Neerlandia. Jaargang 19
(1915)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdCommissie tot bevordering van het gebruik van zuiver Nederlandsch.Weest Nederlanders, ook in Uw taal!
De Commissie strijdt niet tegen het gebruik van vreemde woorden en uitdrukkingen, die niet of moeilijk vertaald kunnen worden;
strijdt niet tegen het juist en verplichte gebruik van vreemde talen;
maar
wekt elken Nederlander op tot het gebruik van Nederlandsche woorden en uitdrukkingen, die in den regel even goed zijn als de vreemde, waaraan men uit achteloosheid of gemakzucht is gewoon geraakt;
wekt elken Nederlander op, om in brieven, aankondigingen, rekeningen, winkelopschriften enz. de voorkeur te geven aan het Nederlandsch.
| ||||||
Brievenbus.De Commissie ontvangt gaarne mededeelingen omtrent het misbruik van vreemde woorden en uitdrukkingen aan het adres: 2de Schuytstraat 247, 's Gravenhage. Die mededeelingen zende men dus niet naar het Hoofdkantoor te Dordrecht. Inzenders wordt beleefd verzocht naam en woonplaats te vermelden.
* * * | ||||||
Een volk dat zijn eigen taal bestrijdt.Op een vergadering van de Nederlandsche Pomologische Vereeniging, 22 April 1915 te Utrecht gehouden, kwam weer eens de vreemde en weinig aantrekkelike eigenschap voor den dag, waardoor wij ons waarschijnlik van alle andere volken onderscheiden, n.l. om ons tegen onze eigen taal te keren. Onder ‘wij’ te verstaan alle Nederlanders (natuurlik behoudens de betergezinde minderheid), dus ook de Vlamingen en Zuidafrikaners. Het verslag van bedoelde vergadering bevat het volgende:
‘Bij de rondvraag wees de heer Kors, de Bildt, op groote verwarring in de nomenclatuur der perziken. Een der damesleden brak een lans voor het geven van Hollandsche namen aan de ingevoerde appel- en peersoorten; op de veilingen en daardoor ook in de veilingsberichten worden deze namen vaak zoo geradbraakt. Een ander lid kwam tegen dit purisme op; dan moeten de veilingmeesters de juiste namen maar leeren.’
Op zich zelf beschouwd, is het onnatuurlik, dwaas en karakterloos, om aan voortbrengselen, waarmee | ||||||
[pagina 138]
| ||||||
een land eer inlegt, buitenlandse namen te geven. Men kome niet met het smoesje, dat dit uit een handels-oogpunt nodig is voor de buitenlandse kopers. Het Spaans is zeker niet meer bekend dan het Nederlands en toch hebben de Spanjaarden niet geaarzeld, aan hun merken van wijnen, Manilla- en Havanasigaren Spaanse namen te geven, evenals de Zweden hun lusifers met Zweedse opschriften de wereld insturen. Alleen Nederlanders konden zich zozeer vergeten, dat zij aan hun zeer gezochte merken van Borneo- en Sumatrasigaren Spaanse (!), Engelse of andere vreemde, en bij hoge uitzondering slechts Nederlandse namen gaven. Onze boomkwekers, ooftteeldersGa naar voetnoot*) en bollehandelaars maken het niet beter, en zenden de voortbrengselen van de Nederlandse grond onder allerlei Franse en Engelse namen overal heen, aldus inderdaad plegende het misdrijf dat de wet noemt verduistering van staat. De ontsiering van het Hollandse duinlandschap tussen Den Haag en Haarlem door reklameborden is aan onze ijverige bollekwekers niet genoeg, maar zij voegen er nog een twede ergernis aan toe voor Nederlandsvoelende Nederlanders (het is treurig, maar nodig, deze verbinding te maken), door de Engelse opschriften, daardoor hun landgenoten als te verwaarlozen grootheden aanduidende. ‘Een ander lid kwam tegen dit purisme op’. Het is de gewone ervaring van ieder die wel eens zijn stem verheven heeft ten voordele van Nederlandse woorden of uitdrukkingen. ‘Ik kan dat uitwerpen van Fransche woorden niet goedvinden’, zegt een lid, nadat iemand een voorstel heeft gedaan, enige volmaakt nodeloze Franse woorden door Nederlandse te vervangen, ‘want er zijn nog zoveel germanismen te bestrijden’. Maar dat lid, dat aldus een gemoedsbezwaar heeft gevonden, om aan vreemde woorden boven Nederlandse de voorkeur te geven, denkt er nu noch ooit aan, om iets tegen de germanismen te doen. Een ander maal zal men, als voor het eerst een zeer bescheiden voorstel in Nederlandsgezinde richting gedaan is, daartegen horen aanvoeren, dat men daarmee nu nog niet moet aankomen, dat men niet zo schrikkelik moet overdrijven, en dat men veel te ver gaat. Het beste wat men m.i. tegen dergelijke dooddoeners kan doen, is, het veld niet ruimen en zijn voorstellen toch doen of handhaven, omdat wat verkeerd is, het op den duur toch moet afleggen tegen wat goed en recht is. P. VAN MEURS. * * * | ||||||
Germanismen in het leger.Zeer Geachte Commissie!
Help me eens een handje! Ik vecht, waar ik kan en naar mijn krachten, voor de zuiverheid van onze taal in het leger. Er is daar nog veel te doen, als is de legertaal nog niet zoo vergiftigd door germanismen als de taal van verschillende wetenschappen. Doordat ons geschut grootendeels uit Duitschland komt, worden de beschrijvingen van het materieel ook uit het Duitsch vertaald en zoo komen de germanismen onze taal binnen! Glasplaat voor ‘glazen plaat’. Brisantgranaat voor ‘brisante granaat’ enz. Nu, dat zijn de ergste nog niet en ik geloof niet, dat ze thans nog zijn weg te werken. Er zijn echter een paar andere, zoo afschuwelijk, dat we den strijd daartegen niet mogen opgeven. Wanneer bij het moderne geschut het schot is afgegaan, glijdt het kanon over de affuit achteruit en wordt door een sterke veer weer naar voren gebracht. Die veer heet in het Duitsch ‘Vorhohl feder’ en wordt nu in het Nederlandsch... voorbrengveer genoemd!!! Als men spreekt van iets voorbrengen, moet men toch een antwoord kunnen geven op de vraag ‘wààr voor? Vooruitbrengveer, zoo zou m.i. de naam moeten zijn. Men gaat nu, helaas, nog verder en spreekt van voorloop als tegenstelling van terugloop bij het geschut! Een telefoon, die bij gebruik aan het hoofd van den telefonist wordt gebezigd, heet in het Duitsch ‘Kopftelefon’ en wordt nu in onze regimenten... ‘Koptelefoon’ genoemd... aangenaam!!! Geachte Commissie, vat den strijd op tegen de verkrachting van onze taal in het leger (dat toch geroepen is om onze hoogste nationale goederen te verdedigen), wend U desnoods rechtstreeks tot den Minister van Oorlog... deze bewindsman heeft juist weer een steen des aanstoots verwijderd en het ‘Recueil Militaire’ herdoopt in ‘Legerorders’. K.E. OUDENDIJK.
* * * | ||||||
Van Satz gesproken...Ja, van hoeveel andere in onze schrijf- en spreektaal gebruikte vreemde woorden gesproken, in plaats waarvan onze woordenschat een gezond woord aan de hand doet! Velen onzer geëerde muziekverslaggevers kunnen maar geen afstand doen van het woord Satz, als ze van een gedeelte eener symphonie of sonate spreken. Zoo komen we er niet, al zijn we huidig genoeg in dit opzicht nog veel te verdragen. Dertig jaren geleden begon het o.a. met kellner; later was het kelner met eene 1: het gemoedelijke Jan, of Aannemen komt op den achtergrond. Zoo zou het ook moeten gaan met Satz Vandaag met een groote S; morgen met een kleine s - alles zwakheid, slapheid des geestes; een angstwekkende ontzenuwing van belang!
Rijswijk (Z.-H.). R. VORSTMAN.
* * * | ||||||
A la bonheur.In dit blad, gelijk trouwens vaak in menig ander, is er herhaaldelijk op gewezen hoe de Hollanders zich bespottelijk maken door het gebruik van Fransche woorden of uitdrukkingen, die... heelemaal geen Fransch zijn. Bovenstaande schrijfwijze is daarvan al een heel kras staaltje. Zelfs wie maar een kwart mondjevol Fransch kent, weet toch wel dat bonheur mannelijk is; en daar hij ook wel weet dat heure vrouwelijk is en bovendien vermoedelijk ook wel de uitdrukking de bonne heure kent, zoo was er niet heel veel slimheid en nadenken voor noodig om te begrijpen, dat de geliefde uitdrukking moest luiden: à la bonne heure. Het is waar, zoo luidt zij in Hollandschen mond gewoonlijk juist niet; daar hoort men inderdaad: à la bonheur. Maar het is toch wel wat heel dwaas die slechte nationale uitspraak tot maatstaf te nemen voor de spelling, zelfs in strijd met de eenvoudigste regels van spraakkunst en gezond verstand. Toch vindt men de gewraakte schrijfwijze dagelijks in alle mogelijke mededeelingen, en van menschen, van wie men mocht aannemen, dat zij beter wisten. Het dreigt een soort van nationale schrijfwijze te worden en misschien verschijnt wel eerstdaags een leerboekje, dat de wijsheid verkondigt dat bonheur mannelijk is behalve in A la bonheur!!. Het schijnt dus niet te vroeg en niet overbodig dit misbaksel aan de kaak te stellen.
* * * | ||||||
[pagina 139]
| ||||||
Spreek je Moers Taal.In een Dordtsch blaadje troffen we onder dit opschrift het volgend ingezonden stuk aan: Waarde Vrind en Redacteur,
Krijg bij 't lezen maar geen kleur.
't Opschrift wil jou niks verwijten;
'k Hoef bij jou niet te bepleiten,
Dat wij onze moedertaal
Moeten eeren allemaal.
Maar wanneer je zoo eens rondkijkt
Naar de taal, die op het front prijkt
Van zoo menig winkelhuis,
Ook in Dordt, dan is 't niet pluis
Met den eerbied voor ons eigen.
'k Kan de kriebel er van krijgen,
Als ik daar op deur of raam
Lees een deftig vreemden naam:
Tailor, Lunchroom, Comestibles.
Heb ik recht, zeg, op mijn kriebel,
Als ik lees van Confiseur,
Patissier en van Coiffeur
Met Salon voor het friseeren,
Waar je haast niet om kan keeren;
En van een Billard Royal
In een pietrig kroeglokaal?
Dan Confectie sur mesure,
Wat een fratsen, wat een kuren!
'k Las zelfs Pain de luxe-brood.
't Is eenvoudig idioot,
Als de blunder van de braven,
Die een soirée-avond gaven.
Kom je op het Grootkerksplein,
To the Church! is het refrein.
Engelschen, Amerikanen
Moeten door zoo iets toch wanen,
Dat het Neêrlandsch niets beduidt.
Ga je in den winter uit
Naar de opera's, concerten,
Ook dan in de verste verte
Zie je niets op het program,
Dat niet uit den vreemde kwam.
Ja, somtijds één Hollandsch liedje
Als een onbeduidend sprietje
In een akker vreemd gewas.
Raad eens, wat ik nu weer las
Op een briefje met reclame
Voor een Dordtsche jonge dame,
Die hier lied'ren zingen zou!
'k Wreef mijn oogen uit, wat nou?
Duitsch en Fransch, al wat de klok sloeg!
't Was me toen, of er een schok joeg
Door mijn vaderlandsche hart.
Was 't program een tiende part
Maar aan 't Hollandsch trouw gebleven,
'k Had geen hekeldicht geschreven.
Doch geen woord in eigen taal.
Zie, dat noem ik een schandaal.
Dat is zelfs Jan Maat te machtig.
Daarom protesteer ik krachtig
Tegen zulk een zang-soirée
In de stad van 't A.N.V.
JAN MAAT. |
|