Neerlandia. Jaargang 17

Onze vlag.

Van torentrans, van dak en schuit
Waai uit! waai uit aan stok en stag,
Geliefde driekleur, Neêrlands vlag,
En wapper in den jongen dag
Uw vrije banen uit!

Verneed'ring leedt ge, aan smaad gelijk;
Maar 't trouwe volk heeft u ontplooid,
Met u zijn feest'lijk huis getooid
En met uw kleur de lucht vermooid
Van 't nieuwe koninkrijk.

Vrij tusschen 's werelds krijgsgeweld
Hebt gij een eeuw van rust en vreê
Gewapperd over land en zee,
Aan vreemde kust, op verre reê
Oud-Neêrlands eer hersteld.

Zwel uit van vreugd en jubel mee!
Ik prijs en zegen nu den dag,
Dat 'k onder u, gewijde vlag,
Mijn kwijnend volk herleven zag
In vrijheid en in vreê;

Dat 'k toonen zag mijn Vaderland,
Dat vrede niet een volk ontkracht,
Den durf verslapt, den geest versmacht,
Maar hier frisch bloeiend leven bracht
En welvaart elken stand.

G.W. LOVENDAAL.

[p. 283]

Gen. KAREL VAN DER HELJDEN, de held van Atjeh. (1826-1900).

JAN CAREL JOSEPHUS VAN SPEIJK (1802-1830). Voorstelling, afwijkend van het gewone verhaal. (Naar een gravure van R Craeyvanger).

LAURENS REINHARDT KOOLEMANS - BEIJNEN (1852-1879). Uit ‘Leven en Streven van Koolemans Beijnen’, d.Ch. Boissevain.