Onder valsche vlag.
Geachte Redactie,
Is het volgende niet iets voor ‘Holland op z'n malst’?
Van morgen kwam een Engelschman op mijn kantoor, die ingesloten kaart (zoo U ziet Engelsch) deed aanbieden.
Daar de man voor de derde maal kwam, en de vertegenwoordiger was van een reeds jaren in ons land gevestigden tak van een goed bekend staande firma, wou ik hem niet weigeren en liet hem binnenkomen.
De man kon zich met geen tien woorden Hollandsch redden, al reisde hij al maanden hier rond.
Ik zei hem in het Engelsch (dat moest ik wel, want toen ik hem in het Hollandsch vroeg wat hij dan wenschte en of hij even ging zitten, stond hij verbaasd, met open mond, mij aan te staren), dat ik uit beginsel met vreemdelingen, die in hun belang, in mijn eigen kantoor mij opzochten, geen zaken deed, dan in het Nederlandsch en dat ik het onbeleefd vond van zijne firma, om, waar het kantoor overigens geheel in het Hollandsch bestuurd wordt en feitelijk Hollandsch is, als vertegenwoordiger iemand te zenden, die de landstaal niet kende.
Dat vond hij, en hij gebruikte, om zijn verbazing te kennen te geven, een waren stortvloed van Engelsch Duitsch en Fransch, toch wel belachelijk en wees mij op vele goede adressen, waaronder ongetwijfeld leden van ons Verbond, waarmee hij zaken afsloot.
Met al die menschen had hij in het Engelsch gesproken en allen hadden hem prettig te woord gestaan.
Ik was de eerste die van Hollandsch, die taal, welke ‘de wereld’ niet kent, sprak: ‘Och mijnheer, was U Franschman of Duitscher, U had gelijk Uw taal te eischen; maar Hollandsch!!!’
Natuurlijk ging hij bij mij ongetroost en met de boodschap, dat ik van zijn firma een brief in het Nederlandsch wachten zou, heen.
Als allen weigeren, op die wijze zaken te doen, heeft een Nederlander méér een goede betrekking en rijst Nederlandsch bij buitenlanders in achting.
Hij had goede zaken gemaakt, vertelde hij, dus kon zijn firma, zouden wij denken, er wel een Hollandsch correspondent en dito reiziger méér op na houden.
Hoe vindt U zulke Nederlanders, zulke A.N. V'ers, die zuiver Hollandsche zaken in het Engelsch doen en wat denken die laatsten eigenlijk wel van zich zelf?
Met de meeste hoogachting,
Uw dw. dr.,
's-Gravenhage.
C. PLOKHOOY.