Ingezonden
De uitvinding der boekdrukkunst.
Zeer geachte Redactie,
U zult mij zeer verplichten met aan de volgende regelen een plaatsje in ons Neerlandia te willen inruimen.
Op blz. 43 van het juist verschenen nummer vind ik de veronderstelling, dat de uitvinding der boekdrukkunst zou zijn de uitvinding van het gieten der letters.
Dit lijkt mij een zóó buitengewone dwaling, dat ik er even een woordje over zeggen moet.
Wat is de uitvinding der boek druk kunst? Toch zeker wel het drukken uitsluitend en alléén!
Vóór dien, in oude tijden, tot diep in de middeleeuwen, ja, tot het einde daarvan (d.w. dus zeggen, feitelijk tot de uitvinding der drukkunst), werden boeken slechts schriftelijk vermenigvuldigd, op zijn best door voorlezing aan een zeker aantal schrijvers, klerken, te gelijk, met als gevolg de vele fouten, weglatingen, enz., gelijk bekend.
Toen men op de gedachte kwam, niet meer te schrijven op perkament, maar eene geheele bladzijde uit te snijden in hout, en deze te bestrijken met inkt, daarna eenige honderden malen af te drukken, toen was de drukkunst uitgevonden!
En dáár gaat het om! Door deze wijze van arbeiden begon het voortgebrachte stuk goedkooper en onder het bereik van meerderen te komen. Al wat na dien is geschied, zijn slechts volgende stappen op een eenmaal ingeslagen weg. Men zal een figuur versneden hebben, en toen het plankje hersteld door invoeging van een blokje met de ontbrekende letter. Dadelijk daarop heeft men de plankjes uitsluitend samengesteld uit blokjes, op elk waarvan een aparte figuur ingesneden stond, - daarna nog een andere wijze van vervaardiging dezer blokjes, d.w.z. der aparte letters, en ziedaar de nieuwe nijverheid aan de kinderschoenen ontwassen!
Het is mij bijna onbegrijpelijk, hoe men er toe kan komen, het zwaartepunt der uitvinding te verleggen naar het gieten der letters!
Bijna! - Niet geheel! Immers, door dit te doen, is het buitenland er in geslaagd, de uitvinding der drukkunst tot eene kwestie te maken, wat vermoedelijk niet mogelijk zou zijn geweest indien men als hoofdzaak aanneemt: het drukken zelf, het werktuiglijk vermenigvuldigen der schriftuur.
Geheel onbegrijpelijk is het mij echter wèl, dat ooit een Nederlander kan toestaan, dat in een voor het vaderland zóó eervolle zaak, de aandacht van de hoofdzaak wordt afgeleid en op een bijzaak wordt overgebracht.
Eenmaal het drukken zelf beschouwende als ‘de’ zaak, waarom het gaat, laat ik hier natuurlijk verder in het midden, wien hiervoor de eer der uitvinding toekomt.
Hoogachtend,
Uw dw.
Rotterdam.
W. VAN REDE.