in 1913, in woord en beeld’, beide met lichtbeelden. De eerste spreker schetste uitvoerig, hoe in April 1813 in de Zaanstreek een oproer heeft plaats gehad, dat begon met een weigering, zich te laten inschrijven voor de nationale garde te Zaandam, daarna in de overige Zaansche gemeenten, doch geen verdere gevolgen had, daar de verwachte opstanden in andere plaatsen van ons land uitbleven en spoedig de Franschen met gewapende macht aankwamen. Een drietal oproerlingen werd doodgeschoten. De heer Veen, na z'n rede te hebben doen voorafgaan van eenige algemeene opmerkingen over het streven van het A.N.V., voornamelijk in den vreemde-woordenstrijd, gaf daarna een overzicht van de welvaartbronnen van de Zaanstreek tegenwoordig, vergeleek verschillende veelzeggende cijfers en besloot z'n geestige, luid-toegejuichte rede met de vertooning van 'n aantal keurige lantaarnplaatjes. De groote opkomst bewees wel, dat men een lezing met eigen krachten zeer op prijs stelt. Dien avond werd de Afdeeling een 10-tal leden rijker.