Het Nederl. Historisch Instituut te Rome.
In Eigen Haard van 5 October schrijft de heer J.W. Beck over de wording, werkzaamheid en toekomst van het Ned. Historisch Instituut te Rome.
Wij ontleenen er het volgende aan:
Prof. Dr. P.J. Blok werd den 21sten Dec. 1900 door de Regeering (Ministerie-Kuyper) belast met een voorloopig onderzoek naar archivalia in Italië, die betrekking hebben op de geschiedenis van Nederland. De heer Blok vertoefde daarom van half Jan. tot half April 1901 in het klassieke land. De resultaten van dit onderzoek werden neergelegd in een gedrukt verslag, waarvan bijna de helft werd ingenomen door Rome.
De resultaten werden van zooveel gewicht geacht, dat de Regeering besloot een duurzame instelling te Rome te vestigen, opdat er een stelselmatig onderzoek naar de rijke bronnen, die Italië en vooral Rome nog bezit, ten bate onzer nationale en kerkelijke kunst- en geleerdengeschiedenis, kon plaats hebben.
Instellingen van dergelijken aard hebben andere landen al veel eerder gegrondvest.
Het was weer Prof. Blok, die wist te bewerken, dat Dr. Brom bij ministerieel schrijven van 20 Mei 1904 werd opgedragen een stelselmatig onderzoek in te stellen naar Archivalia in Italië, belangrijk voor de staatkundige en kerkelijke geschiedenis van ons land. Een dergelijke opdracht kreeg Dr. J.A.F. Orbaan met betrekking tot de geschiedenis van Nederl. kunstenaars en geleerden. Er werd een werkplan opgemaakt.
Allereerst werd dan in bewerking genomen een gedetailleerde catalogus van Nederlandsche archivalia in het Vaticaansch archief en in de Vaticaansche bibliotheek. Hieraan werd gewerkt zoowel door Dr. Brom als door Dr. Orbaan. In 1908-1909 zond Dr. Brom reeds twee flinke deelen in het licht, die het Vaticaansche archief omvatten, in 1911 verscheen er nog een deel over de Vaticaansche bibliotheek. In 1911 publiceerde Dr. Orbaan een dergelijk deel getiteld: Bescheiden in Italië omtrent Nederl. kunstenaars en geleerden.
Een verandering ontstond, doordat Dr. Orbaan zich 1 Jan. 1909 terugtrok. Thans zet Dr. G.J. Hoogewerff het onderzoek omtrent kunst- en geleerdengeschiedenis voort.
Dr. Hoogewerff deed al spoedig van zich spreken. Zijn doorwrochte studie over ‘Nederlandsche schilders in Italië in de XVIe eeuw’, werd door niemand minder dan Dr. Bredius ‘een prachtig boek’ genoemd. En dezelfde getuigde: ‘Ik ben er trotsch op, dat een Hollander het geschreven heeft.’ Men kan een voortzetting van dit werk tegemoet zien, die dan de Nederlandsche schilders in Italië in de 17de eeuw zal behandelen. Het is genoeg bekend dat Rubens in 1601 in Rome kwam. Ook Pieter Lastman, leermeester van Rembrandt, Jan Breughel de Oude, Van Dijck, G. van Honthorst en zeer veel andere Nederlandsche kunstenaars hielden zich in Italië op.
Van belang was verder de verschijning van de Guide aux archives du Vatican (Loescher, Rome 1910) van de hand van Dr. Brom. Deze gids werd algemeen geprezen als een onmisbare handleiding en wordt ook algemeen gebruikt, zoodat reeds spoedig een tweede uitgave noodig is geworden.
Dr. Brom, die aanvankelijk bij ministerieel besluit tot directeur was benoemd, kreeg als zoodanig zijn definitieve aanstelling bij Koninklijk Besluit van 24 Febr. 1910. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot correspondeerend lid der Koninklijke Academie van Wetenschappen. Over de bronnenpublicaties van het Instituut oefent, in opdracht der Regeering, de bekende Rijkscommissie een geregeld toezicht uit. Jaarlijks dient zoowel de directeur als zijn assistent, Dr. Hoogewerff, bij de Regeering een verslag in over de verrichte werkzaamheden, dat opgenomen wordt in de ‘Verslagen van 's Rijks oude archieven’.
Er is van de niet ruime woning van den dirècteur (Via Varrone 2, 1e étage) een belangrijk deel afgezonderd voor bibliotheek en werkkamers. Uit het niet ruime jaarlijksche budget, vooral echter uit vrijwillige bijdragen, wist Dr. Brom een vrij groote boekerij samen te stellen, die thans reeds bijna drie duizend boekdeelen bevat, welke uitsluitend betrekking hebben op Nederlandsche geschiedenis van Staat en Kerk, Koloniën en Missiewezen, Kunst en Wetenschappen. Verder bezit deze bibliotheek een rij veel gezochte boeken over Rome en Italië, waarvan ook
Woning van Dr. Brom, vertegenwoordiger van het A.N.V. te Rome, Via Varrone 2. 1e verdieping.