Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdRotterdamsche propaganda voor het Nederlandsch lied.De Afd. Rotterdam van de Nationale Vereeniging voor den Volkszang, die gesteund wordt door het A.N.V., heeft zich voor het verschaffen van liederen muziek-avonden aan de gemobiliseerde troepen in Zuid-Holland reeds zeer verdienstelijk gemaakt. Aan een brief van den voorzitter der Afdeeling is dienaangaande het volgende ontleend:
Onze Afdeeling stelt kosteloos liederbriefkaarten voor de soldaten in de verschillende garnizoensplaatsen beschikbaar. Wij hebben 19 verschillende liederen met melodie op briefkaarten doen uitgevenGa naar voetnoot*). De aanvraag om briefkaarten was groot en nog steeds komen aanvragen in. Ten minste 12000 stuks hebben wij naar tal van plaatsen verzonden. Al weken lang zijn wij dagelijks bezig met het verzenden en dat ons werk op prijs wordt gesteld, blijkt uit tal van dankbetuigingen. We zijn er zeker van, dat ons streven om den volkszang te bevorderen, in niet geringe mate een goed gevolg heeft. Zoo schreef een militair: ‘We hopen, dat de briefkaarten zullen meewerken om platte straatliedjes te doen verdwijnen.’ Een ander: ‘Nu behoeven ze niet te zingen van Janus enz.’ Van plaatsen waarheen we de kaarten verzonden, komt telkens weer aanvraag om meer kaarten in. Zooeven verzond ik 400 kaarten naar de 3e Compagnie Landweer te Numansdorp, die bij de 4e Compagnie aldaar de kaarten had gezien. Niet alleen door deze kaarten, maar ook door het inrichten van zang-avonden trachten wij den volkszang te bevorderen Hier hadden we met ons koortje (leidster mej: Cato Scholten), zang-avonden in de Nutszaal, waar de soldaten dapper meezongen. Ook naar de forten zonden we groepen van drie personen om daar voor de mannetjes te zingen. Eerst gingen voor ons drie studenten naar de stelling van het Hollandsch Diep en Volkerak. Zij gingen naar de forten te Willemstad en Ooltgensplaat en hadden er veel bijval. De kaarten werden er tevens verspreid, en men vocht er als het ware om. Een tweede groep van drie heeren ging naar de stelling van de Monden van den Maas en van het Haringvliet, waar te Hellevoetsluis, Nieuw-Helvoet en. Den Briel zang-avonden werden gegeven. Ook hier zongen de soldaten dapper mee, ook hier weer vele dankbetuigingen met aanvraag om meer kaarten. Een der soldaten - een onderwijzer - schreef me: ‘Mijn vaste overtuiging is, dat waar heeren als Buys, Bos en Van Lis (onze zangers, de laatste violist) ijveren voor veredeling van den volkszang, dit streven met succes bekroond zal worden.’ Tevens vroeg hij nog eenige reeksen kaarten ter verspreiding. Het is ons plan nog meer forten te laten bezoeken, waarvoor we trachten nieuwe groepjes zangers te vormen. Liefst hebben wij daarvoor op het oog studenten, die er niet tegen op zien als gewoon soldaat in de vestingen ingekwartierd te worden. DEN HARTOGH, voorzitter.
Rotterdam, Nov. 1914. |
|