Hollandsche woorden in het Engelsch.
De Volkstem ontleent aan de Cape Times een artikel over Nederlandsche woorden, die in den loop der tijden in het Engelsch zijn overgegaan, gelijk Longan Pearsall Smith in zijn boek over de Engelsche taal aangeeft.
Vlaamsche wolwevers, in Engeland gekomen, brachten een aantal Vlaamsche vakwoorden in het Engelsch over, zoodat de Zuid-Afrikaansche boer bij zijn schapenteelt een groot aantal uitdrukkingen gebruikt, die ook in het Engelsch bestaan. Vlaamsche en Hollandsche bierbrouwers hebben in de 15e eeuw verscheiden woorden uit hun bedrijf in Engeland gebracht, zoo hop, schuim (scum), tobbe (tub).
Zouden - in het voorbijgaan gevraagd - die Hollanders, die tegenwoordig er graag van spreken, dat zij 's morgens hun ‘tub’ nemen, weten, dat zij een Hollandsch woord gebruiken, alleen maar in Engelschen vorm?
‘De meeste hollandse woorden - zoo gaat in de Volkstem de Cape Times voort - in de engelse taal zijn scheepswoorden, zegt de heer Smith, ja, onze techniese termen voor de zeevaart zijn voornamelik aan 't Hollands ontleend. Dit bewijst hoeveel Engeland dankt aan de zeelieden en vissers van Nederland. Onder de woorden, waarvan men kan nagaan dat zij van Vlaamse, Hollandse of Nederduitse oorsprong zijn, vindt men reeds in de XIV eeuw bowsprit (boegspriet) en skipper (schipper), en in de XV eeuw hoy (verg. de hollandse zeemansroep “hooi!”), pink, scout (schout bij nacht, hoofdofficier bij de marine), keel ('t nederlandre kiel), lighter (ned. lichter), pump, leak, die beide eerst alleen als zeemansuitdrukkingen in gebruik waren, freight (ned. vracht), buoy (ned. boei). De heer Smith geeft nog 'n groot aantal woorden om aan te tonen, dat 't waar is, dat de meeste termen bij de engelse zeevaart aan 't Hollands zijn ontleend. Zelfs in de achttiende eeuw worden nog woorden uit 't Hollands der zeevaarders in 't Engels opgenomen.’
Weer, even, een vraag: als verkenner en padvinder het moeten afleggen - naar 't hier en daar wel schijnt - voor ‘scout’, zouden wij dan maar niet ineens ‘schout’ zeggen?
In het Engelsche leger zijn er niet zooveel Hollandsche woorden overgenomen, maar toch nog verscheiden. Wat op zijn Hollandsch ‘exerceeren’ heet, heet in het Engelsch ‘drilling’, het Hollandsche drillen, ‘door britse soldaten van hun veldtochten in Holland mee naar Engeland gebracht, zoals zij ook meer hollandse uitdrukkitigen in de engelse taal hebben ingevoerd, o.a. de woorden furlough (ned. verlof), scone (ned. schans), onslaught (ned. slachting).’