Voornamelijk de eerste helft van 1914 is op die vermeerdering van invloed geweest. Er bestonden toen nog normale toestanden en er was alle grond om te verwachten, dat de vooruitgang van den Nederlandsch-Zuid-Afrikaanschen handel zich gedurende het geheele jaar zou handhaven.
Met het uitbreken van den oorlog kwam er echter verandering in de vooruitzichten.
Zoo niet terstond, dan toch betrekkelijk spoedig begon Zuid-Afrika de gevolgen te ondervinden. Door het uit de vaart raken van meer dan een stoomvaartlijn; door de verbodsbepalingen, in verschillende landen uitgevaardigd tegen den uitvoer van zekere artikelen; door de belemmeringen, welke het credietwezen ondervond, en door vele andere oorzaken krompen de aanvoeren in de Unie aanmerkelijk in. Daarbij leed het binnenlandsch verkeer een tijd lang onder de onrust, welke het gevolg was van den opstand, die uitbrak.
Wat Nederland betreft, werd sinds het begin van Augustus 1914 bij verschillende Koninklijke Besluiten de uitvoer van een groot aantal artikelen verboden.
Het is duidelijk, dat tengevolge van die verbodsbepalingen een geheele reeks van artikelen, welke vóór den oorlog een min of meer belangrijke rol gespeeld hadden in het handelsverkeer tusschen Nederland en Zuid-Afrika, thans aan dat verkeer ontvielen.
Daartegenover staat, dat er voor Nederland gelegenheid kwam zich op den uitvoer van een aantal artikelen te gaan toeleggen, waarvan tot dusver de Zuid-Afrikaansche markt meer bepaaldelijk voorzien was door andere landen, welke nu echter door den oorlogstoestand niet meer tot levering in staat waren.
In de tweede helft van 1914 heeft het bestuur er dan ook in het bijzonder werk van gemaakt belanghebbenden in Nederland bekend te maken met verscheidene van laatst bedoelde artikelen. Hun werden monsters gezonden en daarbij de noodige bijzonderheden verstrekt, opdat zij zich vertrouwd zouden kunnen maken met den aard van het fabrikaat en de gestelde eischen ter zake van verpakking, enz.
Verscheidene in Zuid-Afrika gevestigde firma's verzochten haar met Nederlandsche fabrieken in verbinding te brengen. De Kamer spande haar uiterste krachten in om zooveel mogelijk het terrein voor toenadering van voortbrenger in Nederland en invoerder in Zuid-Afrika te effenen.
Wanneer eenmaal de vrede tot stand gekomen zal zijn, zal Nederland zich in een bij uitstek gunstigen toestand bevinden om ten spoedigste te voldoen aan de vraag naar verscheidene artikelen, welke, ofschoon er vóór den oorlog een belangrijke afzet voor was in Zuid-Afrika, tijdens den oorlog niet of slechts op gebrekkige wijze aangevoerd konden worden. Men geve er zich ten onzent terdege rekenschap van, dat de buitenlandsche concurrenten, voor zoover zij zich kunnen verheugen in dezelfde gunstige voorwaarden als Nederland, eveneens waakzaam blijven om hun voordeel te doen met de gewijzigde verhoudingen op het Zuid-Afrikaansche afzetgebied.
Het is wenschelijk, dat men zich in Nederland reeds nu voorbereidt. De Kamer zal zooals gewoonlijk alle mogelijke medewerking verleenen, ook tot het aanstellen van vertegenwoordigers.
De ondervinding leert, dat het dikwijls eene langdurige briefwisseling vereischt, alvorens fabrikant en vertegenwoordiger elkaar voldoende verstaan en alles ten opzichte van het agentschap zoodanig geregeld is, dat de laatste met vrucht zijne werkzaamheden kan aanvangen. Met zulk voorbereidend werk nu mag niet getalmd worden.
De landen, welke onder den oorlogstoestand van die mededinging geheel uitgesloten zijn, zijn Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en Turkije. De Unie van Zuid-Afrika, als deel van het Britsche Rijk, is gesloten voor den invoer van handelswaren uit genoemde landen. Zij heeft echter die handelswaren, welke tot eene waarde van ongeveer £ 4.000.000 per jaar ingevoerd werden, noodig om in hare behoeften te voorzien en moet ze dus vervangen, d.w.z. uit andere landen betrekken.
In hoofdzaak geldt het hier de volgende artikelen: cichorei, rijst, palmpittenolie, stijfsel, klontjessuiker, likeuren, suikerwerk, cacao, katoenen garens, superphosphaat, beendermeel, eau-de-cologne, steenkoolteer, zaden, dekens, gemaakte kleederen, poetskatoen, onderkleeren, katoentjes, kousen en sokken, tabak, dadels, vijgen, heerenhoeden, schoenen, zadels en tuigen, koffers, rubber- en caoutchouc-artikelen, kwasten, borstelwerk, bezems, haarborstels, vaten en duigen, meubelen, houtwaren, speelgoed, celluloid-artikelen, pakpapier, vloeipapier, schrijfpapier, papieren zakken, tapijten, schoolschriften, kantoorbehoeften, kleurendrukprenten, asbest-platen, aardewerk en porselein, glaswerk, draadnagels, flesschencapsules, gloeilampen, aluminium, geëmailleerde ijzerwaren, klokken, automobielen en onderdeelen, rijwielen en onderdeelen, banden, manufacturen, machinerieën, omheiningsmateriaal, artikelen op electriciteitsgebied, verschillende chemicaliën, muziekinstrumenten, enz.
Over de monsterkamer, aan wier oprichting het A.N.V. mee steun heeft verleend, wordt o.m. het volgende meegedeeld: Zij ondervindt eene toenemende belangstelling van de zijde van den handel en het publiek.
Het aantal bezoekers nam aanzienlijk toe. Niet alleen inwoners van Johannesburg, maar ook tal van belanghebbenden en belangstellenden uit andere plaatsen in Zuid-Afrika en verscheidene bezoekers van overzee hadden wij te woord te staan en in de lokalen rond te leiden.
Bij nagenoeg al die bezoeken was het duidelijk merkbaar, dat de verschillende producten van de Nederlandsche nijverheid, zoo aantrekkelijk mogelijk uitgestald, een goeden indruk maakten. Verscheidene bezoekers toonden zich verrast door de veelzijdigheid van die nijverheid en vroegen uitvoerige inlichtingen betreffende de tentoongestelde artikelen. Die inlichtingen verstrekkende, vonden wij in den regel gelegenheid te wijzen op de groote beteekenis van den Nederlandschen uitvoerhandel en op het feit, dat de artikelen van Nederlandsche voortbrenging steeds meer gezocht worden op de wereldmarkt.