den en schotels worden gebroken, de mensen bij de haren getrokken, en geslagen, enz., en in de regel zit er een Maleier achter dit alles. Om de ‘goler’ te vinden, moet men eenvoudig een ketel heet water nemen, en overal in de hoeken van de kamer water werpen, wanneer de ‘goler’ zich vertonen zal.
Het verhaal dat ik hier uit een van onze nieuwsbladen aanhaal, spreekt voor zich zelf:
‘Het moet in een zeker huis te Standerton, bewoond door een familie Muller “gochelen”, zoals dit bij ons heet. Enige dagen geleden werd het hele dorp in rep en roer gebracht door een praatje, zoals men dacht, dat in het huis van meergenoemde familie allerlei voorwerpen door een onzichtbare macht omgegooid werden. Dit schijnt enkel te gebeuren wanneer een of beide van de twee dochters van de heer Muller, twee meisjes van resp. achttien en zestien jaar, tegenwoordig zijn. Men was natuurlik skepties en dacht aan een grap. Enige absoluut geloofwaardige mensen begaven zich naar het huis, en terwijl zij daar waren, ging een van de meisjes naar de put om een emmer water te halen. Op de terugweg naar het huis werd de emmer water door de onzichtbare macht haar uit de handen genomen en een eind van haar afgeslingerd. Op een avend had hetzelfde meisje de kopjes gewassen, en ze op de rak gezet. Niet lang daarna zag ze dat ze op de de stoof geplaatst waren. Zij nam een mes in de hand en zeide: “ik zal je doodmaken, wie je ook zijn mag.” Het volgend ogenblik voelde zij dat iemand de lem in handen had en eraan trok. Zij trok ook aan haar kant, maar werd bang en liet het mes vallen. Er waren enige strijkijzers op de stoof, en men zag hoe de stoof begon te waggelen, en eindelik viel het om terwijl geen een van de meisjes er dicht bij was. Een kopje werd door een onzichtbare macht genomen en in een andere kamer geworpen.
'n Zekere heer Clayton ging naar het huis met het voornemen de hele affaire nu eens hartelik uit de wereld te lachen. Terwijl hij er was ging een van de meisjes om het vuur in de stoof, waarop enige strijkijzers stonden, om te roeren. Hij zag hoe een der strijkijzers achter de stoof geworpen werd. In een zak lagen verscheiden stenen Boerzeep. Men zag hoe een ervan genomen werd en op de stoof gezet. Een der meisjes ging het afhalen, dadelik toen zij dit deed, voelde zij zich aan de arm grijpen. Toen de mouw opgerold was, bleek de arm op twee plekken stuk gevat te zijn. En zo gebeuren er allerlei ongehoorde dingen meer.
Welke teoriën er ook te berde gebracht mogen worden, het feit blijft, dat deze buitengewone dingen gebeuren in de tegenwoordigheid van absoluut onpartijdige getuigen. Men zegt, dat er een tijd geleden een Kaffer bij de familie gewerkt heeft, en dat hij er kwaad vandaan is gegaan. Het volksgeloof is, dat Maleiers hunne diensten geven voor aardigheden van deze aard.
Een lezer, die van het geval gehoord heeft, vertelt ons, dat hij zich herinnert dat in zijn jeugd bij hen aan huis ook iets van die aard gebeurde en ook in 't distrikt Standerton. Het is nu minstens twintig jaar geleden. De vader moest elk jaar in de winter weg met achterlating van de familie. Dan werd men 's nachts en naderhand zelfs overdag verontrust door het vallen van klippen op het dak of het vliegen van bottelstukken door de vensters. Naderhand werd het zo erg, dat 's nachts de haren van de kinderen getrokken werden. De moeder van het gezin kwam, hoe weet onze zegsman niet, op het idee alle losliggende klippen op de werf om te keren, en werkelik daar vond men onder vele ervan klompjes koelieharen. Deze werden behoorlik verbrand; en golerij was op een einde. Men vermoedde in die tijd, dat de schuldige een Kaffer was van de naam van N'Kabie, zoon van nu wijlen Pellelapie, die woonde op de plaats Poortje aan de zuidekant van Vaalrivier, ongeveer twee uur van Standerton. We geven dit bericht voor wat het waard; altemet kan men er zijn voordeel mee doen.’
(Volkstem, Dinsdag 31 Aug. 1909).
Dergelike verhalen behoren niet tot één streek, maar worden in alle delen van het land en onder alle lagen van het volk gevonden; dit geloof vormt een werkelik bestanddeel van het volksleven.
Men zou ook nog gewag kunnen maken van het gebruik van toverdrankjes om liefde in te boezemen, en van 't beweerde vermogen van de toverdokters zich in dieren te veranderen, maar deze opvattingen treden slechts sporadies op, en behoren niet tot het leven van het gehole volk.
W.P. DE VILLIERS.
Gezicht op Stellenbosch.