Zuid-Afrika
Hollandsche hulp bij het Onderwijs.
Over de Zuid Afrikaanse Onderwijzers Unie hebben wij in dit blad meer dan eens geschreven. Laten wij haar groote verdiensten vermelden met de woorden, die onlangs Ons Land haar wijdde. ‘Wij zijn veel aan de Z.A.O.U. verschuldigd’, schreef het Kaapsche blad. ‘Gedurende haar 7-jarig bestaan is zij krachtig opgetreden om de belangen van onze moedertaal te beschermen en haar krachtig optreden heeft reeds veel vrucht gedragen. Onlangs nog toonden we aan, dat bijna al de besluiten van het kongres van verleden jaar uitgevoerd waren. De Z.A.O.U. heeft een belangstelling opgewekt, waarvoor wij dankbaar zijn. Met overtuigende kracht toonde zij aan, dat het aanvankelik onderwijs moet geschieden door middel van de moedertaal van het kind. Zij is daarmede nog bezig en zal ermede bezig blijven totdat uiteindelik het enige echt pedagogiese beginsel zal hebben gezegevierd.’
De Z.A.O.U. nu heeft in de vorige maand te Kaapstad vergaderd en eenparig, op voorstel van onzen oud landgenoot M.J. Stucki uit Wellington het volgende besluit aangenomen:
(a) Dit Kongres besluit het Departement van Onderwijs dringend te verzoeken: -
(1) Zo spoedig mogelik een speciale vakantiekursus te organiseren, vooral voor onderwijzeressen, doch ook voor zodanige onderwijzers die aan kleine kinderen de eerste beginselen van de hollandse taal hebben te onderwijzen, teneinde hen volkomen bekend te maken met de in Nederland tot dat doel gebruikte klankmethode en het geven van aanschouwingslessen.
(2) Dat het Departement van Onderwijs tot het geven van deze lessen zie te krijgen een in Nederland gekwalificeerde onderwijzeres, die met deze methode ten volle bekend is.
(3) Dat het Departement voorziening zal maken, dat de studenten in de opleidingscholen voor onderwijzers(essen) ten volle bekend zullen gemaakt worden met bovengenoemde methode en dat ook bij de eksamens en praktiese oefeningen daarmede rekening zal gehouden worden.
Nadat echter het besluit genomen was, gingen er tegen het laten uitkomen van een onderwijzeres uit Nederland stemmen op. Men dacht in Zuid-Afrika zelf best te zullen klaar komen, maar was gerustgesteld na de opmerking, dat er inderdaad in Zuid-Afrika al onderwijzeressen waren, die de klankmethode en het aanschouwingsonderwijs in Nederland hadden geleerd.
Het departement van onderwijs, waarvan de heer Malan de minister, maar dr. Muir de directeur is, zal nu moeten beslissen. Er zal dan zeker ook wel