Proclamatie.
Aan Mijn Volk!
Het is Mij eene behoefte Mij op dezen gedenkwaardigen dag te wenden tot het Nederlandsche Volk.
Heden voor 100 jaren was het oogenblik geboren, waarop de Vereenigde Nederlanden hun nationaal bestaan hernamen.
Ik herdenk met dankbaarheid de woorden waarmede Van der Duyn van Maasdam en Gijsbert Karel van Hogendorp den 21 November 1813 het bewind hebben aanvaard:
‘Wij voldeden aan den wensch van alle onze Bondgenooten, wanneer wij in afwachting van de komst van Zijne Hoogheid den Heere Prinse van Oranje, en in Zijnen Naam, dezen dag, ons stelden aan het hoofd der Regeering; wij namen die taak op ons, met vertrouwen op de hulp der Goddelijke Voorzienigheid, wier hand de aanstaande verlossing van ons verguisde vaderland zoo zichtbaar bestuurt; maar wij deden het ook met vertrouwen op den bijstand, op de hulp van elk Nederlander, die zonder herinnering aan het verledene, zonder onderscheid van rang of staat of van Godsdienstige gezindheid, met ons de behoefte gevoelt van nog eenmaal te herwinnen dat Vaderland, dat op de elementen, op Philips en Alba veroverd, van den moed onzer voorvaderen zoo heerlijk getuigde, doch met smaad en schande te lange bezoedeld werd.’
Dat vertrouwen is niet beschaamd.
Het Vaderland is herwonnen.
De gewesten van Nederland zijn saamgegroeid tot onverbreekbare nationale eenheid.
Moederland en Koloniën zijn nauw verbonden.
De vrijheden en het zelfbestuur der bevolking zijn gestadig uitgebreid.
's Lands welvaart, begunstigd door een opgewekten ondernemingsgeest en verbeterde arbeidsvoorwaarden, is belangrijk toegenomen.
Een krachtig streven naar zedelijke en geestelijke verheffing heeft zich baan gebroken.
In wetenschap en kunst dingt Nederland met andere volken om den voorrang.
Het is Mijn innige wensch dat onder Gods zegen vrede, vrijheid en voorspoed mogen bewaard blijven.
De eendracht van alle Nederlanders ‘zonder onderscheid van rang of staat of van Godsdienstige gezindheid’ zij ook in de toekomst de hechte grondslag der nationale onafhankelijkheid.
Met het Nederlandsche Volk hoop Ik samen te werken tot geluk van het Vaderland.
HET LOO, 21 November 1913.
WILHELMINA.