Buitenland
Uit Egypte.
Aan het jaarverslag van onzen vertegenwoordiger te Caïro is het volgende ontleend:
Wegens het geringe aantal der hier gevestigde Nederlanders kan van werkelijk stamleven geen sprake zijn.
Langs het Suez-kanaal is een ietwat grootere Nederlandsche nederzetting, daar met voldoening kan worden gezegd, dat sinds jaren het baggerwerk in het Suez-kanaal aan landgenooten is toevertrouwd.
De Nederlandsche belangen in Egypte zijn nog steeds zeer gering. De handel tusschen beide landen is nog klein met een langzamen, gestadigen vooruitgang, en van verschillende zijden wordt getracht, tot uitbreiding te komen. Met nadruk wordt gewezen op de wenschelijkheid, bij het aanknoopen van verbindingen hier voorzichtig te zijn.
In Port-Said is merkbaar, welk een belangrijke plaats (de derde) in de scheepvaart door het Suezkanaal onze koopvaardijvloot inneemt. Elk jaar brengen de stoomvaart-mij. Nederland en de Rot'erdamsche Lloyd grootere schepen in de vaart, en hun booten worden algemeen geroemd.
Voor het eerst sinds lange jaren kwamen in den afgeloopen zomer een paar Nederlandsche oorlogsschepen naar Alexandrië.
Over de vermaardheid van Egypte onder het reizende publiek behoeft niet te worden gesproken. Ook uit Nederland komen telken jare reizigers, hoewel in klein getal, het Nijldal bezoeken. Dat ook bij hen de leus opga, dat wie eenmaal van het Nijlwater heeft gedronken, terugkomt.