Neerlandia. Jaargang 16

Uit Mexico.

Wat betreft mijne werkzaamheden als vertegenwoordiger over het afgeloopen jaar 1911, kan ik kort zijn.

Zeker tengevolge van de politieke woelingen, waaraan de Republiek Mexico in den laatsten tijd onderhevig was, was over het algemeen de aanvraag om inlichtingen van particulieren en den handel belangrijk minder dan de voorafgaande jaren.

Evenwel heb ik eenige landgenooten nog kunnen dienen met gevraagde gegevens over sommige tropische gewassen en de meest geschikte terreinen daarvoor.

Om deze gegevens zoo nauwkeurig en uitgebreid mogelijk te doen zijn moest ik mij somtijds wenden tot een landgenoot, deskundige in de een of andere teelt. Steeds werden de gevraagde inlichtingen met de meeste bereidwilligheid gegeven.

Op mijne dienstreizen door de Republiek had ik

[p. 66]

weer gelegenheid om zoo nu en dan eens verafwonende landgenooten te bezoeken.

Zoo wilde het toeval, dat ondergeteekende zich met zijne familie op St. Nicolaasavond bevond op de plantage ‘Cacique’, eigendom van de zeer gastvrije Nederlandsche familie Lührs, waarvan het hoofd tevens Verbondslid is.

De avond werd zeer gezellig doorgebracht. Zelfs verscheen op een gegeven oogenblik Sinterklaas in eigen persoon te paard, vergezeld van zijn knecht, die een muilezel voor zich uitdreef, die bijna bezweek onder den last van twee groote korven met geschenken.

De jongste der gasten, de heer Van Balen, had namelijk eenige kleedingstukken van den pastoor uit de Kleine Kapel van de plantage weten te bemachtigen en zich daarbij met kleursel en valschen baard zoo meesterlijk vermomd, dat zelfs de ouderen hem niet dadelijk herkenden.

De kinderen waren in de grootste spanning en tot groot vermaak van de aanwezigen kusten zelfs eenige van de Roomsch-Katholieke Indiaansche bedienden den ‘heilige’ eerbiedig de hand.

Dank zij het initiatief van den heer en mevr. Lührs hebben wij hier eens weer een gezellig, vroolijk, echt Hollandsch feest bijgewoond.

Zoo kan men zien, dat wij hier ons geliefd vaderland met zijne eigenaardige, gezellige gebruiken niet vergeten, hoewel velen onzer een groot aantal jaren hebben doorgebracht in de wildernis, te midden van van eene bevolking wier karakter en zeden zoo opvallend van de onze verschillen.

Oudejaarsavond werd op dezelfde plaats, eveneens gezellig doorgebracht. Op Nieuwjaarsdag werd onder de Indiaansche bevolking van de plantage eene verloting gehouden van maïs, een varken, konijnen enz., terwijl onder de aanwezige Europeanen een schietwedstrijd werd georganiseerd, waaraan ook de dames deelnamen.

Hoewel vertegenwoordigers van vier verschillende nationaliteiten hieraan deelnamen, kan ik tot mijne voldoening zeggen, dat de Hollanders de overwinning behaalden. Zelfs de Hollandsche dames schoten beter dan de vreemde heeren. Een dezer dames ging zelfs met den tweeden prijs strijken.

J. DE BOER,

Vert. A.N.V. te Tlalpam, D.F.