lied staande werd beantwoord. De heer Ruijs, denzelfden morgen uit Holland hier teruggekomen, gaf in enkele trekken een beschrijving van de feesten in Rotterdam.
Op deze wijze herdacht dan het Hollandsch Gezelschap te Berlijn Neêrlands Onafhankelijkheid.
Maar, hoe kwam het dat de geheele Nederlandsche kolonie in 't geheel niets deed voor de herdenking van dit gewichtig tijdstip? Men moet aannemen dat verschil van inzicht, uitstel van de eene maand tot de andere en vooral gebrek aan geldelijken steun de klippen waren, waarop de plannen hebben schipbreuk geleden. Maar, dan is er nog iets. De kreet: ‘Help mij!’, zoo dikwerf door de besturen der beide Nederlandsche vereenigingen hier ter stede vernomen van onze landgenooten, deed bij de commissie de vraag ontstaan of het wel goed gedaan zou zijn om veel geld uit te geven voor een feest, zij het dan ook een nationaal feest, wanneer daar naast nood en gebrek wordt geleden.
Het St. Nicolaasfeest lieten we ons niet ontnemen, daarmee heeft het Hollandsch Gezelschap zich hier reeds een naam verworven. Het was dan ook op Zondag 7 December dat er in Neumann's Festsäle, Rosenthaler Str. de goede Sint uit Amsterdam werd verwacht en voor een 50-tal kinderen en circa 150 volwassenen verscheen. Onder de aanwezigen bevonden zich Hr. Ms. Gezant en diens gemalin, de legatiesecretaris en een aantal leden der zustervereeniging. De heer Stroothencke had de rol van den heilige van den avond op zich genomen en hield een treffende toespraak tot de kleinen. Voor presentjes, koek en verdere versnaperingen was weer goed gezorgd door de dames: mevrouwen Van Heusden, Jelsma, Krane, Ruijs en Damerau. Gedurende en na de koffie werden de aanwezigen vergast op een tenorsolo van den heer Van Heusden Sr. en op een paar duo's voor viool en fluit door mevr. Schaefer en den heer Van den Bos, met pianobegeleiding van den heer Schaefer. De dames De Vrieze en Landheer zorgden met de heeren Bloem en Uit den Bogaard voor vroolijke afwisseling. Dit feest liet evenals zijn voorgangers bij alle bezoekers de aangenaamste herinneringen achter.
Het in de Nov.-vergadering benoemde bestuur voor den jaarkring 1914 bestaat uit de heeren: W.F. van Heusden, voorzitter; D. Slikker, 2e voorzitter; J. Knol, 1e secretaris; H. Damerau, 2e secretaris; J.C. Ruijs, penningmeester en mevr. Otto Schaefer, die belast is met het beheer der boekerij. De drie commissarissen van het vorig jaar behielden hun ambt.
Ten slotte wordt hier openlijk dank gezegd aan den afgetreden penningmeester voor de jarenlange trouwe vervulling van zijne niet altijd aangename taak, aan de afgetreden bestuursleden Hes en Engelsma en voorts aan allen die hunne of hare krachten in het afgeloopen jaar hebben gewijd aan de belangen van
het Hollandsch Gezelschap.
J. KNOL, 1e secretaris.