den, waar o.a. de wet van 1878 op het gebruik van het Nederl. in bestuurszaken werd besproken. Uit die bespreking bleek eens te meer hoe erbarmelijk die wet wordt toegepast, omdat de meerderheid der hoogere ambtenaren geen Nederl. kennen of het Nederl. vijandig gezind zijn. Om te trachten verbetering in den toestand te brengen, werd besloten: 1o. verzet aan te teekenen bij de verschillende Ministers; 2o. een dossier van klachten aan te leggen; 3o. een werk uit te geven, waarin al de wetsovertredingen opgesomd worden, en dit op ruime schaal te verspreiden. Hoofdzaak is echter dat het publiek zelf de toepassing van de wetten vraagt. Daartoe moet het echter blijk van meer karakter en zelfbewustzijn geven dan thans het geval is. Mededeeling werd gedaan dat men voortgaat om de geheele vervlaamsching van de meisjesnormaalschool te Brussel te verkrijgen, en dat een nieuwe afdeeling ontstond, die zich tot doel stelt om, onder leiding van Pol de Mont, kultuurvoordrachten in de provincie Antwerpen in te richten.
De afdeeling ‘Liederavonden voor het Volk’ zet geregeld haar wekelijksche werkzaamheden voort.
In de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ traden achtereenvolgens op: 2 Jan. de heer Em. Hullebroeck, van Gent, met een voordracht over ‘Peter Benoit’. Verschillende stukken uit het werk van den grooten toondichter werden door den heer J. L'Hermitte gezongen of op de piano door den voordrachtgever voorgespeeld, die tot slot enkele van zijn eigen liederen ten gehoore bracht.
9 Jan. sprak de heer Leop. J.H. Meyer over ‘Hooft en de Muiderkring’. 13 Jan. trad Professor G.J.P.J. Bolland weer op met een voordracht over ‘Het Nederlandsch als algemeene voertaal voor de Hoogere Wetenschap’. Nog veel talrijker dan den eersten keer was het publiek opgekomen om naar den machtigen spreker te luisteren, die een buitengewonen bijval behaalde.
16 Jan. sprak de heer Fr. Blij over ‘De Noordzeevisscherij’ (met lichtbeelden).
Gent. Zondag 7 Jan. vereenigde de leden op een zeer prettig onder-onsje, waartoe hun medewerking verleenden de leden van onzen Héléne Swarth-Kring, de jonge dames Vleurinck, Ingels (zang, voordracht), Clevers (klavier). De treurigste Bladzijde van Eva Westenberg, door beide eersten gespeeld, roerde diep. Verder hadden we nog zang van mej. Muus voordracht van mej. Van Ruymbeke, M. Rouckhoudt en klavier van mej. Nieuwejaers. Alles keurig. Na afloop hield een lustig springpartijtje de leden tot middernacht bijeen.
Maandag 15 Jan. Voordracht van Dr. Denucé, ‘Amerika vóór Columbus’. Zijn verblijf in Spanje gaf hem de gelegenheid vele daar berustende oorkonden te raadplegen en liet hem toe tal van nieuwe bijzonderheden mede te deelen. Voor ons waren de mededeelingen omtrent het aandeel van ons volk in de ontdekking van Amerika volkomen nieuw en uiterst verrassend. Een reeks lichtbeelden toonde ons oude en belangrijke kaarten van de wereld en van Amerika, die ons beter dan een lange bespreking inlichtten over de denkbeelden, die vóór en ten tijde van Columbus over onzen aardbol gangbaar waren.
Maandag 21 Jan. hield Herman Teirlinck voor een volle zaal een pittig smakelijke voordracht over typisch Brussel, den autochtonen Vlaamschen Brusselaar van de lage stad, die eeuwig Vlaming blijven zal, hoe het Kosmopolitische en Fransche Brussel van daarboven zich uitzetten mag.
Kortrijk. 29 Dec. las de heer Richard de Cneudt, uit Gent, eigen gedichten voor uit zijn bundel ‘Naar lichtende wegen’.
Mechelen. In de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ handelde de heer Frits de Mont, uit Antwerpen, over: ‘Archeologie der bouwkunst’, met lichtbeelden.
In de omreis die Prof. Bolland, uit Leiden, in België gedaan heeft, is ook Mechelen aan de beurt gekomen om het machtige woord van den beroemden Nederlandschen wijsgeer aan te hooren, en wel op Zondag 14 December in de ruime Hallezaal voor een 4-500-tal toehoorders. Welverdiend en striemend waren de zweepslagen welke hij aan de Vlamingen toediende. Hij wist zijn publiek in hooger stemming te brengen, wat de daverende toejuichingen bewezen, die het einde zijner rede begroetten. Voorzitter Dr. P. Tack bedankte den geleerden professor voor het goede werk dat hij hier in Vlaanderen was komen verrichten.