Ingezonden.
De uitgaven van 't Centraal Bureau voor Vreemdelingenverkeer.
Met genoegen las ik in Neerlandia een uittreksel uit het Jaarverslag van het Centraal Bureau voor Vreemdelingenverkeer, in welk Bureau ondergeteekende de eer heeft het Algemeen Nederlandsch Verbond te vertegenwoordigen. Het slot van Uw bericht trof mij echter. U betreurt het n.l., dat het Bureau bijna uitsluitend werkjes in vreemde talen uitgeeft, terwijl toch volgens U ook landgenooten in het Nederlandsch op het schoon van eigen land moeten gewezen worden en er bovendien bijna evenveel Nederlandsche stamverwanten in het buitenland zijn, die ook recht hebben op Nederlandsche voorlichting.
Het zij mij vergund U er op te wijzen, dat het doel van het Bureau is het vreemdelingenverkeer naar Nederland te bevorderen. Het Bureau werkt dan ook in hoofdzaak in het buitenland. Wenschen Nederlanders voorlichting, dan wordt ook deze natuurlijk verschaft, doch voor hen zijn niet de werkjes bestemd, die het Bureau uitgeeft. Voor hen zijn echter steeds werkjes in het Nederlandsch verkrijgbaar, wel geen uitgaven van het Bureau, doch uitgaven van de verschillende Vereenigingen en den Bond voor Vreemdelingenverkeer in Nederland, welke in het Bureau steeds aanwezig zijn.
Uw bezwaar blijft dus slechts bestaan voor stamverwanten in het buitenland. Voor hen is echter evenals voor Nederlanders, steeds Nederlandsch materiaal aanwezig. Hun aantal is echter vergeleken bij de tallooze millioenen buitenlanders, die ons Bureau moet trachten te bereiken, niet voldoende om het Bestuur van het Bureau er toe te bewegen een kostbare uitgave in het Nederlandsch te bewerkstelligen, waar de geldmiddelen van het Bureau nog steeds vrij beperkt zijn. Mochten t.g.t. voldoende gelden aan het Bureau worden toegezegd, onder de voorwaarde voor die gelden eene Nederlandsche uitgave te bewerkstelligen, zeer zeker zal dan het Bureau bereid gevonden worden eene dergelijke opdracht te volvoeren. Stamverwanten behoeven intusschen niet bevreesd ie zijn, dat het Bureau hen geen Nederlandsche voorlichting zal verschaffen.
U de verklaring gevende, dat het Bureau het zeer op prijs stelt het A.N.V. onder zijne leden, ja zelfs onder zijne oprichters te mogen tellen, en het steeds tracht in den geest van het A.N.V. werkzaam te zijn, door den goeden naam van Nederland in het buitenland te verbreiden, verblijf ik
Hoogachtend,
Uw dw.,
J.F. HIJMANS,
Secretaris-Penningmeester.
Voldoen de bestaande boekjes der verschillende Vereenigingen en van den Bond voor Vreemdelingenverkeer in Nederland werkelijk aan de behoefte van Nederlanders, oud-Nederlanders, Vlamingen en andere stamverwanten, enz.? Neen. Deze boekjes zijn alle voor plaatselijk gebruik, doorspekt met advertenties, en daardoor geheel onvoldoende als werkelijk reisboek. In vele staan alleen die hôtels opgegeven, die eene aankondiging betalen.
Het eenige boek wat hiervoor dienen kan is Baedeker in de eene of andere vreemde taal en de vreemdelingen zullen dan ook veelal Baedeker gebruiken.
Baedeker bestaat niet in het Nederlandsch, maar hij geeft ook niet genoeg voor diegenen, die werkelijk ons land willen bereizen en er goed al het eigenaardige van willen zien. Baedeker is voornamelijk berekend voor hen, die onze kunstschatten willen bezichtigen; de wandelingen, de tochtjes te voet, per fiets, per auto, per boot (welk vaartuig ook) zijn maar zeer kort en ter loops behandeld. Sommige der meest typische plaatsen komen er niet in voor.
Gaarne geven wij toe, dat het samenstellen van een handig reisboek, zooals wij zouden wenschen, kosten met zich zou brengen, maar zouden Bureau, Bond en andere Vereenigingen, die er belang bij hebben of er belangeloos voor gevoelen niet samen zulk een reisboekje aandurven? Reeds eenige jaren geleden zag onze Groepsvergadering het nut er van in. De voorbereidende maatregelen waren reeds in gang, toen voor zeker werd verklaard, dat Plan 1913 een dergelijk boekje voorbereidde; waardoor ons plan verviel.
Tot heden is dit boekje echter nog niet verschenen.
Zou samenwerking op dit punt niets vermogen?