Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNurks op een rondreis voor zijn vriend Hildebrand.'t Was een hele overwinning voor Nurks, om nu eens, zonder een woord te zeggen, iets voor zijn vriend Hildebrand te doen; hem, zijn tweede vader, te doen eren door zijn landgenoten. Het schimmenrijk vond hij echter ‘niet veel zaaks’ en och, die Hildebrand was toch eigenlik, met al z'n achterlikheid in kleren en levenswijze, nog wel een goeie kerel geweest; 't was niet meer dan zijn plicht als bekendste geesteszoon van de schrijver, om er eens uittebreken voor hem. En daar komt hij dan aan: Louis Raemaekers heeft hem gauw getekend, juist in de stemming voor zo 'n rondwandeling op aarde. Men ziet het aan ogen en mond, dat hij ook nu nog vrij wat te zeggen heeft op de wereld, ja misschien zelfs wel op Hildebrand, maar het kan ook zijn dat hij het voorlopig welslagen van zijn stilzwijgende rondwandeling inwendig belachelik vindt: hij meewerken aan een geestdriftig hulde-betoon, hoe is 't mogelik! Hij, Nurks! Ja, wie weet, of hij er niet om lachen moet, dat zijn famielie nog dezelfde aard heeft als hij vóór 75 jaar en met zijn aardige plan op soortgelijke wijze solt, als hij het in de Haarlemmerhout met de Zondagsmensen deed. Nurksen vinden daarin een soort tijgerachtig genoegen, - tot eigen schade! Maar - nu, voor het eerst sedert zijn geboorte, overkomt het hem, dat zijn plannen werkelik over 't algemeen aardig worden gevonden en het is daarom wel jammer, dat hij aan Hildebrand blijkbaar heeft moeten beloven te zullen zwijgen: zie zijn stijfgesloten lippen maar eens! Ondergetekende neemt daarom zijn taak maar over: De prijsvraag is dan uitgeschreven; in vele werkplaatsen wordt gewerkt en gedacht, om tegen 15 Julie klaar te zijn; midden Augustus volgt de uitspraak en bij de tentoonstelling van de modellenGa naar voetnoot*) voegt dan tijdens het 33ste Taal en Letterkundig Kongres het ‘Hildebrand Comité’ in overleg met de Regelings-Kommissie van dat Kongres een tentoonstelling op de jonge Beets betrekking hebbend, van uitgaven, brieven, portretten enz. Dan móét het geld er ook zijn en men moet 13 Sept. 1914, wanneer het 100 jaar geleden is, dat Beets geboren werd, bezig zijn aan zijn gedenkteken zelf. Voorlopig is er van overal veel sympathie voor betuigd. Enkele verwanten van Nurks spraken wel een zuur woordje, maar sympathie is de hoofdtoon. H.M. de Koningin-Moeder, H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Hendrik zonden ons bijdragen. Provinciale en plaatselike kommissies hebben zich gevormd in 's-Gravenhage, Groningen, Overijsel, Assen, 's-Hertogenbosch en Helmond. Verenigingen zeiden ons steun toe, vele, ook kleine, giften ontvingen wij met dankbaarheid, omdat het een volks gedenkteken moet worden en ook de jeugd van Noord en Zuid is warm gelopen voor ons plan. Kortom, we kunnen tevreden zijn, maar voldaan zijn wij nog bij lange na niet. Wie ons dus wil hel- | |
[pagina 79]
| |
pen slagen zende zijn gift alsnog, liefst spoedig, aan de heer J.B.v. Loghem, Zonnelaan 2, Haarlem. Als Nurks weer naar 't schimmenrijk terugkeert, mag hij zijn bekende hatelikheid ‘niet veel zaaks’ niet kunnen zeggen van het Nederlandse volk. Wij wensen hem veel sukses toe!
Haarlem, Maart 1914. J.B. SCHEPERS. |
|