Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
I. Notulen der vergadering van 1 November 1913.Deze worden met een kleine redactiewijziging goedgekeurd. | |
II. Ingekomen stukken en mededeelingen.Mededeeling dat voor het Kapitaalfonds zijn ingekomen de volgende giften: Van mejuffr. J. Boll te Oosterbeek, f 25.-. Van den heer J. van de Wall te Parijs, f 100.-. Laatstgenoemde schonk ook nog f 50.- voor de Algemeene Rekening. Aan de schenkers is de dank van het Hoofdbestuur gebracht.
Voorstel tot hervorming der Boeken-Commissie. Na eenige gedachtenwisseling vereenigt de vergadering zich met de voorstellen van de zijde der Boeken-Commissie ingekomen en in hoofdzaak strekkende om een directeur te benoemen, die rechtstreeks verantwoordelijk zal zijn aan het Hoofdbestuur. Een reglement zal door het Dagel. Bestuur worden ontworpen.
Verzoek van het Bestuur van het Antwerpsche Taalen Letterkundig Congres 1912, om een bijdrage ter dekking van het tekort. Er wordt aan herinnerd dat op de vorige vergadering werd medegedeeld, dat de Brusselsche Commissie van het Congres in 1908, nog geld over had. Nu de Antwerpsche Commissie verklaart dat haar van die zijde geen steun kan worden verleend, besluit het Hoofdbestuur van het A.N.V. dat het, ook afgezien van den stand der kas, die een dergelijken steun niet zou toelaten, niet op den weg ligt van het A.N.V. een dergelijk tekort geheel of gedeeltelijk te dekken.
Rapport van den heer C.R. Bakhuizen van den Brink over het Nederlandsch onderwijs in het buitenland. Er wordt aan herinnerd, dat het Hoofdbestuur indertijd een rondschrijven gericht heeft aan de vertegenwoordigers van het A.N.V. in het buitenland en aan de Besturen der Zelfstandige Afdeelingen, om inlichtingen over de behoefte aan dit onderwijs. De rapporteur komt nu tot de volgende besluiten en raadgevingen: ‘Het blijkt dat er in het algemeen gebrek bestaat aan gelegenheid voor in het buitenland vertoevende Nederlanders om het Nederlandsch te onderhouden of om hun kinderen in Hollandschen geest te doen onderwijzen, - maar van een sterk sprekende behoefte blijkt niet. De nuttige arbeid onzer Boeken-Commissie verdient in het belang onzer stamverwanten in het buitenland steeds de krachtigste ondersteuning; voor afzonderlijk wonende Nederlanders in 't bijzonder, die buiten de groote steden verblijf houden, is zeer aanbevelenswaardig De Gids bij het huisonderwijs in Ned. Indië of een dergelijke uitgave (Zie Neerlandia Febr.-nr. 1911, blz. 37). Een papieren Hollandschen onderwijzer dus. Waar cursussen in het Nederlandsch gehouden worden, zou het overweging verdienen, dat het A.N.V. prijzen beschikbaar stelde, of daaromtrent in overleg trad met de Regeering. Het is wenschelijk, dat periodieke berichten worden gevraagd over den stand van het onderwijs voor Nederlanders in het buitenland.’
De vergadering zich vereenigende met de in het rapport vervatte beschouwingen en gevolgtrekkingen, draagt het Dagel. Bestuur op aan dit punt de noodige aandacht te wijden. Het Duitsch aan onze Hoogescholen. Het feit dat aan enkele onzer Hoogescholen door Professoren van Duitsche afkomst in het Duitsch college wordt gegeven, op welk feit gewezen is in een hoofdartikel in de Nieuwe Courant, geeft aanleiding tot een levendige gedachtenwisseling, waarbij deze aangelegenheid van alle kanten wordt bezien, niet het minst met het oog op den reeds gebleken achteruitgang van de moedertaal bij de studenten, die geregeld hun vak in de Duitsche taal hooren bespreken en dit in Duitsche handboeken bestudeeren. De ondervinding leert dat wij leerstoelen hebben, die als bij overerving overgaan op Duitschers, welk verschijnsel naar de meening van het Hoofdbestuur met kracht moet worden bestreden. Immers bepaalt de Hooger Onderwijswet dat aan onze Hoogescholen alleen onderwijs mag worden gegeven in het Nederlandsch of Latijn. Voor andere levende talen dan het Nederlandsch is de toestemming van curatoren noodig. Verondersteld mag worden dat de buitenlandsche professoren zullen trachten zich zoo spoedig mogelijk het Nederlandsch eigen te maken. Maar de werkelijke toestand is dat men hen hun Duitschen gang laat gaan. Nòch de collega's, nòch de studenten hebben tot nu toe tegen dezen misstand openlijk geprotesteerd. Het Dagel. Bestuur stelt voor in dezen een adres te richten aan den Minister van Binnenl. Zaken. Aldus wordt besloten. | |
III. Begrooting voor 1914.Deze sluit in uitgaaf en ontvangst met een som van f 21.476.90. De Secr.-Penningmeester bespreekt de begrooting uitvoerig en licht de voornaamste eijfers toe. Met nadruk wijst spreker op het droevig verschijnsel dat vrij wat vorderingen niet binnenkomen. Alleen over 1913 staat er nog ongeveer f 5300.- onbetaald. Daarbij zijn wel posten, waarvan mag worden aangenomen dat zij alsnog zullen binnenkomen, maar die vormen te zamen genomen slechts een betrekkelijk gering bedrag en over 1913 zal moeten worden gerekend op een belangrijk geringere ontvangst dan bij het opmaken der begrooting voor dat jaar was berekend. Nu zijn ook enkele posten van uitgaaf ruim geraamd, maar ook bij zuinig beheer zal er voor onvoorziene uitgaven zeer weinig overschieten. Waar zoo weinig zekerheid bestaat omtrent de ontvangsten kan van een eenigszins betrouwbare raming van het verschil tusschen ontvangsten en uitgaven moeilijk sprake zijn. In elk geval zal spreker ditmaal geen vrijheid kunnen vinden voor te stellen een bedrag in het Kapitaalfonds te storten. Bezuiniging op vaste posten acht spreker thans nog niet strikt noodig, maar er bestaat wel kans dat op een volgende begrooting, als de toestand niet verbetert, die bezuiniging noodzakelijk zal blijken. Tenslotte draagt de vergadering den Alg. Secr.-Penningmeester op al die maatregelen te willen nemen, welke hem nuttig en noodig voorkomen om de geldmiddelen te versterken. De begrooting wordt hierna onveranderd goedgekeurd. | |
IV. België.Brief van den heer De Saedeleer te Brussel over de toelage, die de stad Praag zou hebben gegeven voor een Franskiljonsch Congres te Gent. Het werd niet onmogelijk geacht, dat dit gerucht | |
[pagina 29]
| |
juist zou blijken te zijn. Aan een der deelnemers van den Oostenrijkschen Journalisten-tocht heeft het Dagel. Bestuur adressen van Professoren in Praag gevraagd, die hierover mogelijk inlichtingen zouden kunnen geven. Deze adressen werden ontvangen, en de zaak is reeds door Groep België in behandeling genomen.
Opschorting der benoeming van Vlaamsche leden der Commissie voor de Wetenschappelijke Wisselwerking. Medegedeeld wordt dat de vraag is overwogen of het niet wenschelijk zou zijn als de Commissie voor Wetenschappelijke Wisselwerking werd opgelost in de Commissie, die tijdens de Gentsche Tentoonstelling zorgde voor Nederlandsche lezingen en haar bemoeiingen wil bestendigen en uitstrekken over de geheele wereld. De vergadering keurt goed dat het Dagel. Bestuur verder over aansluiting bij de Commissie onderhandele. | |
V. Nederlandsch Oost-Indië.Schrijven van de Christelijke Jongelingsvereeniging ‘De Amboinees’ om steun voor een Nederlandsche boekerij. Medegedeeld wordt dat dit schrijven ter behartiging aan de Boeken-Commissie is gezonden.
De toestand op Timor. Naar aanleiding van het artikel in de N.R. Ct. van 9 December wordt de vraag gedaan of het Hoofdbestuur zich met deze zaak kan inlaten. De vergadering is van oordeel dat de toestand volgens de daarvan gegeven beschrijving inderdaad ergerlijk is, maar dat het niet op den weg van het A.N.V. ligt om te trachten een eind te maken aan beweerde misstanden van Portugeesche zijde. | |
VI. Suriname.Maatregelen genomen door het Dagel. Bestuur en de afgevaardigden der Groep inzake de geruchten omtrent opheffing der GroepGa naar voetnoot*). De vergadering keurt deze goed en besluit een afwachtende houding aan te nemen. | |
VII. Ned. Antillen.Medegedeeld wordt dat de eindafrekening der Inzameling voor de noodlijdenden door de heeren Boeke en Snijders is nagezien en in orde bevonden. | |
VIII. Zuid-Afrika.Medegedeeld wordt dat onze vertegenwoordiger te Pretoria en zijn echtgenoote nuttig werk hebben gedaan door de wederopwekking van een rederijkerskamer en door medewerking bij de onafhankelijkheidsfeesten. Zij hopen binnenkort er in te slagen een Afdeeling Pretoria van het Algemeen Nederlandsch Verbond te stichten. | |
IX. Zelfstandige Afdeelingen.Keulen. Medegedeeld wordt dat de Hollandsche Club aldaar zich bij het Verbond heeft aangesloten.
San Diego (Cal.). Van de Hollandsche Vereeniging aldaar is bericht ingekomen dat zij niet krachtig genoeg is om zich bij het A.N.V. aan te sluiten, wat in haar plan lag. | |
X. Vertegenwoordigers.Archangel. De heer J. Groothoff wordt benoemd tot vertegenwoordiger.
Luxor. Schrijven van den vertegenwoordiger. Besloten wordt een gedeelte hieruit over te nemen in Neerlandia. De Algemeene Secretaris: N.J. ROELFSEMA. |