Ingezonden.
Misbruik van onze Driekleur.
Geachte Redactie,
Het kan verkeeren!
Onze vaderen hadden hun leven veil voor de Hollandsche vlag; thans biedt men de driekleur te koop aan de reklame.
In een onzer Universiteitssteden wordt tegenwoordig een tentoonstelling gehouden van Rijks-voorwerpen en deze wordt aangeduid door de Nederlandsche Vlag, waarop in vette letters prijkt: Tentoonstelling!
De Nederlandsche Vlag, met haar schitterend verleden, waarvan de dichter zong, dat zij het teeken is van ‘trouw en van vroomheid en moed’, hetsymbool onzer herkregen vrijheid, verworden tot uithangbord van een tentoonstelling!
Het voorbeeld van de juffrouw van het melksalon, en van den ‘uitverkoop’-houdenden koopman in restanten, begint dus ook in ontwikkelde en officieele kringen navolging te vinden.
Snugger volkje toch, die Hollanders van de twintigste eeuw, die op zulk een fijngevoelige wijze uit idealen munt weten te slaan.
Wat echter de vreemdeling zal zeggen, die straks komt kijken hoe het Nederland van 1913 zijn Onafhankelijkheidsfeest viert?
Misschien wel dat men hier geen eigen Vlag waard is.
Hoogachtend,
E.C. VAN LEERSUM.
Leiden, 18 Mei 1913.
Naschrift. Het voorbeeld heeft al aanstekelijk gewerkt. Het rood-wit-blauw, dat hoog boven alle partijen behoort te wapperen, is voor verkiezingsdoeleinden misbruikt.
v.L.
* * *
Naar aanleiding van Prof. Van Leersum's hooge ontstemming over de misbruiking onzer nationale vlag, ontstemming die velen met hem zullen deelen, maar waaraan hij het eerst lucht geeft, zou de Red. van Neerlandia gaarne aan de Verbondsleden in het buitenland willen vragen of zij daar dergelijke onbetamelijkheid waarnemen. Daaruit zou kunnen blijken in hoever men hier te doen heeft met iets plaatselijks of iets algemeens.
't Geldt hier een begin, terwijl het eind niet is te voorzien.