moeilijken tijd door het Hoofdbestuur.

7. Mexico.

Schrijven van den heer K. Ansoul. (Behandeld in het Sept.-nr. van Neerlandia).

Punt IX. Mededeelingen en ingekomen stukken.

1. Schrijven van Groep Nederland met motie van de Afdeeling Amsterdam.

De vergadering neemt deze voor kennisgeving aan

2. Schrijven der Nederl. Vereeniging Landverhuizing.

Zij is toegetreden als lid en beveelt zich voor samenwerking aan.

3. Gift van f 20.- van den heer J.v.d.W. te Parijs.

Aan den schenker is dank betuigd namens het Hoofdbestuur.

4. Huldebetuiging van Dr. Gunzburg uit Londen over het werken van het Verbond voor soldaten en vluchtelingen.

5. Vraag om inlichting van den heer Ter Braake te München over Nederlandsch onderwijs te geven in zijn omgeving. - Inlichtingen zijn verstrekt.

6. Schrijven van den heer R. Michiels, Marseille, met vraag om bewijzen dat het Nederlandsch tegen invloed der Duitsche taal strijdt.

Inlichtingen zijn gegeven.

7. Schrijven van den heer Schuurman, vice-consul der Nederlanden te Nieuw-York, met vraag om inlichtingen over Nederlandsche inrichtingen op allerlei gebied in de Vereenigde Staten.

Inlichtingen zijn gegeven.

8. Vraag van den heer Risseeuw, 's-Gravenhage, omtrent het Holl. kerkelijk leven in N.-Amerika.

Inlichtingen zijn gegeven.

9. Schrijven van de Vereeniging het Nederlandsche Lied te Utrecht met verzoek om verhooging van subsidie.

Hoewel de vergadering sympathie gevoelt voor het streven der Vereeniging, meent zij nochtans om redenen van geldelijken aard althans voorloopig afwijzend op het verzoek te moeten beschikken.

Het punt medewerking der Afdeelingen is aan Groep Nederland overgedragen, terwijl voor de verspreiding der Liederboeken van Groot-Nederland met de Boeken-Commissie overleg zal worden gepleegd.

10. Adres door het Dagel. Bestuur gezonden aan den Minister van Buitenlandsche Zaken om het verzoek van Nederlanders te Barquisimeto te steunen tot het aanstellen van een Nederlandschen vice-consul.

Ons adres werd door Prof. Boeke op het Ministerie overhandigd.

Van den Minister werd de mededeeling ontvangen, dat de aangelegenheid in zake de oprichting van een vice-consulaat te Barquisimeto in Mei l.l. in handen is gesteld van den Duitschen Gezant te Caracas, belast met de waarneming der Nederlandsche belangen in Venezuela, wiens advies wordt ingewacht^*).

Bij rondvraag brengen de Vlaamsche afgevaardigden den voorzitter dank voor zijn belangrijk Rapport in zake het onderzoek naar de eerbiediging der Nederlandsche taal in de Interneeringskampen en doen een beroep op het Hoofdbestuur om de Vlaamsche Takken, die in deze tijden geen inkomen hebben, te steunen, ten einde den komenden winter zooveel mogelijk hun werkzaamheden te kunnen voortzetten.

Besloten wordt 750 francs voor genoemd doel toe te staan.

*) Van den Minister is inmiddels bericht ingekomen, dat in beginsel tot het instellen van een Nederlansch vice-consulaat te Barquisimeto is besloten.