Een beroep op onze taal.
Doch men gaat nog verder en beweert dat zelfs onze taal diezelfde karaktertrek bij ons Volk verraadt. Nu is het ongetwijfeld waar dat de geaardheid van een Volk dikwels in zijn spraak openbaar wordt, en niet minder waar is het dat er spreekwijzen bij ons Volk zijn die werkelik steun geven aan onze beschuldigers. Immers 't spreekwoord is de kernachtige samenvatting van wat wij als levenswijsheid beschouwen. Als men dus vindt dat een tamelike aantal uitdrukkingen dezelfde neiging of gevoelen of gedragslijn aanprijst, dan mag men wel aannemen dat men daar een openbaring van 't volkskarakter heeft.
Om maar enige spreekwoorden te noemen die ongetwijfeld de Wacht-'n-bietjie geest ademen:
‘Môre is ook 'n dag’ hoort men nog al dikwels en moet dienen om 't uitstellen van 'n zaak te rechtvaardigen. Dat wil zeggen, men moet een beetje wachten. ‘Agter-os kom ook in die kraal’, dus ontstel u niet, zo u niet onder de voorsten zijt, want eigenlik wint men er niets bij door de voorste te zijn. ‘Agterblijf win’, wil zeggen dat de man die lijdzaam is en achter aan komt dikwels de vruchten van de voorlopers plukt; dus geen haast, wacht een beetje. ‘Stadig oor die klippers’, houd dus liever 't oog op de klippers dan op de lange weg die nog moet worden afgelegd. Vandaar zo weinig spoed. ‘Soetjes maar seker’, dus liever niet wagen al vordert men ook bijna niet. Ik herinner mij dat Spurgeon ergens gezegd heeft dat hij hoger dunk had van de man, die struikelde omdat hij wandelde, dan van de man, die nooit een misstap deed, omdat hij nooit een voet verzette. Dan is er ook 't geliefkoosde spreekwoord:
‘Kijk eerst die kat uit die boom’ waardoor wij ook tot wachten worden gemaand. En eindelik noemen wij nog 't gezegde van President Brandt dat overal met ingenomenheid wordt aanvaard: ‘Houd moed, alles sal reg kom’. Ongelukkig wordt dit gewoonlik zo verstaan: Maak u niet ongerust en zet u niet uit, alles zal wel vanzelf te recht komen. Dus wacht maar 'n beetje. Het schijnt dus alsof onze taal medegetuigt met de beschuldigers, die ons als de Remschoen Partij willen gebrandmerkt zien.