Neerlandia. Jaargang 19

Van de Afdeelingen.

Nieuwe Vlaamsche Tak.

In navolging van den Vlaamschen Tak te Harderwijk is te Amersfoort onder de Vlaamsche studenten een Tak van het A.N.V. opgericht.

Het bestuur bestaat uit de heeren Dr. H. Dubois, voorzitter; E. Smets, secretaris; Dr. Fr. Sterkens, bibliothecaris.

Apeldoorn.

Deze Afdeeling heeft voor de militairen een paar welgeslaagde Nederlandsche en Vlaamsche liederavonden gegeven, met welwillende medewerking van een Dameskoor, onder leiding van mej. Johanna Veth, en enkele solisten.

Dordrecht.

Het bestuur dezer Afdeeling is dezen zomer ijverig in de weer om den volkszang te helpen verbeteren.

Het gaat daarbij uit van de stelling, dat men het volk niet tot zich moet laten komen, maar zelf tot het volk moet gaan met goede, eenvoudige, begrijpelijke volksliedjes en pakkende frissche wijsjes.

Deze pogingen, welke reeds met goeden uitslag bekroond worden, zijn het best te vergelijken met die der ‘Straatzangers’ van de Afdeeling Leeuwarden, maar toch wordt hier een eigen manier gevolgd, die andere Afdeelingen ten voorbeeld kan zijn.

Een met zorg uitgekozen liedje wordt eerst door een fanfarecorps op de volksconcerten voor en na de pauze voorgespeeld om er de wijs in te krijgen. Het publiek is vooruit ingelicht dat het er om te doen is de melodie te leeren. Bij een volgend concert wordt het lied door een zangvereeniging voorgezongen, ook een paar malen. Bij het derde concert komt het publiek zelf aan de beurt en mede door kwistige uitdeeling van den tekst onder de schare luisterenden, worden deze zelf tot uitvoerders bevorderd. Zangers tusschen hen verspreid, steunen den samenzang.

Gevolg: Men kent en zingt zoo'n Nederl. volkslied in korten tijd door heel de stad.

Moge de platte straatdeunen er door verdrongen worden.

Vlaamsche Tak Harderwijk.

De secretaris, de heer F. van Amerom, schrijft d.d. 13 Juli:

Onze Tak, die den 1sten Maart j.l. gesticht werd getuigt thans van krachtig leven. Trots de vele moeilijkheden die we in den beginne te overwinnen hadden, tellen we thans reeds ruim 50 leden, die trouw de veertiendaagsche vergaderingen bijwonen, waar gesproken wordt over allerlei vragen van Groot-Nederlandsch belang.

Reeds werd de werking van den Tak naar verschillende richtingen uitgebreid en 3 commissies werden in het leven geroepen.

1. Liederavonden voor het Volk: Alle weken worden met steeds stijgend succes liederavon-

[p. 172]

den ingericht; steeds worden over de 400 zangers geteld.

2. Volksvoordrachten: Des Zaterdags om de veertien dagen houdt een der leden van het Verbond een voordracht over het een of ander wetenschappelijk of meer letterkundig onderwerp.

Dr. P. de Keyser sprak over de ‘Geschiedenis van het Oud-Nederlandsche Lied’; de heer Henri Picard hield eene voordracht over ‘Het Vlaamsche Woord als Middel tot Opwekking en Beschaving’.

Steeds is de zaal, die toch over de 500 menschen kan bevatten, te klein, wat wel bewijst, dat de Vlamingen niet beter vragen dan zich te kunnen ontwikkelen.

3. Werk der Vlaamsche Krant. Een derde sub-commissie heeft tot taak, zooveel mogelijk alle Nederlandsche kranten binnen en buiten het kamp te verzamelen, welke dan aan de Vlamingen in het Belgische leger in Frankrijk gezonden worden. De sub-commissie neemt ook adressen op van familieleden of vrienden van geïnterneerden in het Belgische leger, die men gaarne dagbladen zou doen toekomen.

Om te eindigen zij hier nog vermeld, dat Zondagmorgen j.l. ter herdenking van den Guldensporenslag een buitengewone vergadering plaats gehad heeft, terwijl 's avonds het Vlaamsche Koor op het Kiosk in het Kamp eenige Vlaamsche liederen ten gehoore bracht. Zoo werd deze dag, zonder officieel feestvertoon, toch op stille wijze herdacht door de hier geïnterneerde Vlamingen.

Utrecht (Jongel.-Afd.).

Het bestuur dezer Afdeeling is aldus samengesteld: J.H.v. Maarsseveen, voorzitter; G.W. Bannier, tweede voorzitter; mej. J.A. Scholten, eerste secretares, Timorkade; mej. A.J.C.P. Ramkema, tweede secretares; L.D.B. Brand, penningmeester; A.J. Boekelman en mej. J. de Kempenaer, bestuursleden.

Zaanstreek.

De Vlaamsche vluchtelingen, die onder de bescherming staan van de Afdeeling Zaanstreek van het A.N.V. schijnen de leuze te huldigen, dat nietsdoen uit den booze is en hebben in de acht maanden van hun Zaandamsch verblijf reeds menig bewijs geleverd van hun ijver en hun handigheid.

Door het Comité voorzien van eenig eenvoudig gereedschap, vervaardigden zij in korten tijd een tweehonderdtal aardige en practische huisvlijtvoorwerpen, waarvan een tentoonstelling werd gehouden, en die later verloot werden ten bate van het Plaatselijk Steun-Comité.

Spoedig daarop hadden zij een aantal mooie groote sjoelbakken gemaakt, ter verzending aan de Hollandsche soldaten aan de grenzen, de bewakingstroepen der interneeringskampen en het vluchtoord te Ede. De vorige maand kwam wederom een fraaie verzameling voorwerpen van allerlei aard gereed, grooter, mooier en weer fijner afgewerkt dan de vorige; zij is ter beschikking van het Comité gesteld voor een tweede verloting.

Om zulk een ijver te beloonen stond het Comité den vluchtelingen toe voor zich zelf koffers te vervaardigen, voor elke familie één met ijzeren handvatten en goed slot.

Dàt viel in den smaak! Zoowel bij de vervaardigers als bij hunne vrouwen, voor wie zoo'n eigen koffer een welkom bezit was.

Reeds is men weer bezig met nieuwe plannen uit te werken, om aan den werklust van deze flinke Vlamingen te voldoen.

Wageningen (Stud.-Afd.).

Het bestuur dezer Afdeeling is op de laatste Algem. Vergadering als volgt samengesteld:

N.J. Peereboom, voorzitter; M A.F. Dijkmans, schrijver, Lawicksche Allee C 100; M.W. Meindersma, penningmeester.