Neerlandia. Jaargang 17

Van de Afdeelingen.

Nieuwe Afdeeling.

Dank zij het pionierswerk van onzen propagandist, Jhr. Von Bose, is de laatste provincie ons.

Drente heeft zijn Afdeeling Assen, waartoe reeds 48 leden toetraden.

Het voorloopig bestuur is samengesteld uit de heeren Luit. E. Werner, voorzitter; J.H. Ritman, secretaris; W.A. Somer, penningmeester; Dr. P.H. Suringar, Mej. A. Copes van Hasselt, Luit. Jhr. W.A.E. Snoeck, M.A. van der Laan.

Alkmaar.

Tot tweede secretares is benoemd mej. Bruining.

De Afdeeling heeft in December door middel van de Alkm. Ct. een poging gedaan het p.f. door m.g. te verdringen en besloot de herdenking van Neêrland's onafhankelijkheid in '13 mee te helpen vieren.

Amsterdam (Burger-Afd.).

De voordrachtavond van 27 Dec. is uitmuntend geslaagd:

Mr. P.W. de Koning sprak over de toonkunst in verband met de Hollandsche letterkunde, en deed daarbij uitkomen, dat de kunst van het volkslied, vooral in Holland, sedert de middeleeuwen meer en meer gedaald is en thans feitelijk niet meer bestaat. Het volk uit zich niet in schoone zangen, maar in smakelooze, grove straatdeunen. Spr. zocht de oorzaken van dit verval in de navolging van klassieke voorbeelden in de literatuur en in de verzwakking van het verband tusschen den dichter en het werkelijke leven. Spr. zag voor de toekomst een gunstig teeken in den drang naar muziek ook bij het volk, en wees op de taak van den lyrischen dichter om bij zijn arbeid te denken aan de melodie, waarop zijn woorden moeten worden gezongen; op de taak van den componist om melodiën te zoeken van vloeiend rhythme. Hij weerlegde daarbij de trouwens reeds als verouderd veroordeelde meening, dat onze taal zich niet zou leenen voor muzikale bewerking, of dat ons volk geen muzikalen aanleg hebben zou.

Na de pauze gaf mevr. Boldingh - Goemans een voordracht van Noord-Nederlandsche en Vlaamsche verzen.

Haar levendige, gevoelige voordracht boeide hare hoorders ongemeen, schreef het N.v.d. Dag.

Amsterdam (Stud.-Afd.).

Het bestuur dezer Afdeeling is thans aldus samengesteld: J.W. te Winkel, voorzitter; F. van der Goot, onder-voorzitter; A.J.M.H. Schillings, schrijver; M.J. Bevers, penningmeester; mej. M.J. Kuiper, 2e schrijfster.

Amsterdam (Jongel.-Afd.).

11 Dec. hield de heer Bernard Canter een lezing uit zijn werken.

In een geestige en luid toegejuichte rede zette de schrijver uiteen, het ontstaan van zijn ‘Een Droomer ter Haringvangst’ en bracht in herinnering, welke verbeteringen voor het visschersleven daarvan het gevolg zijn geweest.

Ook uit zijn ‘Twee weken Bedelaar’ las hij eenige gedeelten.

Tot slot gaf de spr. eenige korte schetsen: ‘De Leerzekens van Marokijn’ en ‘Uit Bioscoopland’.

Het bestuur der Afdeeling zag haar avond, welke als propaganda-avond ter bevordering van de Nederlandsche taal en letteren was opgezet, bekroond met de toetreding van verscheidene nieuwe leden.

Dordrecht.

Deze Afdeeling heeft ter bevordering van de Nederlandsche taal, tooneelschrijf- en tooneelspeelkunst een wedstrijd uitgeschreven, waartoe drie liefhebberijgezelschappen, die reeds een eersten prijs verwierven, zijn toegelaten.

26 Jan. had de eerste voorstelling plaats. Gegeven werd Frederik van Eeden's IJsbrand, door ‘Litteris Sacrum’ uit Leiden.

's-Gravenhage.

Den leden dezer Afdeeling wachten twee prachtige kunstavonden.

24 Febr. zal de heer Pol de Mont, van Antwerpen, een voordracht houden; 5 April komt de ‘varende zanger’ van het A.N.V., Em. Hullebroeck, de Hagenaars vergasten.

Een mooie gelegenheid om vrienden en kennissen in de Hofstad, die nog niet tot het A.N.V. behooren, op de voordeelen van het lidmaatschap te wijzen.

Haarlem.

De heer A.A. van Rijnbach te Alkmaar, lid van de Rijkscommissie van de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, heeft 17 Jan. voor de Haarlemsche leden zijn voordracht gehouden over ‘Onze nationale kunst en moderne nationale onverschilligheid’, welke deze oudheidkundige ook reeds voor de Alkmaarsche Afdeeling ten beste gaf.

's-Hertogenbosch (Jongel.-Afd.).

11 Jan. vergaderde deze Afdeeling. Een 25 tal leden waren opgekomen, terwijl zich nog een 10-tal anderen als lid kwamen opgeven. De voorzitter opende de vergadering met een welkom aan de leden en uitte

[p. 37]

den wensch dat het nieuwe bestuur in het komende jaar, dat zoo geschikt is tot het opwekken van vaderlandschlievende gevoelens, krachtig zou bijdragen tot den bloei der Afdeeling. Wegens vertrek van 4 bestuursleden naar steden, waar Studenten-Afdeelingen gevestigd zijn, stelde het bestuur zich na wijziging als volgt samen: A. Desertine, voorzitter; C. van Nispen tot Sevenaer, secretaris; J. van Blarkom, penningmeester; P. Nooren, onder-voorzitter; A. Brans.

Tot slot droegen enkele leden muziekstukjes voor.

Maastricht (Jongel.-Afd.).

In deze Afdeeling heerscht een opgewekt Nederlandsch leven. De derde wintervergadering op 30 Nov. slaagde zeer goed. De heer F. Schröder hield een lezing over Hendrik Conscience, waarbij hij gelegenheid had ook de Vlaamsche Beweging te behandelen. De spr. bleek er een grondige studie van te hebben gemaakt en oogstte dan ook veel bijval.

Nijmegen.

Zoo men weet heeft deze Afdeeling sedert verleden jaar voor hare leden cursussen over kunst ingesteld, waardoor verscheiden nieuwe leden toetraden.

Dezen winter houdt de heer M.A.P.C. Pcelhekke een viertal voordrachten over Volkskunst en Volkskracht.

Rotterdam (Jongel.-Afd.).

Deze Afdeeling gaf Zaterdag 18 Jan. weder een propaganda-avond, die uitstekend geslaagd mag heeten. Ongeveer 350 personen waren opgekomen.

Na opening der bijeenkomst door den voorzitter werden zeer verdienstelijk eenige, voor het meerendeel Nederlandsche muzieknummers ten gehoore gebracht.

Na de rustpoos werd met grooten bijval opgevoerd een klucht in een bedrijf, van Leo van Holland.

Dat er door deze Afdeeling goed propaganda voor het Verbond wordt gemaakt, blijkt wel hieruit, dat zich niet minder dan 30 personen als lid opgaven.

Utrecht (Jongel.-Afd.).

Zaterdag 18 Jan. hield de heer E.C. Abendanon, mijn-ingenieur, uit Den Haag, voor deze Afdeeling een voordracht met lichtbeelden over Midden-Celebes, waar hij, in opdracht van het Kon. Aardrijksk.-Genootschap, een onderzoekingstocht deed. Vele leden waren aanwezig, die den spreker met aandacht volgden en aan het einde door luide toejuichingen dankten.