Een dag die beklijft.
Zooals wanneer men Minden naderend, uit den trein in de wijde verte een spits ontwaart, hoog in de lucht - dat is het zwaard van den Hermann, op den
Aan onze heldinnen en lieve kinderen. ‘Uw wil geschiede’.
Hoofdgroep van het Nationaal Monument, opgericht ter nagedachtenis aan de 26370 vrouwen en kinderen, die in de concentratiekampen zijn omgekomen, en aan de andere vrouwen en kinderen die elders ten gevolge van den oorlog 1899-1902 zijn bezweken. - Onthuld 16 Dec. 1913.
Grotenberg, in hetTeutoburgerwoud - zoo ziet men buiten Bloemfontein over het eentonige veld, aan den gezichtseinder, de vaste lijnen der naald van het Vrouwenmonument.
Beiden gedenkteekenen van een geheel volk; het eerste van zege op Romeinschen overheerscher, het laatste van eerbiedig rouwbetoon over door oorlogsbarbaarsheid onschuldig ter dood gedoemde vrouwen en kinderen.
De 16e December 1913, de dag der onthulling, is een onvergetelijke dag geweest in de geschiedenis niet alleen van het Zuid-Afrikaansche volk, maar van den geheelen Nederlandschen stam.
Nadat in de Nederlandsch Gereformeerde Kerk een patriarch, de bijna negentigjarige Dr. Andrew Murray, die nog heugenis heeft van de oude voortrekkers, een korte godsdienstoefening had geleid, zette de stoet zich uit Bloemfontein in beweging en vormde weldra in de uitgedroogde vlakte een lange slingerlijn, voortkronkelende naar het Monument, aan welks zijden tegen de hellingen van twee kopjes duizenden en duizenden in eerbiedigen ernst de nadering afwachten.
Voorop reed een sterk paardencommando, de Mausers op de rechterknie, oranjeslingers om den hoed, onder bevel van beroemde aanvoerders uit den oorlog: George Brand, den Vrijstaatschen Piet Fourie en Koen Brits, den held van Standerton. Dan een Engelsch muziekcorps, treurmarschen spelende; dan zes wagens, omhangen met de koninklijke rouwkleuren wit en paars, waarop in het wit met paarse sluiers, een honderdtal meisjes, leerlingen der Bloemfonteinsche Oranjeschool, President Steijn's stichting. Dan rijtuigen en daarachter weer een ‘perde-commando’, met de voorhoede een duizend ruiters sterk.
Halverwege den weg schoof zich een stoet van zeshonderd meisjes in den optocht, die uitdijde tot heel lange sliert, de grooten met paarse sluiers en kransen van oranjebloesem, de kleintjes met witte sluiers en oranjebloesem in het haar.
Zoolang de gang duurde van de stad tot de kopjes, waartusschen het Monument, doften van minuut