Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdLeeuwarden.Deze Afdeeling heeft een Liederenavond voor het Volk gegeven, die uitmuntend geslaagd is. Aan het verslag in de Leeuwarder Courant ontleenen we het volgende: Wat een meer dan gezellige avond is dat geweest! Wat heeft het bestuur onzer Leeuwarder Afdeeling eene gave getoond van organiseeren en propaganda maken voor den volkszang, en wat heeft het daarvan eene voldoening gesmaakt! Niet in de eerste plaats geldelijk voordeel, dit kan bezwaarlijk beoogd zijn met een toegangsprijs tot zaal en galerij van één dubbeltje - programma en stedelijke belasting inbegrepen. Maar die eivolle zaal, telkens losbarstend in geestdriftigen bijval, het moet den bestuursleden een lust voor de oogen geweest zijn en dat lustig meezingen door oud en jong - het moet hun in de ooren geklonken hebben... als muziek! De grootste aantrekkelijkheid hebben zonder twijfel de tafreeltjes uit de kinderwereld gehad, aanschouwelijk opgevoerd door een alleraardigst troepje kinders. Ze brachten 't er allen uitstekend af, ze hebben nu den ‘vuurdoop’ ontvangen, en zullen door de aardige herinnering ook wel warme aanhangers worden van 't A.N.V. Een koor van jonge dames onder de uitstekende leiding van mej. S. Tigler Wijbrandi, zong achter de schermen bij deze tafreeltjes de lieve liedjes. Verder verdient de heer Bogtstra, die met zijn bekenden goeden smaak de bevallige dansjes had ingestudeerd, hiervoor groote hulde. Eene sympathieke figuur was de heer N.N., die op prettige wijze zijn publiek aan 't zingen wist te krijgen (hij was het die het ijs moest breken), na zelf met welluidende stem, zich op de piano begeleidend, de liederen voorgedragen te hebben. Dit is hetgeen kunst van dilettanten vóór heeft boven de verhevenste kunstuitingen van beroeps-musici, ze staat niet hemelhoog boven ons, maar als iets bereikbaars, ze doet gemiddeld-muzikale menschen zeggen: ‘dat kan ik ook leeren’ of tenminste ‘dat moest ik ook leeren!’ En dit wil het A.N.V. Hiervoor nam de Afdeeling indertijd het initiatief tot het ‘Straatzangers’-koor, dat nu, voor het eerst in eene zaal optredend, en zingend met gloed en gevoel, ook wist te inspireeren. Bij 't nazingen bleek maar al te duidelijk, welk een hardnekkige sleur juist bij bekende liederen als deze te overwinnen valt. Veel is er, - om hiermee te besluiten - nagezongen, maar één ding niet, wat toch stormachtig door de zaal had behooren te klinken. We bedoelen het ‘Lang zal hij leven in gloria’, dat den heer Metzlar door zijn koor werd toegezongen toen hem een welverdiende krans werd aangeboden. En nog iets misten we: een lied op woorden als ‘Groeie en bloeie ons A.N.V.Ga naar voetnoot*), - lang leve zijn bestuur’, maar dan dichterlijk aangekleed. We durven verzekeren, dat het zou hebben gedaverd. De stemming was er. | |
Leiden (Stud.-Afd.).Tot penningmeester is benoemd de heer A.C. Pekelharing, Stille Rijn 16. | |
Rotterdam (Jongel.-Afd.).Deze Afdeeling leeft in den laatsten tijd een opgewekt vereenigingsleven. Op de tentoonstelling door de Burger-Afdeeling in het laatst van December gehouden verstrekten eenige harer leden aan de bezoekers inlichtingen over doel en streven van het Verbond. Eenige weken daarna werd door haar een voordracht - en propaganda-avond gehouden te Hellevoetsluis, wat tengevolge had dat aldaar een Jongelieden-Afdeeling van het Verbond werd opgericht. Het verslag hierover werd reeds in het Jan.-nr. opgenomen. Door samenwerking met de Wereldbibliotheek hadden de leden der Afdeeling tegen zeer verminderden prijs toegang tot den voordrachtavond van Alb. Vogel, die Shakespeare's Coriolanus voordroeg. Het bestuur dezer Afdeeling is thans als volgt samengesteld: M.C. van Vooren Jr., voorzitter; W. Leverstein, 2e voorzitter; J. de Groot, 1e schrijver; C. Montijn, 2e schrijver; W.L. Wennink, penningmeester; C.B. Kraayeveld, commissaris en mej. M.E. Roodenburg. | |
Sneek.De penvoerder schrijft: ‘7 Febr. trad voor deze Afdeeling op de heer Dr. W. van Everdingen met een belangrijke rede over “Verhooging van het Stambewustzijn en het Hollandsch boek in den vreemde”. De voordracht werd afgewisseld door het zingen van eenige oud-Nederlandsche liederen uit den bundel van Flor. van Duyse, welke de heer Hoogslag met zijn a Capella-koor op verdienstelijke wijze ten gehoore bracht. De opkomst had, als naar gewoonte, talrijker kunnen zijn.’ | |
Walcheren.De penvoerder schrijft: Vrijdag den 26en Jan. trad voor onze Afdeeling Pastoor Dr. Hugo Verriest uit Ingoyghem op. Reeds toen Pater Verriest toezeide, den tocht naar Noord-Nederland te zullen ondernemen, was het bestuur overtuigd van het groote voorrecht, dat in het krijgen van dezen spreker gelegen was. Maar toen de grijze geestelijke zijne welluidende woorden in de ‘zoete tale’ tot de overvolle zaal richtte, steeg dit besef tot een diep gevoel van eerbied en dankbaarheid voor den man, die met zijne gaven zoo mild is, waar hij spreken kan van den schoonen strijd in zijn land. Ademloos hoorde men toe, wanneer hij ernstig vertelde van het vele, dat daar geofferd is om, och, maar weinig te verkrijgen. Hartelijk kon men lachen, wanneer hij met echt-Nederlandschen humor van degenen sprak, die voor het Vlaamsch streden, maar... ‘thuis spraken zij Fransch!’ Het onderwerp was ‘De dubbele Vlaamsche Beweging’. Velen hadden zich afgevraagd, wat dat wel wezen kon, maar het | |
[pagina 59]
| |
juiste geraden had niemand. Het is ook niet gewenscht, hier te vertellen, wàt het was. Misschien zijn er nog meer gelukkigen in den lande, wien het beschoren is dit weldra uit den mond van Pater Verriest te hooren! Want hij is weer gezond van lichaam en krachtig van stem en hij wil weer graag spreken! |
|