noemden. Klokkenspel-bespeling klinkt minder fraai, terwijl klokkenbespeling niet geheel hetzelfde zegt, zoodat wij van ‘carillonbespeling’ meenden te moeten spreken. Waarom niet van beiaardbespeling? Omdat op 't oogenblik nog 't woord carillon, dat van uitheemschen oorsprong is, een vertrouwelijke klank voor verreweg de meeste Noord-Nederlanders heeft, 't oud-Nederlandsche ‘beiaard’ daarentegen voor de meesten onzer vreemd klinkt, al weten tegenwoordig weer velen in ons land - niet 't minst door de Mechelsche beiaardconcerten en door de toenadering tusschen Hollanders en Vlamingen - wat 't beteekent.
Hiermee is echter niet gezegd, dat wij 't woord carillon (dat eigenlijk zinledig is geworden: het is afkomstig van ‘quadrille’, omdat de eerste klokkenspelen uit vier klokken bestonden) niet gaarne zouden zien vervangen door 't echt Nederlandsche en mooi-klanknabootsende beiaard. Integendeel! Moge dat woord ook bij ons weer burgerrecht krijgen. Neerlandia kan daartoe ongetwijfeld meewerken. Ook wij deden reeds een poging, door in ons rondschrijven een enkele maal van ‘beíaard-concert’ te spreken.
Met dank voor de plaatsing, hoogachtend
A. LOOSJES,
Secretaris van 't Hoofdbestuur der Nat. Ver. voor den Volkszang.