Nederland en het Panamakanaal.
Onze vertegenwoordiger te San Francisco, de heer E.J.F. v. Hanswijk Pennink, schrijft over de wereldtentoonstelling in 1915 aldaar te houden in verband met de opening van het Panamakanaal en de deelneming daaraan door Nederland en zijn Koloniën, het volgende:
Door de Nederlandsche Kamer van Koophandel alhier is een Commissie benoemd bestaande uit de heeren Mr. J.C. Panthaleon Baron van Eck, Chas L.H. Vornholt en den ondergeteekende, die bovengenoemd onderwerp in studie hebben genomen.
Wij zijn reeds sedert eenigen tijd in briefwisseling met de Ned. Regeering en H.M. Gezant te Washington over het bovenstaande onderwerp.
Het is onze oprechte overtuiging, dat het van het grootste belang is, dat door Nederland en zijne Koloniën aan de bewuste tentoonstelling worde deelgenomen op eene wijze, die zal doen uitkomen welk een aanzienlijken rang ons vaderland op velerlei gebied inneemt, en wij gelooven, dat een dergelijk optreden rijke vruchten zal dragen en ons aanzien zeer verhoogen.
Ofschoon men vooralsnog moeilijk kan bepalen, welke in het algemeen de gevolgen van de opening van het Panamakanaal zullen zijn, staat het zoo goed als vast, dat voor deze kust een nieuw tijdperk van grooten bloei zal aanbreken, en dat ook de Zuid-Amerikaansche en Centraal-Amerikaansche landen, gelegen aan den Stillen Oceaan in die ontwikkeling zullen deelen. Dit zal ten gevolge hebben, dat het afzetgebied van verschillende waren zal worden verruimd, en dat er kans bestaat nieuwe betrekkingen aan te knoopen.
Tot zoover onze vertegenwoordiger.
Nog vernemen wij, dat met het oog op de aanstaande opening van het Panamakanaal en de belangen van den handel met Cuba en Mexico, aan den adspirant vice consul dr. Bunge is opgedragen eene studiereis naar die landen te ondernemen, ten einde na te gaan, welke beteekenis die streken voor den Nederlandschen handel zullen kunnen verkrijgen.
Naar het Hbld. verneemt, zullen na de opening van 't Panamakanaal naast die van de K.W.I.M. ook schepen van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij in de West-Indische wateren gezien worden. In tweeërlei opzicht is Curaçao dan natuurlijk de aangewezen haven, n.l. als Hollandsche kolonie en door de combinatie K.W.I.M.-K.N.S.M.
Onder voorbehoud deelt Het Nederl. Zeewezen mee te hebben vernomen, dat het volgend jaar de Koninklijke Hollandsche Lloyd (vroeger Zuid-Amerikalijn) en de Java-China-Japan lijn met deze combinatie zullen samengaan. De drie groote vrachtbooten van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland, die nu nog op stapel staan, zijn bestemd om op Zuid-Amerika te varen. Ook door 't Panamakanaal en langs Curaçao? vraagt het blad.