Groepen uit de Camera Obscura.
Als dit Juni-nummer verschijnt, zullen de groepen uit de Camera Obscura, waarvan ik hier met een enkel woord melding wil maken, reeds zijn voorgesteld.
De heer en mevrouw Beets-Court hebben namelijk het plan opgevat in het ‘oude, ruime, stille huis’ in de Boothstraat, dat hun vader, Nicolaas Beets, bijna vijftig jaar lang heeft bewoond, eenige tooneelen uit de Camera Obscura te doen voorstellen, op 1, 2 en 3 Juni a.s., ten bate van het plaatselijk Steun-Comité.
De personen die, van onze kinderjaren af, goede, oude kennissen van ons geweest zijn, we zullen ze daar in levenden lijve kunnen aanschouwen: oom en tante Stastok, de verguldpartij der ‘de Grooten’, de famitie Kegge in hun bonte intérieur, terwijl in de gang het diakenhuismannetje als huisknecht zal dienst doen.
In den tuin zullen Nurks met Hildebrand en Boerhave aan een tafeltje zitten, en zal men kunnen genieten van de daarbij behoorende guitaar- en vioolmuziek, en de thee met vergulde koek die dames in de kleeding van 1830 zullen ronddienen.
De heer en mevrouw Beets hebben gemeend, daar de Camera door den student Beets geschreven werd, de verschillende rollen in de eerste plaats aan de Utrechtsche studenten te moeten toevertrouwen.
Een Beets-hulde wil dit alles niet zijn: de droevige omstandigheden die in 1914 de onthulling van het Beets-gedenkteeken te Haarlem verhinderden, zijn, helaas, nog altijd van kracht.
Moge echter de piëteit waarmee het jonge geslacht deze eervolle taak volbrengen zal, een hulde zijn aan den geest van Nicolaas Beets, zooals die onsterfelijk leeft in onze Camera Obscura.
C. CATHARINA VAN DE GRAFT.
Utrecht, Mei 1915.
* * *