Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdZuid-AfrikaZuid-Afrikaansche Brieven.No.?.
| |
[pagina 235]
| |
ten schrijft. Het gemakkelijkst zou het zijn, wanneer ik niet over den oorlog schreef en niet over den toestand hier en ik met volkomen minachting voor de wereldschokkende gebeurtenissen een praatje begon over het weêr en wat er zoo al niet te doen is in dit gezegend land. Want wie niet over den oorlog schrijft, komt tot de ontdekking dat er geen andere onderwerpen meer zijn. Het regent hier, prachtig, weldadig. Voor een Afrikaner is dit de grootste gelukstijding die men kan neerschrijven, doch wat begrijpt men in Europa van het smachtend verlangen van aarde, mensch en dier naar regen, regen? Wie kan zich in Europa voorstellen dat de menschen hier 's morgens bij het ontmoeten elkander toevoegen: Die weêr kom banje mooi op. In Europa regent het immers altijd... amper, en hier regent het nooit... amper. En als ik niet over het weêr schrijf, waar zal ik het dan over doen? Och, in gewone tijden zou het heel belangrijk zijn om te vertellen van den handigen zet van den hoofd-redacteur van De Volkstem, die erop wijzend dat de Engelschen het zoo in de Russen hebben toegejuicht dat zij het Duitsche St. Petersburg hebben omgeruild voor 't Russische Petrogrado, het vreemd vond dat de Afrikaansche posterijen nog steeds uitsluitend Engelsche poststempels gebruikten. Wat men in den Rus prijst, volgt men zelf niet op: Cape town en South Africa enz. Zouden de hoofdambtenaren van onze post iets voor dit pleidooi voelen? Ik betwijfel het. Cape Town is nu al meer dan een eeuw in gebruik en ieder verstaat immers Engelsch? Men moet toch niet zoo kleinzielig op die tweetaligheid staan. Deze gewone argumenten zullen wel worden gebruikt, zij het niet in het openbaar, dan in het bizondere gesprek. Dit is maar die ou manier. Maar ik geloof toch wel dat die hoofdambtenaren zullen moeten bukken voor het voorbeeld van België, waar de poststempels wel degelijk tweetalig zijn en men ook een breede opvatting huldigt. Maar och, wat lijkt zulk een vraagstukje nietig in dezen tijd. Men kan er zich nauwelijks warm over maken. Wat is er al niet gebeurd in de paar maanden dat ik niet voor Neerlandia heb geschreven, gebeurd ook hier in Zuid-Afrika? Het ontslag van Gen. Beyers, de dood van Gen. De la Rey, de veldtocht tegen Duitsch Zuid-West, de houding van Maritz en de postvatting van Beyers en De Wet. Maar al die onderwerpen zijn, voorzoover zij politieke beteekenis hebben, voorloopig althans, hachelijk in Neerlandia. Alleen de dood van Gen. De la Rey maakt een uitzondering. Behoef ik echter nog de ontsteltenis te schetsen die dit overlijden hier heeft te weeg gebracht? Na President Steyn was er misschien geen Afrikaner meer geacht en meer de held van het gansche volk. Daar zijn oproerige stemmen gerezen tegen de Regeering na dien dood. Er werd gesproken van opstand en burgerkrijg. De diepe smart en het groote verlies verduisterden het kalme oordeel. Maar we zijn die verschrikkelijke dagen te boven gekomen, andere groote gebeurtenissen hebben onze aandacht van dit droeve onderwerp afgeleid, hebben ons over de eerste opstandige smart heen gebracht. Onderwerpen genoeg om over te spreken, maar alle zijn verboden. Een krantenman hier ter stede heeft in wanhoop zijn pen neergelegd, zijn kantoor gesloten en de uitgave van zijn krant gestaakt? Hij zag het nut van zijn bestaan niet meer in? De meeste menschen komen nooit tot deze ontdekking. Vraag niet hoe er in deze wereld, waar alle volken van de aarde tezamen zijn gekomen, in deze dagen wordt geleefd. De meeningen zijn verdeeld niet alleen in gezelschappen, maar helaas ook in vele gezinnen. Goede vrienden vermijden elkaar, omdat de gesprekken over den oorlog tot onaangename wrijving leiden, maar in gezinnen, waar man en vrouw door verschil van nationaliteit in hun meeningen lijnrecht tegenover elkaar staan, gaat dit vermijden niet zoo gemakkelijk en men kan zich voornemen het onderwerp niet aan te roeren, maar zulk voornemen is onuitvoerbaar. Schijnbaar gaat hier het leven zijn gewonen gang, maar de winkeliers klagen steen en been, en met reden. In vele zaken zijn de loonen verminderd. Waar het in Europa dondert en bliksemt, kan men niet verwachten dat wij hier niet den invloed van de overladen dampkring zouden gevoelen. Hier en daar ziet men op een winkeltje staan: Closed. On active service. (Gesloten. Op kommandodienst). De eigenaar heeft het niet langer in zijn zaak kunnen bolwerken en als vrijwilliger geteekend om den kost te hebben niet alleen, maar om ook nog een vaste kleinigheid per dag te verdienen. En weer kom ik op mijn onderwerp terug. Wat beteekenen al deze dingen in verband met hetgeen er hier en in Europa plaats grijpt, en de wereld schokt tot hier en verder? De burgerkrijg is ontbrand. Wat zal het eind zijn? Van kwade geruchten is de lucht hier bezwangerd. Het meest onzinnige gelooft men en het schijnt wel alsof het gezond verstand, het kalme oordeel bij de meeste menschen weg is in de hartstocht der verdeeldheid. Hoe kan men anders al zulke geruchten gelooven? De Regeering geeft inlichtingen en andere inlichtingen dan die welke de pers ambtelijk worden meegedeeld, mogen niet worden openbaar gemaakt. Dit belet echter blijkbaar niemand om er zijn eigen inlichtingsdienst op na te houden, die bij gebrek aan mededeelingen van buiten, deze bij elkaar zoekt in eigen brein, waarbij de zijde die men gekozen heeft, de doorslag geeft. Zuid-Afrika is een arm land, altijd geteisterd, altijd verscheurd en verdeeld. Later als alles tot het verleden behoort, zal de geschiedenis worden geschreven van hetgeen thans voorvalt en dan zal men zielkundig kunnen beoordeelen wat hier thans wordt afgespeeld, het groote treurspel waarin landgenooten tegenover elkander zijn komen te staan. Wat zal er uit worden? Ik mag er mij hier niet niet in verdiepen. Een der Volksraadsleden heeft het gezegd: De opstandeling die slaagt, is een held, de opstandeling die het verliest, verbeurt zijn hoofd. Maar is een held altijd een staatsman? OU-BOET. |
|