Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdCommissie tot bevordering van het gebruik van zuiver Nederlandsch.Weest Nederlanders, ook in Uw taal! De Commissie strijdt niet tegen het gebruik van vreemde woorden en uitdrukkingen, die niet of moeilijk vertaald kunnen worden; strijdt niet tegen het juist en verplichte gebruik van vreemde talen; maar wekt elken Nederlander op tot het gebruik van Nederlandsche woorden en uitdrukkingen, die in den regel even goed zijn als de vreemde, waaraan men uit achteloosheid of gemakzucht is gewoon geraakt; wekt elken Nederlander op, om in brieven, aankondigingen, rekeningen, winkelopschriften enz. de voorkeur te geven aan het Nederlandsch.
| ||||||
Brievenbus.De Commissie ontvangt gaarne mededeelingen omtrent het misbruik van vreemde woorden en uitdrukkingen aan het adres: 2e Schuytstraat 247, 's-Gravenhage. Die mededeelingen zende men dus niet naar het Hoofdkantoor te Dordrecht. Inzenders wordt beleefd verzocht naam en woonplaats te vermelden.
De heer K.D. te R. schrijft ons: Aanbevelenswaardig voorbeeld voor andere postkantoren. Jaargang 1910 van Neerlandia vermeldt dat Nederlandsche postbeambten op onbestelbare brieven - Inconnu - Retour schreven. Ik heb een dertigtal teruggekomen brieven nagekeken en mij bleek dat het Postkantoor te R'dam tegenwoordig een stempel gebruikt met de woorden ‘Terug afzender’. * * * Van............................................................ te................................. | ||||||
[pagina 151]
| ||||||
Formulieren bedrukt als boven worden door de Rott. Bank gebezigd. Waarom kan dat ‘Signature’ niet vervallen en daarvoor in de plaats gesteld ‘handteekening’? 't Is toch een Nederlandsche Bankinstelling! * * * | ||||||
De Nederlander als ‘taalgenie’.
| ||||||
Germanismen.Aan Germanismen maken zich misschien, na of naast met Duitschland handel drijvende kooplieden en meest uit Duitsche handboeken geschoolde medici, onze journalisten schuldig. Zij lezen zooveel Duitsche kranten en gunnen zich geen tijd bij het overnemen het juiste Hollandsche woord of de goede Hollandsche zinswending te bedenken. Tot onze verrassing zagen wij bij Bilderdijk, dat de kwaal al van oude dagteekening is. Wij dachten, dat ze bij uitnemendheid uit de laatste tientallen jaren stamde. In een aanteekening op het gedicht Wintervreugd, uit 1810 (in da Costa's uitgave, VIII, 480) toornt Bilderdijk n.l. op ‘onze in smaak, begrippen, en taal verhoogduitschte Journalisten.’ De paar voorbeelden, die hij van de verhoogduitsching hunner taal aanhaalt, zijn echter maar kleine kinderen bij wat hun naneven tegenwoordig te voorschijn brengen. ☛ Steunt eigen Handel en Nijverheid! |
|