H.W. Mesdag †.
(1831-1915).
Aan de Nederlandsche schilderswereld is wederom een groote figuur ontvallen, een dergenen die hun land door hun groote gaven van geest en hart tot onvergankelijke eere zijn.
Wat had hij haar lief de Noordzee in haar wisselende schoonheid en zijn land welks roem en welvaart onafscheidelijk aan die zee verbonden zijn. De zee in blanken morgennevel of rossen avondgloed, in kalme wiegeling of wilde woeling, levendig gestoffeerd met de Scheveningsche visscherspinken of eenzaam in haar oneindigheid, zoo heeft hij ze jaar in jaar uit bespied en afgebeeld. Zijn zeestukken sieren vele binnen- en buitenlandsche musea en houden mee de eer op der beroemde Haagsche School.
Naast zijn scheppingen, naast het Panorama Mesdag, naast zijn leiding van het Genootschap Pulchri, waardoor hij menig minderbevoorrecht kunstbroeder tot grooten steun is geweest, heeft hij zich door de koninklijke schenking aan den Nederlandschen Staat: het Museum-Mesdag te 's-Gravenhage, een monument gesticht, waarop Nederland trotsch is als op de kostbare nalatenschap van een zijner beste zonen.