moest iets komen. Onder de voornaamste biezonderheden, wil ik slechts in het geheugen roepen, de lezing van Prof. Dr. le Roux, van Pretoria, de muziek- en zangavond ter bevordering van het Hollandse lied, met medewerking van mevr. Tilanus van Griethuizen, de overkomst van de heer Bosch, Friesvee-ekspert en zijn toespraken op de landbouwtentoonstelling, hier, de lezing van de heer Jan Celliers uit Pretoria over Afrikaanse kunst, de lezng van Dr. Brey uit Pretoria over zijn ekspeditie naar Mapoetaland.
Duidelik blijkt uit dit alles, dat van elk middel, dat kon dienen om het doel onzer vereniging - ‘de Taal’ - te bevorderen werd gebruikt gemaakt. En... toen in het begin van Augustus 1914 de binnen- en buitenlandse toestanden ons noodzaakten te gaan stilliggen, zelfs toen stonden er nog meerdere lezingen op het programma. We moesteu die evenwel en helaas afzeggen...
Sedert dien tijd heeft het bestuur 'n gedwongen rust genomen, totdat weer voor het eerst de vorige week 'n vergadering werd gehouden. O.a. werd toen besloten 'n ledenvergadering bijeen te roepen, om uit te vinden, hoe de leden denken over een, zij het ook, geleidelike hervatting der werkzaamheden.
Hoe het ook zij, het is nu meer dan 8 jaar geleden, dat deze Afdeling van het Algem. Nederlands Verbond werd opgericht, zij is nog steeds van jaar tot jaar voorui gegaan, en ook, wanneer de samenwerking der leden blijft zo als in het verleden was, dan kunnen wij niet anders dan met vertrouwen de toekomst tegemoet gaan.
Op de vergadering van het Algem. Nederlands Verbond, welke Dinsdagavond werd gehouden, bleek voor de zoveelste maal weer eens duidelik hoe de Potchefstroomse Afrikaners en Hollanders gehecht zijn aan het Verbond. In vrij ruime mate was aan de roepstem van het bestuur gehoor gegeven en uit de opgewekte geest onder de aanwezigen bleek onmiddellik, dat allen er volkomen van overtuigd waren, dat het nu nodig tijd werd, dat het A.N.V. weer iets van zich ging laten horen. Uit de gevoerde toespraken bleek, dat de leden, met het oog op de tijdsomstandigheden, wensen, dat er dit jaar door het Verbond degelik en prakties werk moet worden gedaan. O.a. werd er gewezen op de nog steeds voortdurende en voortgezette bespottelike houding van zovele Afrikaners, die op publieke vergaderingen, zoals in de Stadsraad en schoolraden, zich liever var de hun vreemde Engelse, dan van hun moedertaal, de Afrikaanse taal bedienen. Voor de zoveelste maal zal getracht worden, die mensen van hun kinderachtige houding te overtuigen, zoveel te kinderachtiger, daar dit plaats vindt in 'n Afrikaner dorp met 'n overgrote meerderheid Afrikaner bevolking.
Verder werd aangedrongen op meerdere aandacht en steun voor Hollands-Afrikaans kultuur en kunst en te dien einde moeten Afrikaanse en Hollandse bezigheden en ondernemingen worden gesteund en geholpen waar dit mogelik is. Ook deze kant uit moet weer meerdere samenwerking komen.
Ook de Stadsbibliotheek kwam ter sprake en er werd gewezen op het kleine aantal Hollandse en Afrikaanse boeken die daar zijn, in verhouding tot het overgrote aantal Engelse boeken. Geen wonder, dat nog steeds de overgrote meerderheid onzer Afrikaanse bevolking hun handen uitstrekken naar Engelse novels, als hun keuze onder goede Hollandse boeken zo klein en gering is.
Uit de paar hier in het kort aangehaalde toespraken blijkt wel de geest die de leden van het A.N.V. tans bezielt en wel mocht de voorzitter aan het eind der vergadering de wens uitspreken en hoop tevens op algemeene samenwerking.
Tot nieuwe bestuursleden werden gekozen, de heren:
Ds. W.J. de Klerk, voorzitter; |
H. Altmann, vice-voorzitter; |
G. Siemelink, sekretaris; |
J.M. Pons, penningmeester; |
J.H. Malan. |